Nooit eerder zoveel spijbelaars: “We moeten meteen reageren”

© shutterstock

Het aantal leerlingen dat chronisch spijbelt heeft een nieuwe recordhoogte bereikt. In het schooljaar 2015-2016 ging het om 17.505 kinderen of 1,9 procent van alle leerlingen. Het deeltijds beroepsonderwijs spant de kroon met liefst 48,5 procent spijbelaars. “Meteen reageren is de enige manier om hen aan boord te houden”, zegt Stefan Grielens van de vrije CLB’s. Minister Hilde Crevits (CD&V) belooft beterschap met haar spijbelactieplan.

Jens Vancaeneghem

LEES OOK. Zoon (10) spijbelt te veel: moeder veroordeeld tot drie maanden cel

“Je hebt twee soorten spijbelaars”, zegt Stefan Grielens, directeur van de CLB’s in het katholieke net. “Jongeren die liever naar het shoppingcenter gaan dan naar de les en jongeren die thuisblijven om een deel van het huishouden op zich te nemen.”

“Spijbelen is veel meer dan het klassieke beeld dat mensen hebben van de luie puber die niet naar school wil”, zegt Grielens. “Vaak zijn er onderliggende problemen die niet meteen duidelijk zijn. Het is essentieel dat we die zo snel mogelijk aanpakken. Hoe langer ze aanslepen, hoe groter de kans dat spijbelen een gewoonte wordt en dat jongeren het onderwijs verlaten zonder diploma.”

Daarom dat de nieuwste spijbelcijfers het onderwijs zorgen baren. 17.505 leerlingen waren in het schooljaar 2015-2016 meer dan dertig halve dagen afwezig en daarmee hebben we opnieuw een recordhoogte bereikt. Want de cijfers nemen jaar na jaar toe.

Voor een deel is dat te verklaren doordat scholen spijbelen simpelweg beter registreren. Maar er is meer aan de hand. Onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V) verwijst zelf naar het jaarverslag van de CLB’s, waaruit onlangs bleek dat jongeren vaker met complexere problemen kampen.

“Onze cijfers tonen dat steeds meer jongeren het moeilijk hebben met zichzelf”, zegt Grielens. “We zien een toename van gedragsproblemen, van jongeren in problematische opvoedingssituaties of psychologische problemen. Als meer jongeren op de dool zijn, dan is het logisch dat ze hun problemen ook op school uiten, bijvoorbeeld door te spijbelen.”

Helpen thuis

Een link met kansarmoede is nooit veraf. Vaak gaat het om leerlingen met laagopgeleide of werkloze ouders, jongeren met een migratieachtergrond of kinderen die opgroeien in een eenoudergezin. “Ze blijven bijvoorbeeld thuis om op de broertjes of zusjes te letten”, zegt socioloog Gil Keppens, die aan de VUB onderzoek voert naar spijbelen. “Ze krijgen dan strafstudie, voelen zich nog slechter en gaan nog meer spijbelen. Het is niet toevallig dat het percentage zo hoog ligt in het deeltijds beroepsonderwijs. Leerlingen beginnen met occasioneel spijbelen, behalen slechte resultaten en belanden via het watervalsysteem in het deeltijds beroeps.”

Toch neemt het fenomeen ook in het basisonderwijs toe. Eén op de tweehonderd leerlingen was daar vorig schooljaar problematisch afwezig. Een tienjarige beslist niet in zijn ukkie om te spijbelen, daar gebeurt het bijna altijd op aansturen van de ouders. Scholen proberen ouders daarom te wijzen op het belang van onderwijs en contacteren hen al bij één onwettige afwezigheid.

Sinds dit schooljaar moeten scholen ook al na vijf halve dagen afwezigheid het CLB inschakelen. Een maatregel die deel uitmaakt van het spijbelactieplan van Crevits, dat ze twee jaar geleden voorstelde. Volgens de minister is het nu nog te vroeg om de effecten daarvan in de cijfers te zien.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen