Direct naar artikelinhoud
InterviewPhilippa Perry

‘Deze drie zaken maken of kraken je relatie’: psychotherapeute Philippa Perry helpt u de ware liefde vinden

In ‘Before Sunrise’ ontmoeten de Franse studente Céline en de Amerikaanse toerist Jesse elkaar op de trein. Ze besluiten Jesses laatste vakantiedag samen door te brengen, en delen al wandelend door Wenen hun hoop, dromen en kwetsbaarheden met elkaar. Smoorverliefd nemen ze afscheid.Beeld Alamy Stock Photo

Val je op types die helemaal je type niet zijn? Of vind je de band met je partner maar gewoontjes? In een nieuw boek beschrijft psychotherapeute Philippa Perry (66) waarom de ware niet bestaat, hoe je je relatie kunt uitdiepen en waarom je datingapps beter links laat liggen. ‘Drie zaken maken of kraken je relatie.’

De zoektocht naar liefde gaat niet altijd over rozen. Vallen we nog steeds ten prooi aan het romantische ideaal van liefde op het eerste gezicht?

“Liefde op het eerste gezicht bestaat, maar is heel zeldzaam. Bijna altijd gaat het om een principe dat erotic transference heet: een onrealistisch, bijna kinderlijk verlangen dat ons overvalt en dat we op de ander projecteren. We worden niet verliefd op de ander zoals die is, maar op de fantasieën die we in ons hoofd de vrije loop laten.

“In eerste instantie zijn we geïntrigeerd door iemands uiterlijk, door de manier waarop hij of zij praat of gesticuleert. Maar alles wat we niet weten vullen we in met onze fantasie. We construeren de man of vrouw van onze dromen. Negen op de tien keer verpulvert de realiteit die fantasie en neemt de alledaagsheid het over van die eerste erotische aantrekkingskracht. Heel zelden overlappen beide werelden wél, wat ervoor zorgt dat we met z’n allen blijven hopen op die overrompelende liefde op het eerste gezicht.”

Die fantasie kan doorslaan in de allesoverheersende obsessie, zegt u, in plaats van de trage en stabiele liefde.

“Ik neem het voorbeeld van Picasso. Hij had talloze affaires en vergoelijkte die steeds door te stellen dat hij telkens opnieuw halsoverkop verliefd werd. Dat waren geen liefdes, maar obsessies: the thrill of the chase. Die obsessieve liefde heeft eigenlijk niets te maken met een oprechte interesse in de ander, maar met het vervullen van de eigen noden, en vaak is dat de nood om te controleren. Picasso illustreerde die stelling treffend. Hij sloot een van zijn liefjes regelmatig op in zijn studio. Nadat die vuur vatte en de vrouw ternauwernood gered kon worden, nam hij haar schoenen weg opdat ze niet meer zou ontsnappen.”

Psychotherapist en auteur Philippa Perry: 'We construeren de man of vrouw van onze dromen, maar negen op de tien keer neemt de alledaagsheid het over van die eerste erotische aantrekkingskracht'Beeld Lorentz Gullachsen/Contour by Getty Images

Zulke toxische liefdes zijn jammer genoeg verslavend?

“Als je niet weet waar je staat met iemand, kan die relatie een obsessie worden. Telkens die persoon aandacht voor je heeft, geeft dat een geweldige kick. Dat heet intermittent positive reinforcement: als je slechts af en toe positieve aandacht krijgt, lossen je hersenen een grotere beloningsreactie dan wanneer liefde tegen een gezapig tempo je leven binnensijpelt. Je krijgt de liefde in beetjes, dus krijg je er geen genoeg van. Wie verslaafd is aan liefde met een hoog adrenalinegehalte, denkt als een verstokte roker: er is die verstandige kant die wil stoppen en de impulsieve kant die telkens weer naar de sigaret grijpt, of in dit geval de geliefde.”

Speelt onze kindertijd een rol in de mate waarin we vatbaar zijn voor die toxische, verslavende liefde?

“Aan cliënten die vaak problematische relaties hebben met vrouwen vraag ik om de relatie met hun moeder te beschrijven. Als ze moeilijk tot goede relaties met mannen komen, vraag ik naar de band met hun vader. Vaak vormt die eerste relatie de blauwdruk voor toekomstige relaties. Welk liefdesmodel kregen ze als kind te zien? Kregen ze onvoorwaardelijke liefde, werden ze soms genegeerd, verwaarloosd...?

“Die eerste band met de belangrijkste zorgverleners in je leven, meestal je moeder en vader, bepaalt hoe jij ‘echte liefde’ zal ervaren. Als je als klein meisje door je vader genegeerd werd, zal je vallen voor die kerel die je meevraagt op date, maar ondertussen meer met zijn maten dan met jou praat. Zodra hij je mee naar huis vraagt, voel je de vlinders fladderen. Je voelt je dan net als die keren dat je vader je wél omarmde. Hoe fout die dynamiek ook is, ze voelt heel vertrouwd, waardoor we denken ‘ah, dit is vast hoe liefde voelt’. Het is ‘de vonk’ die ons geïnteresseerd houdt in die man die eigenlijk helemaal geen moeite voor ons doet. Je valt voor een type dat eigenlijk helemaal je type niet is.”

Wat is het effect van datingapps op ons liefdesleven? Konden we vroeger makkelijker stabiele relaties uitbouwen?

“Vroeger hadden we keuze uit pakweg 150 mensen die we via via kenden. Vier ervan kwamen in aanmerking en als je geluk had, vond eentje jou ook leuk. De keuze was snel gemaakt. Vandaag hebben we veel meer mogelijkheden, wat onvermijdelijk voor een keuzeparadox zorgt. Als je mensen laat kiezen tussen zestig chocolaatjes zullen ze daar veel langer over doen dan wanneer er zes chocolaatjes in het doosje zitten, want ze zijn bang om de verkeerde keuze te maken.

“Wie kiest uit zestig snoepjes is bovendien minder blij met zijn uiteindelijke keuze dan wie uit zes snoepjes kiest. Ergens voelt het comfortabel om telkens weer in die eindeloze datingpool te duiken, maar hoe meer je het gevoel hebt dat je eindeloos kunt kiezen, hoe minder makkelijk je een engagement aangaat.

“Drie zaken maken of kraken een relatie. Het belangrijkste is de toewijding die ervoor zorgt dat je problemen aanpakt, in plaats van ervan weg te lopen. Een tweede voorwaarde is dat je verantwoordelijkheid neemt voor je eigen gevoelens, en die niet aan je partner wijt: ‘ik voel me geïrriteerd’ in plaats van ‘jij irriteert me’. Zo zend je een heel andere boodschap. En een derde factor is tijd. Hoe langer je elkaar kent, hoe meer je relatie erop vooruitgaat. Dat is waar langdurige liefde om draait. Niet om de opwindende onzekerheid die hoort bij de vraag: ‘Houdt hij nu van me of niet?’”

‘De ware’ vinden we dus niet, maar maken we zelf?

“Klopt! Als je voelt dat je klaar bent om je settelen, zou je moeten vermijden dat je tijd verspilt aan het zoeken naar perfectie. De perfecte partner bestaat niet. En als je die toch denkt gevonden te hebben, verdwijnt die na zes maanden, zodra je oxytocineniveau daalt. De wil om samen tijd in elkaar te investeren, herinneringen te maken... Dát is de manier om geleidelijk aan tot momenten van perfectie te komen.

“Je hoeft trouwens niet per se te zoeken naar iemand met dezelfde interesses of opleidingsniveau. Mijn man is gek op fietsen. Ik niet, maar ik hou ervan om hem gelukkig te zien op de fiets. Kijk, je weet of je van iemand houdt door de manier waarop je je voelt als je bij die persoon bent. Vind je jezelf leuker? Voel je je ontspannen, heb je geen muren opgetrokken? We hoeven niet precies hetzelfde te voelen, te denken of van hetzelfde slag te zijn om elkaar echt te begrijpen. Wat telt is dat we ons kwetsbaar opstellen. Dat is een betere parameter dan het cliché van de gedeelde interesses. Zowel in liefde als in vriendschap. Hoewel er natuurlijk vaak een overlapping is: met mensen die op ons lijken zullen we sneller een klik voelen.”

Negen jaar later zien Céline en Jesse elkaar weer in Parijs. In ‘Before Sunset’, het tweede deel van de trilogie, spreken ze onbevangen hun gedachten en gevoelens uit, tot ze een diepe verbinding voelen die ze niet langer kunnen ontkennen.Beeld Alamy Stock Photo

Dat brengt ons naadloos bij een volgende stelling die u beschrijft in uw boek: om sterkere relaties en vriendschappen te krijgen, moeten we open zijn en ons overgeven aan de persoon met wie we praten, zonder bang te zijn om afgewezen of beoordeeld te worden.

