Direct naar artikelinhoud
InterviewFamilieklap

‘Hoe ouder ik word, hoe meer we praten over de dingen die ertoe doen. Dan denk ik: verdikke, daar wil ik het nog eens over hebben, en dan ga ik naar zijn appartement’

Alois en Sean Dhondt. 'Ik heb Sean nooit kwaad geweten, behalve die ene keer.’Beeld Wouter Van Vooren

De jongste is 39 en werd bekend als presentator bij TMF. Een half jaar na zijn exit is hij opnieuw bij Qmusic aan de slag. De oudste is 89 en was een diamantslijper die voor zijn werk de wereld rondreisde. Sean en Alois Dhondt, kleinzoon en grootvader.

SEAN

“Pépé is nooit een stoffige opa geweest. Hij was altijd die actieve, grote vriend die van alles een feest maakte. Ik herinner me eindeloze zomerdagen bij pépé en bonneke, in een gehuurd appartementje in Oostduinkerke. Voor mij en mijn zus zijn dat oerherinneringen uit een fantastische kindertijd. Ooit hebben we een metalen doosje begraven in de duinen. Een schatkist vol brol. (lacht)

“Ondertussen staan er appartementen op die duinen, en is dat doosje wellicht integraal bij het bouwafval beland, maar de essentie is dat pépé altijd mee in onze kinderlijke fantasie kroop. Hij richtte een geheime snorrenclub op waar alleen mijn zus, ik en hij deel van mochten uitmaken. Bonneke moest binnenblijven terwijl wij op het terras, in het schemerdonker en met het ruisen van de zee op de achtergrond, snorretjes van kaarsroet tekenden. Hij was de zevende van acht kinderen, misschien heeft dat er iets mee te maken: hij is een meester in entertainen.

“Toen we wat ouder waren, gingen we samen op vakantie naar Portugal. We achtervolgden pépé in een golfkarretje op zijn favoriete golfterrein of lagen uren op het strand. Zodra we tieners waren, werden leeftijdsgenootjes belangrijker. Mijn zus en ik gingen in Portugal voor het eerst uit. Ik heb er zelfs mijn eerste schuimparty meegemaakt. We mochten tot middernacht wegblijven, maar we staken bedroevend weinig uit. Tijdens happy hour durfden we het aan om twee Red Bulls te bestellen in plaats van eentje. Maar pépé was er niet gerust op. Een kwartier voor middernacht dook hij op, wijsvinger in de lucht: ‘Ge weet het, hè!’ Best vertederend, maar destijds geweldig irritant. (lacht) In Portugal, op de achterbank van pépé’s wagen, is trouwens mijn liefde voor crooners ontstaan. De Algarve associeer ik nog altijd met Frank Sinatra en Dean Martin.

“Pépé is er altijd. Als het leven tegenzit, zal hij me proberen opvrolijken: ‘Leef niet naar het beeld dat mensen van je fabriceren. Heb zelfvertrouwen. Zijt wie ge zijt, dat is goed genoeg.’ Het doet deugd om die dingen van hem te horen, want ik heb altijd naar hem opgekeken. Misschien omdat we zoveel gemeenschappelijk hebben: onze werkethiek, onze humor en dat ongecompliceerde zondagsgevoel waardoor we ons het best voelen in de rol van clown en entertainer. Het feit dat juist hij op zo’n serieus moment de moeite doet om emotioneel te connecteren, voelt bijzonder waardevol.

“Zelfs in de liefde kijk ik naar hem op. Pépé en bonneke trouwden toen ze begin de 20 waren, waarna ze erin geslaagd zijn om samen een duurzaam leven op te bouwen, met liefdevolle relaties met hun kinderen en avontuurlijke reizen tot in Australië en Zuid-Afrika. Hun relatie zal uiteraard ook dieptepunten hebben gekend, maar als kleinkind krijg je die niet te zien. Het huwelijk van mijn ouders was al even succesvol.

SEAN
Beeld RV/archiefbeeld

“Ik heb de goede voorbeelden gezien, en toch ben ik al twee keer getrouwd en evenveel keer gescheiden. Maar ik ben hoopvol. Ooit word ik een grootvader zoals pépé: zo’n opa die speelt en de clown uithangt, maar ook altijd een liefdevolle basis biedt. Ik voel nu al hoe belangrijk die intergenerationele relaties zijn. Mijn petekindje is nog geen 3 jaar, maar ik heb een plekje in zijn hart en vice versa, uiteraard. Sneller dan je denkt beteken je veel in het leven van een kind.

“Hoe ouder ik word, hoe meer we praten over de dingen die ertoe doen. Toen bonneke zestien jaar geleden stierf, was ik nog een prille twintiger. Minder volwassen dan vandaag, waardoor ik destijds ook te weinig gevraagd heb hoe hij met dat grote verlies is omgegaan. We babbelen meer en meer over vroeger. Dan denk ik: verdikke, daar wil ik het nog eens over hebben, en dan ga ik naar zijn appartement. Soms alleen, soms met mijn vriendin.

