8 op de 10 bedrijven geven individuele opslag

Een collectieve verhoging van de lonen bovenop de index zit er niet in. Net als vorig jaar is het wettelijk niet toegelaten om iedereen extra te verlonen. En ook de volgende jaren zal dat wellicht het geval zijn.

Dat er geen collectieve opslag mogelijk is, is het gevolg van de loonnorm. Die bepaalt dat lonen in ons land niet sterker mogen stijgen dan in onze buurlanden. Gebeurt dat door de indexering wel, dan moet er vervolgens worden afgeremd tot de concurrentiekracht zich hersteld heeft. Er werd alleen een uitzondering gemaakt voor een koopkrachtpremie tot 750 euro in ondernemingen die in 2022 goed hadden geboerd.

Baremieke verhogingen en individuele opslag vallen echter niet onder de loonnormwet. De bedrijven houden daar ook rekening mee. Een poll van de personeelsdienstenadviseur Hudson bij 188 Belgische organisaties leert dat 84% van plan is om een basissalarisverhoging toe te kennen. Dat is een aanzienlijke stijging ten opzichte van de 57% van vorig jaar, maar toen hadden de bedrijven net een enorme indexering achter de rug.

Opvallend is dat 28% van de organisaties zelfs van plan is een budget van meer dan 2,5% van de totale salarismassa toe te wijzen aan basissalarisverhogingen. In 2023 plande slechts 8% van de organisaties een dergelijke inspanning.

Daarnaast voorziet 39% van de bevraagde organisaties ook een budget voor variabele verloning. Bij de meeste ervan bedraagt het meer dan 5% van het totale salarisbudget. Bij kaderleden ligt de mediaan van de variabele verloning op 7% van het totale loon, bij het management op 10%.

Charlotte Van Malleghem, teamleader bij Hudson: “Uiteraard is er meer nodig dan salaris om talent aan te trekken en te behouden. Niet-financiële voordelen, zoals flexibiliteit, maar ook de inspanningen die een bedrijf levert op vlak van mentaal welzijn of hoe het kijkt naar mobiliteit winnen nog steeds aan belang.”