Direct naar artikelinhoud
InterviewInca Garnica (33)

‘Als iemand vraagt wat ik doe en ik antwoord dat ik huismoeder ben, krijg ik vaak te horen: ‘Ah, oké. En wat doe je daarnaast?’ Hoezo, daarnáást?’

‘Als iemand vraagt wat ik doe en ik antwoord dat ik huismoeder ben, krijg ik vaak te horen: ‘Ah, oké. En wat doe je daarnaast?’ Hoezo, daarnáást?’
Beeld Guy Kokken

Toen Casco in 2019 verscheen, zag Boudy Verleye (31) aka Brihang het leven nog als een grote ruwbouw, in te richten naar smaak. Vier jaar later, een huwelijk met beeldend kunstenares Inca Garnica (33), twee kinderen en zes MIA-nominaties later lijkt de inrichting compleet. En toch: Brihang zit met vragen. Op Droomvoeding worstelt hij openlijk met zichzelf, zijn relatie en het vaderschap. Maar worstelen doe je met z’n tweeën, zegt Inca: ‘Ik heb mijn hele leven op pauze gezet voor het fulltime moederschap, dus als we in een patstelling belanden, wil ik de knoop doorhakken.’

“Oké, ik heb zijn muts. Pampers. Melk. En z’n boeksje. Nog iets?” Boudy Verleye drentelt door het appartement in Schaarbeek, waar ze nu vier jaar wonen. Hun zes maanden oude zoontje Lalo staart ons gefascineerd aan vanuit de draagzak. Het broertje van de 3-jarige dochter Inti heeft een afspraak bij de dokter, maar zijn vader blijft nog even door de flat dolen.

Inca Garnica (lacht): “Boudy heeft meer stress voor dit interview dan ik.”

Boudy Verleye: “Ja, Inca heeft weinig filters. Je zult zéér eerlijke antwoorden krijgen.”

Net zoals jij op Droomvoeding het achterste van je tong liet zien.

Verleye: “Daar heb je misschien een punt. Toen ik haar Droomvoeding voor de eerste keer liet horen, zei ze: ‘Wow, je vertelt echt álles.’”

Garnica: “Boudy is altijd eerlijk, maar als hij er geen zin in heeft, is hij beknopt eerlijk. Ik heb op die plaat een paar dingen gehoord waarvan ik dacht: daar moeten we het toch eens over hebben (lacht).”

Laten we maar met een onschuldig binnenkoppertje beginnen: hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

Garnica: “In het atelier van LUCA in Gent. Hij volgde er beeldhouwen, ik mixed media. Hij was me meteen opgevallen. Hij straalde iets uit wat me erg aantrok. (Tot Brihang) Wat was jouw eerste indruk van mij? ‘Wie is die rare?’”

Verleye: “Ik herinner me nog hoe je kordaat door het atelier beende, met je wijde broek en twee neuspiercings. Je was anders dan de rest. Dat wil toch iets zeggen op een kunstschool, waar iedereen al anders is. Ik had ook vrij snel door dat je interesse had in mij: je draait nooit rond de pot. En niet veel later stond ik op een feestje in de White Cat in Gent wat ongemakkelijk te dansen, toen je plots uit het niets opdook, ‘Ik vind u heet!’ in mijn oor fluisterde en weer in de massa verdween.”

Garnica: “Als ik nieuwsgierig ben naar een man, kan ik snel handelen. En ik was zéér nieuwsgierig naar Boudy.”

In november waren jullie tien jaar samen. Hebben jullie dat uitgebreid gevierd?

Garnica: “Nee. Maar dat halen we nog wel in. Ook ons huwelijk hebben we door corona noodgedwongen kleinschalig gehouden. Als de kinderen wat ouder zijn, zullen we een groot feest geven, maar sinds zij er zijn, is het gedaan met feesten. Eigenlijk ligt dat vooral aan mij: ik heb een overontwikkeld verantwoordelijkheidsgevoel, ik kan ze moeilijk loslaten. Boudy slaagt daar beter in.”

Verleye: “Ik heb er meer nood aan dan Inca. Het is te zeggen: Inca heeft er óók nood aan, maar ze denkt dat ze de kinderen tekort zou doen door aan zichzelf te denken. Terwijl je jezelf soms op de eerste plaats moet kunnen zetten.”

Garnica: “Héél veel is er in dat opzicht niet veranderd. Vóór de kinderen er waren, stond Brihang op de eerste plaats (lachje).”

