KIJK. “Teleurstellend én frustrerend”: Lotte Kopecky valt (met agressievere wielen) naast EK-medailles op omnium

Cali (Colombia), februari 2017. De 21-jarige Lotte Kopecky wint de wereldbekermanche omnium.

Behoorlijk imponerend: tweede in de scratch, eerste in de temporace, tweede in de afvalling en totale controle in de afsluitende puntenkoers.

Het is tot op heden haar enige internationale winst in het omnium bij de elite. De Kopecky van toen valt in niks te vergelijken met de versie van nu. Ze reed nog bij Lotto-Soudal en haar wangen stonden iets boller dan de strakke kaaklijn van tegenwoordig. Toen meisje, nu vrouw. “Er is veel veranderd, ook het omnium is een andere sport geworden.”

Ook haar benadering van het omnium was anders. Tweede in de scratch en winst in de temporace... Kopecky zou er anno 2024 enkele kastanjebruine haarlokken veil voor hebben.

Op de Spelen van Tokio kwam ze in de scratch ten val. Op het EK van 2023 eindigde ze pas als elfde in dat eerste onderdeel van de omnium.

De scratch is een grimmig nummer, waar tactiek en het momentum belangrijk is. “Lotte kwam een ronde te vroeg op kop en werd nadien wat ingesloten”, zegt bondscoach Kenny De Ketele.

Kopecky: “Mijn scratch was middelmatig, ik vind het een kwelling, echt een k*tnummer.”

Op het voorbije WK deed Kopecky het met de zesde plaats aardig in de scratch, maar ging de temporace volledig de mist in. Op het EK in Apeldoorn was het vlees noch vis. Negende in de scratch, achtste in de temporace. “In de temporace moest ze tijdens money time passen”, zegt De Ketele. Kopecky beaamt: “Ik plaatste mijn inspanning te vroeg.”

Zoals op de voorbije kampioenschappen moest Kopecky achtervolgen in de twee slotnummers, die haar beter liggen. Ze heeft de grootste motor van alle deelneemsters, dat helpt in uithoudingsproeven.

De regerende wereldkampioene won de afvalling en rukte op naar plaats vijf, op acht punten van brons en 24 van goud. In de puntenkoers probeerde ze de bakens te verzetten, maar de rest viseerde haar wiel.

De Ketele: “Wanneer de koers ontploft, kijkt iedereen naar haar. Als Lotte dan even past, zijn de aanvallers weg.”

Kopecky: “Het wordt elke keer erger. Zeker als je dan na twee mindere openingsnummers moet aanvallen om punten goed te maken. Dat is deels mijn eigen fout.”

Kopecky werd ook genekt door een valpartij plus neutralisatie op 28 ronden van het einde. “Dat is het moment dat de rest begint kapot te zitten, mijn momentum om aan te vallen, maar nu konden ze tijdens die neutralisatie net herstellen.”

Een geldig excuus, maar het maakt haar repetitie voor de Spelen in Parijs niet minder matig.

Het zal beter moeten binnen zes maanden. Kopecky: “Ik ben er nog lang niet. Het is logisch dat ik er conditioneel nog niet boven uitsteek. Het is nog maar januari en ik zit nog volop in opbouw naar de klassiekers.”

Dat geldt ook voor de rest. De tegenstand in Apeldoorn was ook niet geweldig. De nummers één, twee en vier van het recente WK - de Amerikaanse Jennifer Valente, Deense Amalie Dideriksen en Britse Katie Archibald - stonden niet aan de start. De concurrentie was te kloppen, ook door een Kopecky zonder topvorm.

Toch blijven ze bij de Belgische federatie olympisch kalm. “Niet enkel het resultaat telt. Dit is een testevent voor Parijs op elk gebied. We hebben nieuwe tandwielcombinaties en wielen uitgeprobeerd. Die hebben we ook al op training en in de windtunnel getest, maar dit EK was de lakmoesproef”, zegt De Ketele.

In de scratch probeerde Kopecky een groter verzet, maar dat draaide niet zo lekker. Ze reed het omnium met wielen van drie verschillende merken: AeroCoach, Velobike en Mavic. Allen aangekocht door de federatie.

De Ketele: “Lotte rijdt nu met agressievere wielen.”

Voor de leek: die wielen zijn minder log en sturen vinnig. “Over de wielen heb ik geen klachten. Ze waren zeker agressief genoeg. Qua materiaal is de test wel geslaagd”, zegt Kopecky, die - mede door de teleurstelling - nog niet honderd procent zeker is dat ze zaterdag zowel de afvalling als de puntenkoers rijdt.