Direct naar artikelinhoud
AnalyseVlaamse regering

Wachtlijsten, wachtlijsten, wachtlijsten. Heeft de regering-Jambon de Vlamingen vooruitgeholpen?

Reizigers raken almaar meer ontgoocheld in De Lijn.Beeld Tessa Kraan

De omstreden hervorming van De Lijn doet de kritiek verder oplaaien dat Jambon I wel een begroting op orde kan voorleggen, maar te weinig gedaan heeft om het dagelijkse leven van de Vlaming te verbeteren. Is die kritiek terecht? De Morgen zoekt het uit voor vijf thema’s.

1. Mobiliteit

“Er werd chaos voorspeld, maar tot spijt van wie het benijdt is die er niet”, zei Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld) deze week over de meer dan 3.200 geschrapte haltes bij De Lijn. Toch stromen de klachten over de aangepaste dienstregeling van het openbaar vervoer volop binnen. Sinds ze werd aangekondigd waren er al meer dan 3.000.

In haar regeerakkoord nam Jambon I zich nochtans voor om het autoverkeer stevig terug te dringen. De Vlaamse regering streefde naar een modal shift, met minder auto’s, meer fietsers en meer openbaar vervoer. Concreet zouden we nog maar 60 procent van onze verplaatsingen met de auto mogen afleggen. In stedelijke gebieden maar 50 procent. Ambitieus.

Intussen blijft het aantal kilometers dat we met de auto afleggen groeien. Volgens de Vlaamse Milieumaatschappij leggen we nog maar een op de drie verplaatsingen van ons woon-werkverkeer duurzaam af. “Als je ziet dat de files rond Antwerpen en Brussel erger zijn dan ooit, merk je dat die modal shift niet gelukt is”, oordeelt professor Dirk Lauwers (UAntwerpen/ UGent). Qua filezwaarte was 2023 een recordjaar.

Ook het openbaar vervoer ligt op apegapen. Terwijl vervoersmaatschappijen in andere landen en regio’s rechtkrabbelen na corona, zijn de reizigers van De Lijn nog altijd niet terug. Oude bussen die uitvallen, bussen die geschrapt worden bij gebrek aan chauffeurs, tram- en metrosporen die tot op de draad versleten zijn: reizigers raken almaar meer ontgoocheld. In 2022 gaf nog maar 62 procent van hen De Lijn een score van minstens 7 op 10.

Meer fietsers, dat is wel gelukt. Het budget voor fietspaden ging fors omhoog. Met ‘Plan Kopenhagen’, een cofinanciering met de gemeenten, werd een jaar geleden nog 412 miljoen euro opgehaald, goed voor 1.000 kilometer fietspad. Er kwamen bruggen, tunnels en fietssnelwegen. Tegelijk werden de regels voor fietspaden aangescherpt, zoals een minimumbreedte van 2 meter. Weliswaar voldoet nog maar een kleine minderheid aan die normen.

Daarmee komen we bij de zogenaamde Vision Zero: de ambitie die minister Peeters deze legislatuur uitsprak om tegen 2050 geen verkeersdoden meer te hebben. Nog zo’n ronkende belofte, die daarna helaas vergeten werd. Een echte doorbraak kwam er niet.

2. Kinderopvang

Met de dood van een zes maanden oude baby in een gewelddadige crèche (2022) barstte de sluimerende crisis in de kinderopvang deze legislatuur in alle hevigheid los. Jarenlang hadden regeringen het aantal plaatsen in de kinderopvang opgedreven zonder daar de nodige centen tegenover te zetten. Het resultaat was een vicieuze cirkel, met een tekort aan plaatsen, lage kwaliteit, een overdaad aan kinderen per begeleider en een leegloop bij het personeel.

Wat heeft Jambon I gedaan om de manke kinderopvang te herstellen? Zelf pakt ze steevast uit met de verhoging van het budget. Vanaf dit jaar investeert Vlaanderen elk jaar 1,1 miljard euro in de kinderopvang, ruim een verdubbeling tegenover 2019. Dat is niet niets. Ook erkende ze recent, onder welzijnminister Hilde Crevits (cd&v), dat het maximumaantal kinderen per begeleider, dat nu acht à negen is, naar omlaag moest. Een belangrijke stap.

De verlaging van deze kindratio gaat wel maar heel geleidelijk. In groepen met baby’s tot twaalf maanden gaan we naar vijf kinderen per begeleider. In Vlaanderen zijn er niet zoveel van die kinderdagverblijven. De meesten gaan tot achttien maanden of drie jaar, en zij vallen buiten deze regeling. Voor hen streven we naar zeven kinderen per begeleider. Wat hoog blijft.

Frappant is dat Vlaanderen dezelfde fout als in het verleden dreigt te maken. Van de vijfduizend extra plaatsen die er bij komen, worden er drieduizend gecreëerd in kinderopvanginitiatieven die weinig subsidies krijgen. De plaatsen moeten vooral goedkoop zijn, niet zozeer kwalitatief. “Het gaat om initiatieven met een slechte cao, waar werknemers amper meer verdienen dan het minimumloon”, zegt professor gezinspedagogiek Michel Vandenbroeck (UGent).

