Direct naar artikelinhoud
AchtergrondPolitiek

‘Er werd 24,8 procent aan vennootschapsbelasting betaald’: waarom neemt PVDA Colruyt dan onder vuur?

Een klant rekent af bij de Colruyt.Beeld ID/ Tim Dirven

Na AB Inbev en de grootbanken heeft PVDA het nu ook gemunt op Colruyt. Heeft Raoul Hedebouw een punt, of is het familiebedrijf het slachtoffer van creatieve communistische wiskunde?

‘Nul komma een beetje.” De kracht van de oneliner moet niemand PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw nog leren. Afgelopen weekend was het supermarktketen Colruyt die het gelag moest betalen. PVDA had de jaarrekening van het bedrijf uitgeplozen en stelde vast dat op zo’n 1,8 miljard euro winst amper 5 miljoen euro belasting betaald was. Omgekeerd 0,27 procent. Gefundenes Fressen voor de uiterst linkse partij. “Als we in Colruyt inkopen gaan doen, betalen we meer btw dan dat Colruyt belastingen betaalt”, aldus Hedebouw.

Maar zijn rekensommetje bleef niet lang overeind. Colruyt kwam algauw met een statement dat het een pak meer belastingen betaalt. “Zoals blijkt uit de jaarrekening over het boekjaar 2022/23, werd er over een groepswinst van 250,9 miljoen euro circa 62,2 miljoen euro aan vennootschapsbelasting betaald, wat neerkomt op circa 24,8 procent.” Tel daar nog andere afdrachten bij zoals allerhande loonkosten, en je komt volgens Colruyt uit op bijna 47 procent van de “in België gegenereerde netto toegevoegde waarde”.

Wie heeft gelijk? Toch vooral Colruyt. PVDA haalde zijn cijfers uit de jaarrekening van een deel van de Colruyt Group. Maar deze groep bestaat uit een overkoepelende holding en een reeks dochterondernemingen. Het fairste is daarom om de cijfers van het bedrijf als geheel te bekijken, de zogenaamde geconsolideerde jaarrekening. En daarin betaalt Colruyt inderdaad bijna 25 procent vennootschapsbelasting.

PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw.Beeld BELGA

Ongelukkige uitschuiver?

Een ongelukkige uitschuiver van Hedebouw? Geenszins. Politiek directeur David Pestieau hield achteraf voet bij stuk op X, het voormalige Twitter. Het is ook niet de eerste keer dat PVDA een economische bocht afsnijdt om het punt te maken dat de rijken te weinig belastingen betalen. Jarenlang maakte PVDA een top 50 van bedrijven die amper iets van hun winst afdragen – meestal een paar procenten volgens de partij. Maar die berekeningen waren steevast in hetzelfde bedje ziek als de berekening over Colruyt.

Maandag was het alweer van dat. Op X greep Peter Mertens, oud-voorzitter van de PVDA, een studie van Oxfam aan om te beschrijven hoe rijk de allerrijksten zijn. “Stel je voor: je wordt wakker en er staat 336 miljoen dollar extra op je bankrekening. Dat is wat sinds 2020 dag na dag gebeurde bij Elon Musk, Bernard Arnault, Jeff Bezos, Larry Ellison en Warren Buffett.” Ook dat klopte niet: hun vermogen groeide omdat de waarde van hun aandelen steeg, maar dat geld staat niet elke dag op hun bankrekening.

De superrijken der aarde zijn wel vaker het mikpunt van de PVDA, samen met de grootbanken en multinationals als AB Inbev. Colruyt is een nieuwkomer in het repertoire. De vraag is of PVDA daarmee niet op de verkeerde vijand schiet. Het familiebedrijf is wel actief in Frankrijk, maar is bezwaarlijk een multinational te noemen. Colruyt staat ook allesbehalve bekend als een bedrijf dat er de kantjes van afloopt en enkel denkt aan de eigen winst.

De kleine man

Dinsdag trekt Vlaams minister van Inburgering en Gelijke Kansen Gwendolyn Rutten (Open Vld) bijvoorbeeld naar een filiaal van de groep, als steun voor de manier waarop Colruyt mensen met een migratieachtergrond aan een job helpt. “Dankzij Nederlandse lessen en opleidingen op de werkvloer, slaagt Colruyt Group erin om nieuwkomers snel én duurzaam aan de slag te helpen. Een model dat minister Rutten wil overnemen in het Vlaamse inburgeringsbeleid”, klinkt het.

Bovendien is het moeilijk hard te maken dat Colruyt niet geeft om de kleine man waar PVDA zo voor strijdt. Integendeel, de groep probeert net hard de sympathie van de kleine man te wekken. De supermarkten zijn net zo spartaans ingekleed om de prijzen te kunnen drukken: hoe minder inkleding, hoe lager de prijzen voor de consument. Een halve eeuw geleden introduceerde het bedrijf haar befaamde ‘laagsteprijsgarantie’. “We zullen altijd worden uitgedaagd op dat bedrijfsmodel, maar we zullen er ons aan houden. Dat is ons engagement aan de klanten”, beloofde pater familias Jef Colruyt recent nog in het financieel-economische weekblad Trends.