Hadden jullie vooraf afgesproken dat jij de zorg voor de kinderen op jou zou nemen?

Garnica: “Zoiets. Na de geboorte van Inti voelde ik al snel dat ik het liefst gewoon thuis wilde blijven om voor haar te zorgen. Het is een privilege dat we die keuze hebben kunnen maken en dat we met één inkomen rondkomen.”

Verleye: “Ik besef goed hoeveel jij op je schouders neemt, en hoe je hele leven in teken van de kinderen staat. Daardoor blijft er weinig ruimte over voor jezelf, en voor ons, maar we weten gelukkig ook dat we er gewoon even door moeten. ‘Als de kinderen wat ouder zijn, kunnen wij weer jonger worden’, zei je onlangs.”

Garnica: “Jonger én wijzer. Dat lijkt me een mooi vooruitzicht.”

WOEST EN SENSUEEL

Was je een liefhebber van hiphop vóór je Boudy leerde kennen?

Garnica: “Ik ging geregeld met mijn zus naar hiphopfeestjes in Dendermonde, waar ik ben opgegroeid.”

Maar was je ook te vinden voor poëtische hiphop met een West-Vlaamse tongval?

Verleye: “Toen we elkaar pas kenden, zei ze: ‘Die songs van jou? Wow! Echt goed.’ Ze wilde me versieren, hè.”

Garnica (lacht): “Eigenlijk deed je muziek me niet zoveel. Sorry! Ik word graag al bij de eerste noten omvergeblazen, en dat deden je nummers minder. Máár: toen ik je in de videoclip van ‘Lichaam’ zag: damn! Zo sierlijk. Je had iets woests en sensueels tegelijk. Dat trok me erg aan.”

Verleye: “Inca luistert gewoon op een andere manier naar muziek. Ik concentreer me op lyrics en beats, maar als ik haar een nieuw nummer laat horen, luistert ze naar alles, behalve naar de tekst. Als ik feedback wil, weet ik nu dat ik beter de tekst print en die aan haar voorleg. Voor haar moet vooral de vibe juist zitten en moet ik in de maat rappen.”

Garnica: “Ik heb een achtergrond bij de fanfare, de cadans moet kloppen (lacht). Songteksten zijn voor mij vaak ondergeschikt, terwijl Boudy’s kracht net in zijn woorden zit. De puurheid van zijn teksten pik ik vaak pas na een paar luisterbeurten op. En voor alle duidelijkheid: Droomvoeding vind ik een heel sterke plaat. Zowel muzikaal als inhoudelijk. Hij heeft het nog nooit zó dicht bij zichzelf gezocht.”

Voor Boudy de poëzie omarmde, rapte hij over weed roken met de boys. Als ik het goed heb, heb jij die tijd dus gemist?

Garnica: “Hij zat gelukkig al in een zachtere fase toen ik hem leerde kennen. Ik kwam net uit een woelige periode en enkele kortere relaties. Boudy was de eerste die mij bij zich kon houden, die me ervan kon overtuigen dat twee mensen voor altijd samen kunnen blijven. Ik heb echt lang gedacht: ik maak een kind bij een man en dan verlaat ik hem. Ik red me wel.”

Hoe ben je zo tegen het leven gaan aankijken?

Garnica: “Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 6 jaar was en mijn moeder heeft er vaak alleen voor gestaan. Ik heb toen meegekregen dat zelfredzaamheid van het grootste belang is. ‘Je mag niemand nodig hebben in het leven. Het lukt je in je eentje ook wel’, zei mijn moeder meer dan eens.

“Ik heb pas recent in een gesprek met mijn zus beseft: ik heb Boudy nodig. Echt nodig. De tranen rolden over mijn wangen toen ik dat zei. Ik. Heb. Iemand. Nodig. En dat mag gewoon.”

Waarin onderscheidde Boudy zich van je vorige partners?

Garnica: “Hij geeft me rust. Ik word snel jaloers of onzeker, en dan ga ik in overdrive. Tijdens een heftige ruzie zeg ik dan: ‘Het is uit tussen ons!’ En ik overloop heel praktisch: hoe pakken we de breuk aan? Wat met de kinderen? Waar vind ik een job? Maar dan neemt hij me vast, hij kijkt me diep in de ogen en zegt: ‘Maar Inca, ik zie je gewoon graag!’ Dat is het enige wat ik op dat moment wil horen. Boudy is de stabiele factor in onze relatie.”

