Direct naar artikelinhoud
AchtergrondSneeuwbom

Als de ‘sneeuwbom’ slechts een sneeuwvlokje blijkt: waarom zijn we tegenwoordig steeds voorbereid op het ergste weerscenario?

Sneeuwpret in een Brusselse speeltuin. Op veel andere plekken in België viel woensdag amper sneeuw.Beeld Tim Dirven

Na dagen vol alarmistische berichten bleek de aangekondigde ‘sneeuwbom’ woensdag een sof te zijn. De hetze om een dunne ijslaag roept vragen op over de maatschappelijke angst voor weersvoorspellingen. ‘De samenleving wordt steeds risicoaverser.’

Muziekwinkels met de partituur van ‘We Are the World’ in hun catalogus leken zich de voorbije dagen warm te mogen maken voor een recordomzet. Na krantenartikels over een ‘sneeuwbom des doods’ die Nederland zou bedreigen, namen verschillende vaderlandse media eenzelfde discours over. “We bereiden ons voor op het ergste”, vertelden de ordediensten in Het Nieuwsblad op een toon alsof Vladimir Poetin net getest had of de lanceerknop voor zijn kernwapens nog wel werkte.

Woensdag bleek die vrees enigszins overdreven: in Wallonië viel tussen 10 en 25 centimeter sneeuw, in Vlaanderen viel nergens meer dan 8 centimeter. Dat weerhield verschillende scholen in Vlaams-Brabant niet om de lessen preventief te schrappen of over te schakelen naar afstandsonderwijs. Zij wilden niet het risico nemen om kinderen onnodig over spekgladde wegen te laten rijden.

Als hoofd van de weerdienst van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) spreekt David Dehenauw zich liever niet uit over hoe terecht die preventiemaatregelen zijn. Het zijn immers lokale overheden en diensten die moeten beslissen hoe ze met weersvoorspellingen omgaan.

Toch heeft hij zich de voorbije dagen geërgerd aan het discours over de winterse neerslag. “Ik vind ‘sneeuwbom’ een vreselijk woord. Zijn er niet al genoeg bommen in de wereld?”

De mediakritiek van de weerman kan ook doorgetrokken worden naar andere seizoenen. Nieuws over het weer doet het altijd goed, maar de lijn met alarmisme is soms dun. Weerfenomenen kunnen snel geproblematiseerd worden: een hete zomerdag gaat dan plots gepaard met artikels boordevol tips over hoe mensen koel kunnen blijven.

“Je kan zo ook een omgekeerd effect krijgen. Want als het publiek de berichtgeving overdreven vindt, zal het ook niet meer naar waarschuwingen luisteren als de situatie wel ernstig is”, zegt de weerman.

Kleurencodes

Het KMI zelf krijgt ook weleens de volle lading wanneer het weer eens in de ton met kleurencodes grabbelt om weerfenomenen te duiden. Vroeger waren de winters veel kouder en overleefden de mensen zonder dat er dagen van tevoren al een code rood afgekondigd werd, klinkt het dan in de volksmond.

Een terechte bedenking, al zijn velen ook snel om te oordelen wanneer overheden de risico-inschatting aan burgers overlaten. Toen storm Ciarán in november over het land woedde, besloten verschillende steden bijvoorbeeld om hun parken preventief te sluiten.

Gent deed dat niet en had aan het eind van de dag twee doden te betreuren. Een Duitse toeriste kreeg een tak op haar hoofd in het Citadelpark, een kleuter stierf op gelijkaardige manier bij de speelpleinwerking aan het Henri Storyplein. De lijn tussen doemdenken en een rationele risico-inschatting maken, is dus dun.

Voor socioloog Rudi Laermans (KU Leuven), die een boek schreef over collectieve angsten, is het moeilijk om te oordelen of de angst voor extreem weer de voorbije jaren toenam. De samenleving heeft vandaag alleszins veel meer middelen in handen om crisissituaties te bezweren dan pakweg honderd jaar geleden, maar technologische innovaties kunnen niet alles opvangen.

De klimaatverandering leidt ook in onze contreien onmiskenbaar tot meer extreem weer. Zo weten bewoners van de Vesdervallei sinds de zomer van 2021 dat een ‘waterbom’ geen neologisme van mediamakers met een angstpsychose is. “Wat we de natuur als mensheid aandeden, doet de dingen uit de hand lopen. De natuur ontglipt ons en slaat terug, wat nieuwe vrezen met zich meebrengt.”

Speel op veilig

Naast die bezorgdheid om de ernstige gevolgen van de klimaatopwarming, ziet Laermans nog een andere verklaring voor de maatschappelijke angst voor extreem weer. “De samenleving wordt steeds risicoaverser”, zegt hij. Zelfs als een risicoanalyse aangeeft dat er slechts een minieme kans op gevaar is, zijn mensen geneigd om hun voorzorgen te nemen.

Een deel van de verklaring daarvoor ligt bij het feit dat er sneller juridische claims komen wanneer gevaren niet goed ingeschat worden. Al doet de verschuiving zich al langer voor. In zijn boek De risicomaatschappij uit 1986 beschreef Duits socioloog Ulrich Beck die focus op bedreigingen zelfs als een nieuwe en kenmerkende fase voor de moderne samenleving.

In een geglobaliseerde wereld overschrijden risico’s landsgrenzen en vragen ze een nauwkeurigere aanpak dan in het verleden. In die zin is het dus niet zo gek dat ook extreem weer sneller onder de loep genomen wordt door media en politiek.

Bij de sneeuwval van woensdag bleek de hinder voor de maatschappij uiteindelijk beter mee te vallen dan verwacht. Op sommige plaatsen stond meer dan twee uur file en De Lijn legde in de namiddag het Limburgse busverkeer tijdelijk stil. Door de aanhoudende neerslag bleek het te lastig om nog op een veilige manier over de wegen te rijden.

Voor de NMBS waren er dan weer weinig problemen, al stond een trein wel zo’n 20 minuten stil in het station van Vilvoorde nadat de voorruit geraakt werd door een sneeuwbal. Mooi dat er in een veranderende wereld toch nog zekerheden zijn.