Een kinderdagverblijf. Fundamenteel stapt Vlaanderen af van de belofte dat alle kinderen recht hebben op opvang.Beeld Wouter Van Vooren

Meer fundamenteel stapt Vlaanderen af van de belofte dat alle kinderen recht hebben op opvang. Deze belofte werd tien jaar geleden nochtans expliciet opgenomen in het decreet van de kinderopvang. Nu is die geschrapt. De Vlaamse overheid geeft nu absolute voorrang aan kinderen wier ouders minstens vier vijfde werken. Een controversiële beslissing.

“De nieuwe voorrangsregels zijn rampzalig”, zegt Vandenbroeck. “Studies tonen dat kinderopvang een positief effect heeft op de verdere schoolloopbaan, zeker bij kinderen wier ouders werkloos zijn, kinderen van allochtone afkomst of kinderen die in armoede leven. Net die groep gaan we nu uitsluiten. En dan straks weer klagen over de onderwijsresultaten.”

Eén ding doet Vlaanderen zo wel: de wachtlijst wegwerken. Alleen gebeurt dat dus ook door mensen uit te sluiten. Een techniek die deze regering ook wel op andere domeinen toepast. Denk aan de wachtlijst voor sociale woningen.

3. Onderwijs

Met een dalende onderwijskwaliteit en een aangekondigd lerarentekort stonden de sterren niet erg gunstig voor de volgende minister van Onderwijs na de verkiezingen in 2019. Toch was van bij het begin duidelijk dat N-VA de belangrijke ministerpost wilde claimen: Bart De Wever had van onderwijs de inzet van de Vlaamse verkiezingen gemaakt.

Verwacht werd vooral dat het zou stuiven met de onderwijskoepels, die N-VA meermaals verweet aan ‘pretpedagogie’ te doen. Nog geen half jaar na zijn benoeming brak de pandemie uit, waardoor Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) plots aan hetzelfde zeel trok als die koepels. Samen probeerden ze scholen zo veel mogelijk open te houden. Met succes overigens. Weyts scoorde bij veel mensen met zijn voluntaristische aanpak.

Stuiven zou het later wel, in Weyts’ streven om “de lat hoger te leggen”, zoals hij dat altijd zegt. Het katholiek onderwijs liet de nieuwe minimumdoelen voor het secundair onderwijs - een belangrijk wapen om kwaliteit op te krikken volgens Weyts - vernietigen door de rechter.

Intussen blijft Vlaanderen wegzakken in onderwijsonderzoeken. Behaalde in 2006 nog 7 procent van de Vlaamse tienjarigen een gevorderd niveau voor lezen en 49 procent een hoog niveau, dan was dat in 2021 nog 3 procent en 29 procent. Bijna nergens gingen leerlingen op de PISA-testen voor wiskunde en Nederlands meer achteruit dan in Vlaanderen. Pijnlijk.

Nu, niemand had verwacht dat we plots zouden zijn gestegen in die testen. Onderwijs is een tanker. Die keren duurt jaren. “Het is de verdienste van Weyts dat hij kwaliteit op de agenda heeft gezet”, zegt onderwijsexpert Dirk Van Damme. “Het palmares is ook wel verdienstelijk: de invoering van de Vlaamse toetsen bijvoorbeeld is echt een belangrijke doorbraak.” Die toetsen zullen dit schooljaar voor de eerste keer afgenomen worden.

“Er zijn wel belangrijke beleidsuitdagingen waar het niet gelukt is de kerntaken te vervullen, met name het lerarentekort”, zegt Van Damme. Eind december stonden nog 3.100 vacatures open in het onderwijs volgens arbeidsbemiddelaar VDAB. Een record voor die maand.

Het lerarentekort is een smet op het blazoen van deze en alle voorgaande regeringen. In tegenstelling tot zijn collega’s probeerde Weyts geen groot akkoord met koepels en bonden na te streven om het beroep aantrekkelijker te maken. Liever ging hij voor gerichte ingrepen. Sommige, zoals een hogere anciënniteit voor wie uit privé komt, worden bejubeld. Andere niet.

4. Wonen

Uitpuilende wachtlijsten, ondermaatse kwaliteit van huurwoningen en te veel mensen die een leeuwendeel van hun inkomen aan huur moeten uitgeven. Het zijn enkele van de redenen waarom een rist sociale verenigingen in 2021 een klacht indienden bij de Europese Raad tegen de Vlaamse regering. Tegen mei of begin juni zou er een uitspraak moeten zijn.

Minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) heeft deze ‘Woonzaak’ altijd betreurd. Hij herhaalt graag dat de investeringskredieten voor sociale woningen historisch groot zijn deze regeerperiode: in totaal 4,5 miljard euro. En dat een hervorming van alle spelers op de sociale woonmarkt tot 41 maatschappijen straks geld moet vrijmaken voor de bouw van extra sociale woningen. Wat dat is uiteindelijk waar het schoentje knelt. Op de wachtlijst voor een sociale woning stonden in 2022 nog altijd 176.000 mensen.

“We zijn er misschien niet slechter aan toe dan vijf jaar geleden, maar ook niet beter”, zegt Björn Mallants, directeur van woonmaatschappij Woontrots. “De laatste jaren is er niets gebeurd om de wachtlijst voor een sociale woning écht aan te pakken. Er is nood aan extra middelen, maar bijvoorbeeld ook aan de herinvoering van de ‘sociale last’ - die privéontwikkelaars verplichtte om tussen 10 en 20 procent aan sociale woningen te voorzien in grote verkavelingen. En de regering moet eindelijk de knoop doorhakken over welke gemeenten extra sociale woningen moeten voorzien.”

Sociale woningen in Hoboken, Antwerpen. Op de wachtlijst voor een sociale woning stonden in 2022 nog altijd 176.000 mensen.Beeld Wouter Van Vooren

Veel specialisten vinden dat de focus de afgelopen jaren te veel op misbruiken met sociale woningen lag. Denk aan de omstreden inzet van privédetectives om huurders met eigendommen in het buitenland te betrappen. Die misbruiken aanpakken is goed, maar wanneer je als minister bijna alleen daarover praat, zorg je voor een vertekend beeld, luidt het. Het grootste probleem zijn niet de honderden misbruiken, wel de wachtlijst met vele tienduizenden mensen.

En de hoge investeringskredieten dan? Volgens woonmaatschappijen zijn die niet voordelig genoeg om hen aan het bouwen te krijgen. Mallants: “Met een negatieve rente van 1 procent op een lening raak je niet uit de kosten als je een sociale woning later wil verhuren tegen 350 euro per maand.” Met als gevolg dat de budgetten al jaren niet opgesoupeerd raken.

Aan de onderkant van de private huurmarkt zitten intussen veel mensen die bereid zijn om alles te nemen, ook woningen die niet aan de kwaliteitsnormen voldoen. De huur voor een appartement met twee slaapkamers bedraagt nu al gemiddeld 805 euro per maand.

5. Zorg

Ook in de zorg draait veel om wachtlijsten. Na pijnlijke getuigenissen van mensen met een beperking die jarenlang op zo’n lijst stonden, werd in 2021 de wachttijd bij de groep met de hoogste zorgnoden fors beperkt: van drie jaar naar achttien maanden. Ook het aantal minderjarigen met een persoonlijke-assistentiebudget is tussen 2018 en 2022 verdubbeld.

Mooi, maar de problemen in de zorg voor mensen met een handicap zijn niet weggewerkt. Terwijl de wachttijden voor een zorgbudget voor de groep met de hoogste zorgnoden (prioriteit 1) korter werden, zijn die toegenomen voor de prioriteitengroepen 2 en 3. Momenteel staan zo nog 17.200 mensen op een wachtlijst - sommigen al tien jaar. Opvallend was dan ook het recente rapport van het nieuwe Vlaams Mensenrechteninstituut, waarin het regeringsbeleid voor mensen met een beperking werd veroordeeld.

De ‘actualisering’ van de persoonsvolgende budgetten die minister Crevits doorvoerde, pakte op zijn zachtst gezegd niet goed uit. Door die oefening zagen zo’n 10.000 mensen op de wachtlijst dat hun voorziene budget plots honderden of duizenden euro’s lager zou uitvallen. Vereniging Grip vzw trok naar de Raad van State en kreeg deze week gelijk.

In de ouderenzorg is het beeld gemengd. De regering scoorde goede punten door in 2021 een sociaal akkoord af te sluiten. Dat voorzag in een loonsverhoging en ruimte voor zo’n 3.700 nieuwe voltijdse jobs in de zorg. Dat moest ook wel na 2020, een jaar waarin de zorg overrompeld werd door de pandemie. Tegelijk startte Crevits verschillende initiatieven om het personeelstekort aan te pakken. Zo kunnen mensen die nog niet over het juiste diploma beschikken, via korte opleidingen van maximaal anderhalf jaar meteen aan de slag.

Toch blijft het in heel wat woon-zorgcentra behelpen. Onlangs moest een woon-zorgcentrum in Willebroek een afdeling sluiten wegens personeelstekort. Bovendien zitten heel wat centra zo goed als vol en zijn de wachtlijsten in sommige regio’s terug van weggeweest.

Terwijl er deze legislatuur heel wat verhalen opdoken over wantoestanden in de woon-zorgcentra, staat ook de betaalbaarheid van de ouderenzorg steeds meer onder druk. Een kamer kost er vandaag vaak het dubbele van het nettopensioen.

Een woon-zorgcentrum in Jette. Een kamer kost vandaag vaak het dubbele van het nettopensioen.Beeld Wouter Van Vooren