Wat vindt hij bij jou, denk je?

Garnica: “Ik haal hem uit zijn hoofd: hij heeft het nodig dat er af en toe iemand aan de boom schudt. Als er problemen zijn, keert Boudy zich in zichzelf. Dat lijkt daarna wel over te waaien, maar ik ben ervan overtuigd dat dat in je lichaam blijft hangen. Dus dring ik aan: ‘Er scheelt iets, Boudy. Ik zie het. Zeg het nu gewoon!’ Desnoods lok ik zelfs ruzie uit, omdat hij dan makkelijker zijn emoties toont.”

Verleye: “Ik laat iets vaak sudderen, maar Inca zal altijd aan de alarmbel trekken. En ik ben blij dat ze dat doet.”

Je zus Maika is ook beeldend kunstenaar, en je broer Yalik heeft meegewerkt aan een performance van jou en Maika. Dropen de verf en de klei van de muren in het ouderlijke huis?

Garnica: “Maika maakt heel mooie geluidsobjecten in keramiek en geeft daar haast magische performances mee, Yalik werkt als psycholoog in de pleegzorg. Hij was één keer fotograaf tijdens zo’n performance. We komen uit een heel gewoon gezin – mijn vader werkt in de bouw, mijn moeder in de bijzondere jeugdzorg – maar mijn moeder heeft ons wel de vrijheid gegeven om uit te zoeken waar we goed in zijn. Ik was geen uitblinker op school, behalve in plastische en muzikale opvoeding, en lichamelijke opvoeding – alle vakken met een o op het einde (lacht). Ze vroeg zich af of een sport- of een kunstrichting niks voor mij zou zijn. Ik ben haar daar enorm dankbaar voor: zonder dat zetje was ik wellicht nooit in Sint-Lukas in Brussel beland.”

‘Ik word snel jaloers of onzeker, en dan ga ik in overdrive. Tijdens een heftige ruzie zeg ik dan: ‘Het is uit tussen ons!’ En ik overloop heel praktisch: hoe pakken we de breuk aan? Wat met de kinderen? Waar vind ik een job?’Beeld Guy Kokken

Je vader is afkomstig uit Bolivia. Je moeder leerde hem daar tijdens een uitwisselingsproject kennen.

Garnica (knikt): “Niet veel later is hij haar naar België gevolgd en zijn ze getrouwd. Nu woont hij al een tijd in Zwitserland.”

Heb je nog een goede band met hem?

Garnica: “Ik zie hem niet zo vaak. Maar als ik hem morgen bel omdat ik een probleem heb, springt hij meteen in de wagen en staat hij hier ’s avonds voor de deur. In mijn puberteit ben ik wel heel kwaad geweest op hem, maar nu snap ik waarom hij heeft gedaan wat hij heeft gedaan. Dat ik zelf moeder ben, heeft daar ook mee te maken.”

In 2018 nam je Boudy mee naar Bolivia, maar daar had je wel wat overredingskracht voor nodig.

Garnica: “Ik had hem al enkele keren gezegd dat ik mijn masterproef voor de École de Recherche Graphique in Brussel graag in Bolivia wilde maken. ‘Oké, dan moet je dat vooral doen,’ zei hij telkens, ‘maar ik ga niet mee, hè.’ Tot hij plots toch van mening veranderde. Het helpt als je het zaadje tijdig plant en geduldig wacht tot het ontkiemt: een plannetje moet eerst in zijn hoofd marineren voor hij erin kan meegaan.”

Jij wilde ginder de Tinku-dans vastleggen, een gewelddadige gevechtsdans van de Quichua-indianen. Er moet bloed vloeien voor Moeder Natuur, zodat ze voor een goede oogst zal zorgen.

Garnica: “Als vuurdoop kon dat tellen voor Boudy, maar ik denk dat hij wel van die reis genoten heeft. Dat Tinku-ritueel is ook heel mooi. Het draait om vruchtbaarheid en verbondenheid met de natuur. Die wilde, ongerepte natuur is het enige wat ik in Brussel mis. Ik voel graag de grond onder mijn voeten, en driehoog in Schaarbeek is dat moeilijk. Als we hier ooit verhuizen, wil ik een tuintje.”

Jij nam ook het voortouw om van Gent naar Brussel te verhuizen.

Garnica: “Ik wilde na onze opleiding in Gent terug naar Brussel. Ik hou van de vibe, maar Boudy twijfelde. Dus kwam ik hier wonen om mijn masterjaar af te werken. Na een jaar pendelen is hij ook gevallen voor de charme van Brussel.”

