Weyts geeft scholen jaar extra om voldoende leerlingen te tellen in Grieks of Latijn: “Voorrang durven geven aan uitdagende opleidingen”

Weyts bestelde vorig jaar een studie waaruit bleek dat bijna een kwart van de studierichtingen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs minder dan vijf leerlingen telde. De minister kondigde aan in te grijpen in die ‘spookrichtingen’, want het grote aantal studierichtingen veroorzaakt een gepuzzel met lesroosters en een versplintering van mensen en middelen. “Op die manier organiseren scholen het lerarentekort voor een deel zelf”, meende Weyts.

Nieuwe studierichtingen zullen voortaan enkel nog mogen blijven bestaan als ze binnen twee schooljaren minstens vijf leerlingen tellen, besliste de minister. Alleen de richtingen die leiden tot een knelpuntberoep, vooral in het technisch en beroepsonderwijs, kregen daar een jaar extra de tijd voor.

Nu wil Weyts die uitzondering ook maken voor opleidingen in de klassieke talen, Latijn of Grieks dus. Scholen die met zo’n richting starten krijgen drie in plaats van twee schooljaren de tijd om minstens vijf leerlingen te verzamelen. De klassieke talen krijgen zo “extra ademruimte”, zegt hij. “We moeten voorrang durven geven aan uitdagende opleidingen, zoals de richtingen met Grieks en Latijn.”

De minister besliste daarnaast om de gevorderde wiskunde in de tweede graad van het secundair onderwijs te vrijwaren. In de richtingen Latijn, Grieks-Latijn, Economie, Natuurwetenschappen en Technologische Wetenschappen is een stevig pakket met veel uren wiskunde mogelijk ter voorbereiding op opleidingen met zware wiskunde in de derde graad en het hoger onderwijs.

Over het voortbestaan van die gevorderde wiskunde in de tweede graad was echter ongerustheid ontstaan na de uitrol van de nieuwe minimumdoelen die versoberd moesten worden omdat het Grondwettelijk Hof de eerdere eindtermen te uitgebreid vond.

Beide beslissingen kaderen volgens Weyts in een streven naar excellentie. Dat is “voor mij geen vies woord”, zegt hij. “Wie meer onderwijskwaliteit wil, moet durven kiezen voor zoveel mogelijk uitdaging en zoveel mogelijk uitdagende opleidingen.”