Het was vorig jaar al geen rapport om over naar huis te schrijven: toen raakte bekend dat onze Belgische profclubs in het boekjaar 2021/2022 een recordverlies van 156 miljoen euro hadden geleden. Ze gingen zo dieper in het rood dan tijdens het moeilijke coronaseizoen.

Nu lijdt het Belgische profvoetbal voor het tweede jaar op een rij een recordverlies. Het gaat om de cijfers van het boekjaar 2022/2023, die dus betrekking hebben op vorig seizoen. Nog niet alle jaarrekeningen zijn binnen, maar volgens onze informatie gaan de profclubs nog zo’n 20 procent meer in het rood. Het verlies gaat zo stilaan richting de 200 miljoen euro.

Er wordt vanuit de Pro League net als vorig jaar wel opnieuw verwezen naar het Football First-plan met strengere financiële regels voor de clubs, dat vorig seizoen werd gelanceerd. Dat langetermijnplan werpt wel zijn vruchten af. Zo vernemen we dat het eigen vermogen van bijna alle Belgische profclubs wel gestegen is. Dat moest ook, want de clubs met een negatief eigen vermogen moeten op dat vlak elk jaar tegen 30 juni 20 procent beter doen dan het jaar voordien. Anders dreigt puntenaftrek.

Die stijging van het eigen vermogen is vooral te verklaren door de vele kapitaalsverhogingen die zijn doorgevoerd. Volgens de Financial Fair Play van de Pro League mag een club trouwens vijf miljoen euro verlies maken over drie boekjaren, maar dat ‘aanvaardbare verlies’ mag verhoogd worden met gedane kapitaalsverhogingen. Dat is wat in 2022/20203 vaak gebeurde.

Midden februari maakt de Pro League de cijfers openbaar en zullen meer details bekendraken.