“Ik zou het allemaal willen opschrijven, alle verhalen vol details die hij zo moeiteloos uit zijn mouw schudt. Grootse verhalen, maar evengoed anekdotes over de prijs van een biefstuk die hij in de jaren 60 at in een restaurantje in Frankrijk. (lacht) Fenomenaal geheugen heeft die man. Jammer genoeg heb ik dat niet geërfd. Dit zal hij nu pas horen, maar ik bewaar al zijn voicemails. Als hij er niet meer is, hopelijk pas over vele jaren, zal ik ze als tijdsdocument gebruiken.”

ALOIS

“Ik had onlangs de krant in handen die ik kocht op de dag dat Sean geboren werd. Het was een koude maandag in februari 1984. Rond halfvier kreeg ik telefoon. Ik was al om pralines geweest om de geboorte van mijn eerste kleinkind te vieren op kantoor, maar pas toen ik in het moederhuis arriveerde, drong het echt tot me door. Het valt met geen woorden uit te leggen, maar het voelt uitzonderlijk, hoe dat grootouderschap in luttele seconden geactiveerd wordt.

“Op school was hij altijd een primus, en net als zijn pépé had hij geen zittend gat. Wedstrijd­skiën, basketbal, hij deed het allemaal. Ik heb het altijd als mijn taak gezien om hem te behoeden voor perfectionisme en de drang om de beste te zijn. Een dunne koord waarop ik zelf ook wel eens gebalanceerd heb. Anderzijds heb ik hem altijd goed gedoseerde schouderklopjes gegeven, misschien wel omdat ik er zelf zo weinig gekregen heb. Op mijn werk haalde ik plezier uit het fijnst geslepen diamantje, niet uit lovende woorden van mijn baas, want die waren er toch niet.

“Dicht bij jezelf blijven is geen evidentie, zeker niet als je zoals Sean in de media werkt. Hij is niet de man die naast zijn schoenen zal lopen of zichzelf te serieus zal nemen, integendeel. Als het nodig is, ben ik er voor een peptalk.

ALOIS
Beeld Wouter Van Vooren

“Muziek is wat ons bindt, maar ook verdeelt. (lacht) In mijn jonge jaren speelde ik trompet en percussie in de harmonie, en in een bandje waarmee we regelmatig gingen optreden in cafés. Dat muzikaal gevoel zit in de familie. Mijn vader kon geen noot muziek lezen, maar hij had een kleine harmonica waarop hij naadloos deuntjes naspeelde. Ik luister liefst naar klassieke muziek: naar Klara en Britse radiostations. De stijlbreuk kwam er al met Seans vader, die een voorliefde heeft voor Jimi Hendrix en dat soort gitaarmuziek. Ik heb het destijds geprobeerd, maar ik vond het toen al duur lawaai.

“De muziek die Sean maakte (met de poppunkband Nailpin en later met Manoeuvres, red.), is evenmin mijn smaak, maar met oordopjes in valt het allemaal best mee. (lacht) Als hij op de radio presenteert, stuur ik hem soms een berichtje: ‘Dat is nog een plezant nummertje, tussen al dat lawaai.’ Maar ik bewonder hem wel, uiteraard. Af en toe kijk ik op YouTube naar zijn muziekclips. ‘They Don’t Know’, met die clip met z’n zonnebril en roze T-shirt, kan ik meefluiten.

“We slagen er best goed in om de generatie­kloof te dichten. Alleen die tattoos vind ik soms wat eigenaardig. (lacht) Maar ik weet waar de kiem gelegd is: tijdens een van die lange zomers in Oostduinkerke. Hij had zijn gezicht laten beschilderen, maar toen we thuiskwamen moest die kat eraf. ‘Slecht voor zijn huid’, zei bonneke. Ik heb Sean nooit kwaad geweten, behalve die ene keer. Hij was geweldig teleurgesteld dat die tekening niet op zijn vel mocht blijven staan. Dat gemis heeft hij later goed opgevuld. (lacht)

“Ik hoop dat ik als grootvader zo’n beetje een handleiding voor het leven heb kunnen bieden: laat je kop niet hangen, blijf niet tobben, wees goed voor een ander... Ik mag me alleszins gelukkig prijzen met zo’n kleinzoon. Ik weet dat hij er voor mij zal zijn, ook al heb ik, op een steenworp van mijn 90ste verjaardag, nog nooit echt om hulp moeten vragen. Die kleinkinderen houden me jong, zeker?”

Gekke gewoontes

Sean over Alois: “Pépé heeft een olifantengeheugen. Hij kent de prijs van elke koffie die hij de voorbije zeventig jaar dronk.”

Alois over Sean: “Sean komt altijd te laat. Als een familiefeest om 10.30 uur begint, vragen we hem om 10 uur al te komen.”