Hij hoopte dat Brussel hem wat harder zou maken. Is dat ook gebeurd?

Garnica: “Ik denk het wel. De stad heeft hem met zijn neus op de realiteit gedrukt. In Knokke leven ze niet los van de wereld, hè (Brihang is in Knokke geboren, red.). Maar alles wat je daar in Het journaal ziet, gebeurt hier voor je neus.”

Zijn geduld met de hoofdstad raakt wel op. Deel jij zijn frustratie?

Garnica: “Boudy is soms echt klaar met Brussel. Ik voel nog steeds veel liefde voor de stad, maar ik snap het wel. Zo is hij zeer gevoelig voor geluid: we hebben de ramen vernieuwd om het geluid van de tram buiten te houden, maar je hoort die nog altijd. En na elke show eindeloos rondrijden op zoek naar een parkeerplaats is ook geen pretje. Ik filter alles gewoon beter dan Boudy: wie hier woont, moet veel kunnen verdragen, of het wordt snel te heftig. Daartegenover staat dat je hier wel veel vrijheid geniet.”

Voor het Brugse kunstenfestival Konvooi heb je vorig jaar een collectie keramische zwangerschapsbeeldjes gemaakt, en je liet audiofragmenten horen over helende ervaringen die hadden plaatsgevonden tussen je eerste en je tweede zwangerschap. Welke ervaringen waren dat?

Garnica: “Ik had een ronde sokkel gemaakt waarop zeventig zwangerschapspoppetjes stonden, en bezoekers mochten die meenemen. Ze zijn geïnspireerd op de prehistorische Venusfiguren en op de miniatuurtjes die je in Bolivia kunt kopen tijdens sommige feesten. Je kunt die dan wegschenken in een ritueel en er een wens aan toevoegen. Bij die installatie hoorde ook een geluidsopname waarin ik vertelde over enkele transformerende momenten na de geboorte van Inti, zoals de ademsessies die ik heb gevolgd. Ik heb lang geaarzeld voor ik daaraan wilde beginnen, want je weet nooit wat er in zo’n sessie naar boven kan komen. Ik had er een paar nodig voor ik me kon openstellen, en toen slaakte ik een oerschreeuw.”

Wat was er precies losgekomen?

Garnica: “Weet je, het moederschap was een harde confrontatie met mezelf. Dat is niet onlogisch: plots is daar dat wezentje dat jou een spiegel voorhoudt. Ik besefte dat ik nog dingen van vroeger meezeul die ik liever niet aan mijn kinderen doorgeef. Je kunt dat nooit helemaal vermijden, maar ik moet het op zijn minst proberen. Wellicht is dat een levenslang proces.”

Heb je nog tijd voor voor artistieke projecten?

Garnica: “Mijn kinderen opvoeden is nu mijn grootste ambitie. Maar als er weer wat ruimte komt, wil ik wel opnieuw aan de slag als kunstenaar. Intussen volg ik een opleiding als shiatsu-therapeut (Japanse acupressuur, red.).

“Het lastigste is dat de meeste mensen niet inzien hoeveel werk ik verzet. Als iemand me vraagt wat ik doe en ik antwoord dat ik huismoeder ben, dan krijg ik heel vaak te horen: ‘Ah, oké. En wat doe je daarnaast?’ ‘Hoezo, daarnáást? Ik heb twee jonge kinderen, ik heb helemaal geen tijd om er nog iets bij te nemen.’ En dan valt het gesprek abrupt stil (lacht).”

Vind je dat huismoeders te weinig krediet krijgen?

Garnica: “Véél te weinig. Let wel, Boudy is me zeer dankbaar en hij zegt dat ook geregeld. Maar hij vergeet makkelijk hoevéél tijd en moeite het opvoeden en het huishouden me kosten. Als ik bij grote uitzondering eens een dagje met mijn zus wegga, is hij zéér blij als ik thuiskom (lachje).”

‘Reizen doet onze relatie altijd deugd, zelfs al zijn we ook daar vooral met de kinderen bezig. We merken dat we dan weer dichter bij elkaar komen.’Beeld Guy Kokken

GEKKE VROUW

‘Als ik mijn nummers aan mijn vrouw laat horen, kijkt ze weleens verrast op’, zei Brihang eerder in Humo. Rapt hij makkelijker over zijn gevoelens dan hij erover praat?