“Als we een diepe band willen opbouwen, moeten beide partijen zich van hun kwetsbaarste kant laten zien: gevoelens en gedachten delen, net als onze kijk op onszelf en de wereld. Zonder terughoudendheid of schrik voor een oordeel. Het is de enige manier om de ander te begrijpen, en ook zelf begrepen te worden. Maar we zijn vaak bang voor de manier waarop mensen ons zouden kunnen percipiëren. Een manier om die angst uit de weg te gaan, is door je blik op de ander te richten, en niet op jezelf. Stel vragen, toon interesse. Je zult je minder opgelaten voelen. Zie jezelf niet als de enige beslisser, maar laat ook toe dat de ander je kiest. Of niet. Wen aan die onzekerheid.

"Laat de controle los, en je ego. Formuleer al pratend je gedachten. Zelfs die gedurfde stelling waarvan je niet weet hoe de tegenpartij ze zal ontvangen. Doe het gewoon! Leg je woorden niet in de weegschaal, maar flap er gewoon uit dat je de ander graag beter wilt leren kennen. Je zult je onzeker voelen aangezien je een risico neemt. Je kunt tenslotte niet voorspellen hoe de ander reageert. Maar het is de moeite om die gok te wagen en je écht over te geven aan iemand anders.

“Ik ervoer het zelf voor het eerst toen ik als jonge vrouw bij mijn man achterop de motor zat. Ik kon niet zeggen dat hij trager moest rijden, ik kon alleen leunen in de bochten. Dat was de eerste keer dat ik voelde hoe heilzaam overgave kan zijn. Misschien zal iemand op je tere hart trappen, maar als je het de hele tijd dicht bij je houdt, zul je nooit een diepgaande relatie of vriendschap koesteren.”

Veel mensen zullen het toch moeilijk hebben om over die onzekerheid heen te raken?

“Klopt, juist omdat we vaak zulke negatieve fantasieën hebben over hoe mensen ons zouden kunnen waarnemen. Als je een ruimte binnengaat en denkt dat er vast niemand geïnteresseerd is in jou, zul je naar beneden kijken en met hangende schouders schuchter om je heen kijken. Je installeert een selffulfilling prophecy. Buig dat denksysteem om en ga ervan uit dat je misschien wél aansluiting vindt bij de groep: ‘iedereen is leuk en intelligent en in mij geïnteresseerd’. Die fantasie klopt natuurlijk ook niet, maar ze zal je omgang met anderen tenminste op een positieve manier beïnvloeden.

“Als mensen ons een paar keer teleurgesteld hebben, plooien we vaak terug op onszelf. Het risico is dat we relaties alleen nog in ons hoofd aangaan en ervan uitgaan dat anderen negatieve dingen over ons denken en voelen. We worden weer socialer als we ons laten leiden door onze ratio, niet door ons instinct. Dat laatste is makkelijk. Je volgt gewoon je automatische piloot. Geloven dat de meeste mensen inherent goed zijn, vraagt veel meer werk.”

Nog een veelvoorkomende relationele valkuil, zowel in romantische relaties als in vriendschappen, is dat we in de slachtofferrol blijven hangen. Waarom doen we dat, en welk effect heeft het?

“Ik kreeg onlangs een brief van een man die maar niet van zijn verleden loskomt. Als student kreeg hij een intense relatie met een vrouw die zijn hart brak. Hij stelt dat hij er door de nasleep van die heftige breuk nooit in geslaagd is een rijke academische carrière uit te bouwen. Die vrouw nam onlangs weer contact met hem op. Hij wil vrienden met haar zijn, maar zijn huidige partner kan daar niet mee leven. Die reactie van zijn vrouw vindt hij ondraaglijk, omdat hij zo misschien opnieuw een goede relatie verliest.

“Die man lijkt nooit verantwoordelijkheid te nemen voor zijn situatie. Het enige wat hij doet, is anderen de schuld geven van wat hem overkomt, alsof hij een dobberend bootje is op een wilde zee. Het is een probleem als die slachtoffermentaliteit deel van je identiteit wordt. Ik trek de vergelijking door naar labels rond mentale gezondheid, die tegenwoordig bijna als modeverschijnsel worden ingezet: ‘oh, ik ben geen relatiemateriaal, want ik heb een hechtingsstoornis, ik zit op het spectrum, ik heb ADHD...’

