Staatsveiligheid sloeg al 8 keer alarm over politici sinds begin legislatuur: “Het hoeft niet alleen over mensen van Vlaams Belang te gaan”

Volgens VRT NWS betreffen de acht meldingen nieuwe onderzoeken (sinds oktober 2020). Voor 2021 gaat het om zes gevallen, en voor 2022 en 2023 telkens om één geval.

Francisca Bostyn, administrateur-generaal ad interim bij Staatsveiligheid, wil niet zeggen wie de betrokken politici zijn. Het kan gaan over parlementsleden, ministers en staatssecretarissen, onze Eurocommissaris of (op lokaal niveau) burgemeesters. Binnen de acht dossiers kunnen ook meerdere politici betrokken zijn.

Zo voerde Staatsveiligheid volgens VRT NWS onder meer een onderzoek naar het corruptieschandaal binnen het Europees Parlement, bekend als ‘Qatargate’. “Daarin werd melding gemaakt over twee politici. Vermoedelijk gaat het om Maria Arena en Marc Tarabella, beiden Europarlementsleden voor de PS”, klinkt het.

Vlaams Belang-politicus Frank Creyelman - die ervan verdacht wordt voor een Chinese spion gewerkt te hebben - valt níét onder de definitie die Staatsveiligheid gebruikt van politici. Zijn broer Steven Creyelman, een federaal parlementslid voor Vlaams Belang, wél. De melding uit 2023 zou dus over Steven Creyelman kunnen gaan.

Ook minister Van Tigchelt wilde vanmorgen geen namen noemen, omdat het om geheime informatie gaat. “Het gaat om politieke mandatarissen die gecontacteerd worden door spionnen”, zegt hij. “Dat gebeurt vaak subtiel. Men streelt het ego en de ijdelheid, soms ook de portemonnee. Vaak worden die mensen onwetend betrokken bij spionage en dan moet Staatsveiligheid dat zien te onderscheppen en de nodige maatregelen nemen.”

Soms benadert Staatsveiligheid de politici om hen te waarschuwen dat bepaalde contacten niet onschuldig zijn. “Dat zijn sensibiliseringsbriefings. Staatsveiligheid volgt ook op of daar gevolg aan gegeven wordt.”

Of er ook politici van andere partijen bij betrokken zijn dan Vlaams Belang? “Het hoeft niet alleen over mensen van Vlaams Belang te gaan”, aldus de minister, die daar verder niets over wil zeggen.

Van Tichelt waarschuwt ook dat het risico op buitenlandse inmenging bij de verkiezingen “zeer groot” is. “We hebben het daar al over gehad in de Nationale Veiligheidsraad. Het is geweten dat iemand als Poetin niet alleen fysiek oorlog voert in Oekraïne, maar ook hybride hier bij ons. Hij zet trollen in om complottheorieën te voeden en onze maatschappij te destabiliseren en om extremen te versterken. We kennen de technieken. In de aanloop naar de verkiezingen zal hij proberen de verkiezingsuitslag hier te beïnvloeden, onder meer door de megafoon te zetten op bepaalde boodschappen die de publieke opinie kunnen beïnvloeden.”

Rusland zou ook de systemen van Binnenlandse Zaken kunnen hacken, zegt Van Tichelt. “Maar dat is een techniek die eerder door de Chinezen gebruikt wordt, niet zozeer door de Russen. Het risico is niet onbestaande. Het is wel kleiner dan dat men de verkiezingsuitslag probeert te beïnvloeden. Maar daarvoor hebben we het Centrum voor Cybersecurity. We zetten systemen in om ons daar weerbaar tegen te maken.”

Mensen van de overheid moeten ook op een beveiligde manier met elkaar kunnen communiceren. “Men zet naast spionnen ook apparatuur in om gevoelige informatie te onderscheppen. Justitie heeft ook geïnvesteerd in systemen om onze communicatie te beveiligen. Geen enkel risico is onbestaande”, klinkt het nog.

In de aanloop naar de verkiezingen zal Staatsveiligheid alle politieke partijen ook opnieuw sensibiliseren over de gevaren van inmenging en spionage.