Garnica: “O, ja. Het lijkt alsof die beat hem in een stream of consciousness brengt: het ritme helpt hem om zijn onderbewustzijn aan te spreken. En dan borrelen er soms dingen op die hem zelf verbazen, zoals op Droomvoeding. Dingen die ook mij verbaasd hebben. We moeten dat gesprek dringend eens voeren, maar sinds Inti en Lalo er zijn, is dat lastiger. Op het einde van de dag hebben we niet altijd nog energie voor elkaar over, laat staan dat we nog fut hebben om naar de diepere betekenis van zijn teksten te zoeken. Ik denk dat hij zelf niet altijd weet waarom hij iets rapt.”

Kun je een voorbeeld geven?

Garnica: “Op ‘Later is nu’ klinkt het: ‘Ik vecht met het monster van erkenning.’ Toen ik dat hoorde, dacht ik: shit, welke erkenning precies? Heb je vroeger te weinig erkenning gekregen? En heb je die aandacht en die erkenning nodig omdat ik je die te weinig kan geven? Ik heb nu eenmaal het gevoel dat ik er in deze fase van ons leven niet genoeg voor hem ben.”

Voor zijn vorige plaat Casco kreeg hij in 2020 zes MIA-nominaties, net zoals voor Droomvoeding nu, maar hij kon er geen enkele verzilveren. Heeft dat een rol gespeeld?

Garnica: “Ik denk dat het hem meer deed dan hij liet uitschijnen. Maar ik weet ook dat hij zoiets wel kan plaatsen.”

Op ‘Later is nu’ vraagt hij zich ook af: ‘Ben ik nog wel wie ik wil zijn?’

Garnica: “Dáár had ik dus ook vragen over (lacht). Hij klinkt niet als iemand die in het reine is met zichzelf, toch? In een eerdere versie was die tekstregel zelfs een statement: ‘Ik ben niet meer wie ik wil zijn.’ Dat lijkt wel in steen gebeiteld. Als een vraag geformuleerd klinkt het toch hoopvoller, dat nummer is zo al zwaar genoeg. Nu goed, iedereen vraagt zich dat weleens af, nee? Lijk ik nog genoeg op de wat gekke, energieke vrouw die Boudy destijds op de kunstschool leerde kennen, bijvoorbeeld.”

In ‘Accepteren’ voert hij een conversatie met zijn tien jaar jongere zelf. Die plaatst wel enkele vraagtekens bij zijn gekozen levenspad. Zou jouw tien jaar jongere zelf dat ook doen?

Garnica: “Na de geboorte van Inti stelde ik vast dat ik de vrouw die ik was vóór ik Boudy leerde kennen, compleet had afgeschreven. Die jonge Inca was niet altijd eerlijk, ze ging hard over haar eigen grenzen en die van anderen. Maar stilaan heb ik geleerd haar weer liefdevol te omarmen: ze was verre van perfect, maar ze had ook mooie kanten.

“Toen ik moeder werd, heb ik een tijdlang niet naar mezelf in de spiegel kunnen kijken. Nu lukt me dat almaar beter, omdat ik die jonge, speelse en vrijgevochten versie van mezelf weer zie.”

‘Soms zou het makkelijker zijn zonder jou’, verzucht Boudy in datzelfde nummer over Inti. Sommigen struikelden over die zin, maar veel jonge ouders hebben ongetwijfeld ooit dezelfde bedenking gemaakt.

Garnica: “Zijn moeder vond dat hij dat zinnetje eruit moest halen, maar zijn vader gaf schoorvoetend toe dat hij dat destijds zelf weleens gedacht heeft. Ik vind het heel mooi dat Boudy daar zo eerlijk over was. Hij verontschuldigt zich op de hoes trouwens bij Inti: ‘Ik hoop dat je dat ene zinnetje kunt plaatsen in een groter geheel, in mijn zoektocht naar wat jij voor mij betekent. Ik zie je graag. Onvoorwaardelijk.’”

Voor een nummer dat ‘Accepteren’ heet, klinkt er best veel defaitisme in door.

Garnica: “We zijn op dit moment gewoon heel zoekend. Ouderschap verandert je, op een moment dat je vaak zelf nog niet helemaal weet wie je bent. Plots komen er kanten van je partner aan het licht die je misschien nog niet had gezien. Je moet elkaar in zekere zin opnieuw leren kennen. Begin daar maar eens aan, als je ook voor je kind moet zorgen.

