Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdVeiligheid

‘Veel chauffeurs sturen meteen bij, maar dan slip je nog verder weg’: expert deelt zijn beste tips om te rijden in de winter

‘Veel chauffeurs sturen meteen bij, maar dan slip je nog verder weg’: expert deelt zijn beste tips om te rijden in de winter
Beeld Geert De Rycke

Dan toch geen sneeuwlaag van tien centimeter voor Vlaanderen woensdag. Maar het blijft koud en glad op de weg. Luigi Vroman (48), opleidingshoofd bij VIAS, het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, legt uit hoe we het veilig houden op de weg in de winter - op twee én op vier wielen.

Zijn er maatregelen die we al kunnen nemen nog voordat we de motor starten?

“Er is één belangrijke vraag die we onszelf altijd moeten stellen op zo’n dag: is de verplaatsing wel noodzakelijk?

“Zo ja, dan begint een veilige rit met een goede zichtbaarheid. Vertrek dus zeker niet met aangevroren of besneeuwde ramen. De beste manier om dat te verhelpen is uiteraard door te krabben, maar je kan ook de dag op voorhand iets op de voorruit leggen, zoals een hoes of gewoonweg een stuk karton. Bij elektrische wagens kan je vaak zelfs vanop afstand je auto voorverwarmen. Terwijl je nog aan de ontbijttafel zit, kan je auto de ramen al ijsvrij maken.

“Dat geldt echter niet voor klassieke motors. Ga dus niet op voorhand je motor starten om die dan te laten draaien op de oprit terwijl je jezelf gaat opwarmen binnen. Dat is ten eerste slecht voor het milieu, maar ook voor de wagen zelf. Sterker nog: de motor draaiende houden, met de sleutel erop en zonder persoon in de auto, is bij wet verboden.

Lees ook

Zijn winterbanden nog de moeite? ‘Financieel is het zowat een nuloperatie’

“Ik zou ook afraden om met een dikke jas achter het stuur te zitten, goede bewegingsvrijheid is immers essentieel achter het stuur. En in het ergste geval, wanneer je ergens tegenaan rijdt, dan is de gordel minder effectief bij chauffeurs met een dikke winterjas. Want die gordel gaat bij impact eerst de jas samendrukken en pas dan komt die in contact met het lichaam, waardoor je een groter risico loopt op letsels.”

Welke veiligheidstips kunnen we toepassen tijdens de rit zelf?

“We benadrukken tijdens opleidingen altijd dat een gaspedaal geen lichtschakelaar is. Tussen vol gas en helemaal niets, zit heel wat ruimte. Doseren is dus de boodschap; genoeg gas geven om te vertrekken maar ook niet zoveel dat je wielen gaan doordraaien. Bij een automatische versnellingsbak heb je daarnaast vaak een winterstand waarbij het voertuig automatisch in een hogere versnelling of met minder kracht vertrekt. Bij een klassieke versnelling kan het helpen om in tweede versnelling te vertrekken in plaats van in eerste, om te vermijden dat je te veel kracht naar de wielen brengt.

“De grote meerderheid van de wagens zijn overigens voorwiel-aangedreven. Dat betekent dat hoe rechter de wielen van de wagen staan, hoe beter de grip is. Probeer dus altijd met rechte wielen te vertrekken en je stuur met zachtheid te bedienen.

“Een van de belangrijkste tips blijft anticiperen. Fixeer je niet enkel op de stoplichten van je voorligger, maar kijk al verder vooruit. Ook de remafstand is hierbij belangrijk. Om jezelf genoeg reactietijd te geven om te reageren indien nodig, is er de intussen bekende tweesecondenregel. Bij slechtere weersomstandigheden mag je hier gerust nog één of twee seconden bijdoen. En als je moeite hebt met de seconden te tellen: sinds de campagne van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde weten we dat het refrein van de discohit ‘Last Night a DJ Saved My Life’ exact twee seconden duurt.”

Wat als je toch de controle verliest?

“Laten we eerst een onderscheid maken: als je in je leven tien keer slipt, slip je acht keer rechtdoor. Slechts zelden zal het de achterkant van je wagen zijn die weg slipt.

“In het eerste scenario kan het bijvoorbeeld zijn dat je een bocht te bruusk neemt en voelt dat de wagen de bocht niet wil nemen, waardoor de wagen rechtdoor blijft schuiven. De eerste reflex bij veel chauffeurs is om nog meer te draaien aan het stuur, maar dan gaat de wagen nog harder slippen.

“Je kan in die situatie wel zachtjes remmen om de snelheid te breken. Wacht tot de wagen weer grip heeft en dan kan je je bocht nemen. Dat veel mensen nog denken dat je absoluut niet mag remmen in die situatie, dateert nog uit de periode dat wagens geen ABS (antiblokkeersysteem, KL) hadden. Maar net zoals het gaspedaal, is de rem geen lichtschakelaar die je simpelweg aan-en-uitzet. Als je te hard remt, zeker met zomerbanden, kan het zijn dat het ABS-systeem verstoord raakt. Je moet dus hard genoeg op de rem duwen om te vertragen, maar ook niet zo hard dat je een noodstop uitvoert.

“In het tweede scenario, wanneer je auto langs de achterkant slipt, duw je beter niet op de rem. In dat geval is het beter om op de motor af te remmen en tegen te sturen in de richting waar je heen wil.”

Wat met fietsers? Hoe pakken zij het veiliger aan op de weg?

“Veilig fietsen tijdens de winter begint al bij het opstappen. We zetten graag ons zadel tamelijk hoog, maar het is belangrijk dat je vanuit je zadel je voeten plat op de grond kunt zetten, en niet enkel je tippen. Zo sta je veel stabieler.

“Om meer grip te hebben op de fiets is het ook een aanrader om je banden minder hard op te pompen. We hebben allemaal al eens wat harder moeten trappen omdat onze banden een beetje plat stonden. Eigenlijk heeft de fiets gewoon meer grip op dat moment, wat dus positief is tijdens winterse ritjes. Wie zich vaak moet verplaatsen met de fiets kan ook winterbanden overwegen. Die bestaan ook voor de fiets en geven net als hun auto-equivalent meer grip op de weg.

“Ook hier blijft het essentieel om ver vooruit te kijken en te anticiperen. Als je toch zou slippen kan je proberen tegen te sturen, maar het resultaat bij slippende fietsers hangt vaak af van je kijkrichting. Als je naar de grond kijkt en er gaat iets fout, dan is de kans groot dat je ook op de grond terechtkomt. Wanneer je jezelf echter dwingt om verder te kijken, naar waar je naartoe wil, dan is het gemakkelijker voor je lichaam om instinctief de juiste bewegingen te maken.”