Om meteen met de deur in huis te vallen: Blue Monday is een verzinsel, in het leven geroepen door de Britse psycholoog Cliff Arnall. Die stelde een formule op die de derde maandag van januari als de meest depressieve dag van het jaar aanwees. Hij maakte die formule niet eens zelf, dat deed een reclamebureau in opdracht van de Britse televisiezender Sky Travel. Arnall werd betaald om zijn naam aan het concept Blue Monday te verbinden, want wie zich blue voelt, gaat dromen van vakantie en dat is voor de toeristische industrie geen slechte zaak.

Maar laat je vooral geen ongeluksgevoel aanpraten, want januari, hoe donker en grauw ook, heeft geen enkele invloed op hoe gelukkig je bent. De verschillen in hoe gelukkig iemand is, worden volgens experts voor vijftig procent bepaald door genen en voor tien procent door omstandigheden. Dat betekent dat veertig procent tussen onze oren zit en te maken heeft met hoe we in het leven staan. Wie angstig of perfectionistisch is, of wie slecht zijn gevoelens kan uiten, heeft het doorgaans moeilijker om gelukkig te zijn. Al kunnen we deze levenshouding, die doorgaans aangeleerd is, ook weer afleren.

Het leven is niet leuk

Een deel van gelukkig zijn ligt ook in het aanvaarden dat het leven niet altijd leuk is. Omring je vooral niet met klagers en pessimisten, want die negatieve houding werkt besmettelijk. Maar het omgekeerde geldt ook: wie zich omringt met positieve mensen, staat ook positiever in het leven.

Wie zich dus laat wijsmaken dat hij op Blue Monday of in januari ongelukkig hoort te zijn, heeft een grotere kans het ook effectief te worden. De oplossing zit niet in een reisje naar de zon, maar in een positieve levenshouding.

LEES OOK. Na ‘Blue Monday’ 30 dagen zonder klagen: opvallende campagne van Isabelle uit Kontich