“We zijn allebei ook anders opgevoed, waardoor we geregeld botsen over de opvoeding van Inti en Lalo. Dan durf ik op tafel te kloppen en een veto stellen. Ik ben er nog altijd niet uit of dat fair is. Maar ik heb mijn hele leven op pauze gezet voor het fulltime moederschap, dus als we in een patstelling belanden, wil ik de knoop doorhakken. Hij gaat niet altijd akkoord, maar hij legt zich er meestal wel bij neer. En ik ben hem daar superdankbaar voor.”

Hij werkt graag met veldopnames in zijn songs, stiekem opgenomen tranches de vie. Op ‘Accepteren’, bijvoorbeeld, laat hij Inti halverwege vertederend inbreken. Op de vorige plaat was jij vaak te horen. Ben je intussen permanent op je hoede?

Garnica: “Ik ben er zeer alert voor geworden: als hij weer eens vreemde vragen begint te stellen, weet ik dat hij naar een soundbite hengelt. Maar soms, zoals in de opname die hij voor ‘Rommel’ heeft gebruikt, heb ik het echt niet door. Ik vind het ook niet vervelend, hooguit confronterend om mezelf achteraf in zo’n eerlijke vorm te horen. Maar dat is niet slecht: in mijn eigen performances probeer ik ook heel puur te werken. Op Droomvoeding heeft hij trouwens vooral opnames van de kinderen gemaakt. Aangezien wij amper nog praten, valt er niet veel meer op te nemen, hè (schatert).”

Je vertelde me eens hoe je een verjaardagsetentje voor Boudy wilde organiseren met Wannes Cappelle en Erik de Jong, twee van zijn muzikale helden. Is dat al gelukt?

Garnica: “Ik heb nooit antwoord gekregen op mijn mails. Nu snap ik dat: ik zie zelf hoeveel aanvragen Boudy krijgt.”

Wie mag hij uitnodigen op jouw verjaardagsdiner? Wie zijn jouw artistieke helden?

Garnica: “Beeldend kunstenaar Francis Alÿs misschien? En Aldous Harding. Haar muziek komt wél meteen binnen bij mij. Net als die van de Noorse singer-songwriter Jenny Hval.

“Ik begrijp waarom Boudy blij was dat dat etentje nooit is doorgegaan: op papier lijkt het fantastisch, maar wat zeg je in godsnaam een hele avond lang tegen je helden? Zoiets wordt wellicht snel gênant.”

Afgelopen najaar, na de plaatrelease en de drie AB-shows, trokken jullie naar Spanje met de camper. Hebben jullie daar verloren tijd kunnen inhalen?

Garnica: “Reizen doet onze relatie altijd deugd, zelfs al zijn we ook daar vooral met de kinderen bezig. We merken dat we dan weer dichter bij elkaar komen. Boudy heeft er ook op zijn smartphonegebruik gelet (grinnikt). Door die smartphone zit hij vaak overal, behalve in het hier en het nu. Het is een verslaving.”

En dan slaak je een hartenkreet als op ‘Alles loopt anders’: ‘Stop ne keer met scrollen en pak me ne keer vast.’

Garnica: “Hij noemt het zelf het treintje: Instagram, Facebook, Twitter, mailbox, bankapp, and repeat. Ik heb wel geleerd dat ik hem gewoon kan vragen of hij écht aan het werken is. Als hij doelloos aan het scrollen is, zet ik zijn gsm simpelweg uit. Ik kan die verslaving nog plaatsen, maar ik wil niet dat Inti ooit het gevoel krijgt dat dat stuk elektronica belangrijker is dan zij.”

Hij zegt wel vaker dat jij veel beter in het moment kunt leven dan hij. Een goeie vriend wees hem erop dat hij alles in functie van later bekijkt.

Garnica: “Boudy is inderdaad heel vaak met later bezig. En hij lijkt altijd maar meer te willen. Alles moet groter en beter. Ik weet niet of hij zelf doorheeft hoeveel dat van hem vraagt. Soms dromen we hardop over waar we onszelf over pakweg tien of twintig jaar zien. En als we die doelen bereikt hebben, verzint hij wel iets anders. ‘Nog een vakantiehuisje! Nog een ditje, nog een datje!’ En er is niks mis met een drive, zeker niet voor een artiest, maar ik ben wel bang dat het nooit genoeg zal zijn. Wie té gulzig is, vindt nooit rust.”

© Humo