Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVoeding en gezondheid

Is vegan eten echt zoveel beter? De wetenschap achter de Netflix-docu ‘You Are What You Eat’ gefileerd

Tweeling John en Jevon in 'You Are What You Eat'.Beeld Courtesy of Netflix

Een vegan voedingspatroon is beter voor het hart, blijkt uit tweelingenonderzoek dat de basis vormt voor een nieuwe Netflix-reeks. Hoe zit dat juist, en is hiermee nu bewezen dat u vlees beter links laat liggen?

“It’s not the genes, it’s the greens”, vat één van de wetenschappers in de nieuwe Netflix-documentaire You are what you eat de essentie samen van het bijzondere experiment waarop de vierdelige reeks is gebaseerd. Wetenschappers aan de Amerikaanse Stanford University verdeelden 22 paren identieke tweelingen in twee groepen: de ene helft kreeg acht weken een vegan dieet voorgeschoteld, de andere helft een ‘gezond’ omnivoor dieet. Mét dierlijke producten dus, maar niet in de excessieve hoeveelheden die de doorsnee Amerikaan naar binnen werkt.

Identieke tweelingen onderzoeken is niet alleen erg mediageniek, het is ook nuttig om de impact van genen op gezondheid te neutraliseren. Doordat identieke tweelingen dezelfde genen hebben, en doorgaans in dezelfde omstandigheden zijn opgegroeid, is de kans groter dat de verschillen die je meet bij dit soort voedingsonderzoek daadwerkelijk te wijten zijn aan wat ze eten.

Spoileralert: de vegans zijn na acht weken beter af. Aangezien de serie is gesponsord door de Vogt Foundation, die tot doel heeft plantaardige voeding te promoten en dieren te beschermen, zou het tegendeel verbazen. De organisatie financierde ook mee de studie waarop de serie is gebaseerd, en die onlangs in het vakblad Journal of the American Medical Association werd gepubliceerd.

Gezondheidswinst

Om het effect van een vegan dieet te onderzoeken kijken de wetenschappers in de eerste plaats naar hun LDL-cholesterol, de zogenoemde ‘slechte’ cholesterol, die het risico op hart- en vaatziekten verhoogt. De LDL is in de vegan groep na acht weken gedaald van 110,7 milligram per deciliter bloed tot 95,5 mg/dl. Bij de omnivoren blijft die nagenoeg constant (118,5 mg/dl bij aanvang, 116,1 mg/dl op het einde).

“Dit zijn geen verwonderlijke resultaten”, zegt voedingsdeskundige Christophe Matthys (KU Leuven). “We weten al lang dat verzadigde vetten (die vooral in dierlijke producten zitten, red.) de LDL-cholesterol doen stijgen, en het dieet van de omnivore groep bevat meer van die verzadigde vetten.” De Nederlandse voedingsexpert Martijn Katan (Vrije Universiteit Amsterdam) vindt het “vreemd dat ze zo’n dure en arbeidsintensieve studie doen voor iets dat al lang bekend is.”

Hoeveel gezondheidswinst levert die cholesteroldaling op? Hoe lager de LDL-cholesterol, hoe beter. Maar niet elke daling van de cholesterol vertaalt zich in een even grote daling van het risico op hart- en vaatziekten, merkt voedingsdeskundige Patrick Mullie (Gezondheid & Wetenschap) op. “Een daling van hoog naar laag, bij mensen die al een verhoogd risico lopen doordat ze bijvoorbeeld roken of obees zijn, is belangrijker dan een daling van relatief laag naar nog lager bij gezonde mensen, zoals hier het geval is.”

De proefpersonen mochten zoveel eten als ze wilden. De vegans vielen tijdens de studie ongeveer anderhalve kilogram af. De omnivoren niet. Dat kan de betere cholesterolwaarden mee verklaren en is op zich ook weinig verbazingwekkend. “Een plantaardige voeding is doorgaans minder energiedens, waardoor je meer kan eten en toch minder calorieën binnenkrijgt”, zegt Matthys.

Neerdalende varkensmest

Op zich is het experiment vrij simpel. Dat de makers daar een vierdelige reeks weten uit te puren, komt vooral doordat het de helft van de tijd over iets anders gaat, namelijk de uitwassen van de industriële veehouderij en visvangst. Terwijl de deelnemers hun al dan niet plantaardige kip wegkauwen en bloed laten trekken, gaan stukken regenwoud tegen de vlakte en worstelt een zeeschildpad met een visnet. Een moeder getuigt hoe haar spelende kinderen binnenkwamen voor wat een regenbui leek, maar bij nader inzien door het naburige varkensbedrijf over velden gespoten mest bleek te zijn. Een tot inkeer gekomen kippenboer gunt ons een kijkje in zijn stal, waar de plofkippen – ‘druiven op tandenstokers’ – door hun poten zakken.

Personal trainer Nimai Delgado, met bicepsen als Amerikaanse voetballen, staat de proefpersonen bij en moet vooral illustreren dat je geen vlees nodig hebt om sterk te zijn. Een punt dat de Netflix-docu The Game Changers, vol glimmende en op planten bij elkaar getrainde spiermassa, eerder al maakte. “De boodschap dat mensen meer plantaardig moeten eten, en dat je ook zonder vlees gezond kan zijn, is waardevol”, vindt Matthys. “Maar dit onderzoek leert ons verder weinig nieuws.”

Het onderzoek ligt in lijn met eerdere studies, die aantonen dat een overwegend plantaardig voedingspatroon gezondheidsvoordelen biedt. Maar moet je – wanneer het je niet zozeer om dierenwelzijn of het milieu te doen is, maar louter om je gezondheid – dierlijke producten daarom volledig mijden? “Je kunt eenzelfde cholesterolverlaging ook bereiken met voeding met bescheiden hoeveelheden dierlijke producten, en waarbij je zo veel mogelijk gezonde, onverzadigde vetten consumeert, en zo weinig mogelijk verzadigde”, zegt Katan.

Mullie wijst erop dat het bewijs voor de gezondheidsvoordelen van een volledig plantaardige voeding veel minder overtuigend is dan het bewijs voor de nadelen van te veel vlees. “Een voedingspatroon met helemaal geen vlees of met kleine hoeveelheden vlees maakt voor je gezondheid weinig verschil”, besluit hij. “Maar natuurlijk wel voor het dier.”