“Ik zeg niet dat ADHD of autisme niet wetenschappelijk gegrond zijn, helemaal niet, maar mensen lijken die labels wel meer en meer te gebruiken om een verhaal over zichzelf te construeren. Op korte termijn voelt dat misschien goed, want je hoeft geen verantwoordelijkheid te nemen voor hoe je leven loopt, maar op lange termijn zit je vast. Zelfkritiek zonder krachtdadige aanpak zorgt ervoor dat we eeuwig blijven tobben, in plaats van onszelf ter verantwoording te roepen en actie te ondernemen.”

We onderschatten de rol die we zelf spelen, zegt u. We krijgen pas goede relaties als we beseffen dat we niets kunnen doen aan het gedrag van anderen, maar wel aan de manier waarop wij daarmee omgaan.

“In relaties tot anderen stellen we ons te vaak de waarom-vraag: waarom ziet mijn partner me niet meer staan, waarom doet mijn kind zo moeilijk? Het is nuttiger om je gedragspatronen onder de loep te nemen en je af te vragen: hoe reageer ik waardoor mensen zich van me afkeren? Hoe kan ik mezelf gedragen zodat een liefdevolle relatie zich misschien makkelijker zou ontplooien? Zodra je dat inzicht hebt, kun je ervoor kiezen om dingen aan jezelf te veranderen.

“Het helpt om in te zien dat niet alleen anderen of ‘pech’ verantwoordelijk zijn voor de status quo waarin we ons bevinden. Onderzoek de situatie en hoe jij daarop reageert. Focus op hoe jij je voelt en neem verantwoordelijkheid voor je eigen reacties. Let er wel op dat dat nieuwe zelfbewustzijn niet naar zelfobsessie kantelt. In therapie gaan is een goede manier om dat evenwicht te bewaren. Door een betere relatie met jezelf te bouwen, en sensitiever en bewuster te worden, zul je ook makkelijker tot duurzame relaties met anderen komen.”

Niet makkelijk, in steen gebeitelde denk- en gedragspatronen ombuigen?

(knikt) “Zeker omdat die patronen zich vaak al op jonge leeftijd ontwikkelen. Misschien merkte je als kind dat je niet gepest werd als je je stil hield en niet opviel. Als je diezelfde strategie doortrekt naar de universiteit of de werkvloer, zul je er veel minder vruchten van plukken. Door je altijd gedeisd te houden, loop je die promotie mis of verminder je je kansen om nieuwe mensen, en misschien die ene liefde, tegen te komen. Een strategie die ons ooit staande hielp, of zelfs hielp floreren, kan hopeloos verouderd raken en ons tegenhouden.

“Mijn advies is dingen te proberen waardoor je leven misschien wel één groot avontuur wordt. Kies dat ene chocolaatje. Als je niet kiest, en ongelukkig en afgestompt in dezelfde situatie blijft zitten, neem je misschien wel het grootste risico. En ontken je eigen noden niet. De mens is een groepsdier. Verbinding zoeken we nu met z’n allen op onze smartphone, maar het enige wat we daar vinden, zijn oppervlakkige kicks.”

Het boek dat iedereen van wie je houdt zou moeten lezen, Philippa Perry, uitgeverij Balans, 304 p., 22,99 euro

Zo wordt je relatie sterker

“Toon jezelf van je kwetsbaarste kant. Misschien trapt de ander op je hart, maar gevoelens en gedachten delen is de enige manier om anderen te begrijpen, en ook zelf begrepen te worden.”

“Richt je blik op de ander, niet op jezelf. Stel vragen en toon interesse. Je zult je minder zelfbewust en oncomfortabel voelen.”

“Vaak zijn we nogal fatalistisch over onszelf: ‘Zo ben ik nu eenmaal’. Maar door je gedrag te veranderen, kun je je relaties verbeteren. Registreer een gewoonte − kruip je bijvoorbeeld vaak in de slachtofferrol? − stop er dan mee, en zoek een alternatief. Beschouw je oude gedrag als een snelweg in je hersenen en je nieuwe gedrag als een nieuwe route in het oerwoud: hoe vaker je die bewandelt, hoe vlotter het zal gaan. Verandering vergt training.