uit het hart

Een jaar niet shoppen? Een vuist maken tegen fast fashion blijkt niet zo simpel

© Johan Dockx

De reeks ‘Fast fashion’ zet aan tot introspectie. Moeten we met z’n allen een shopstop invoeren om de vicieuze cirkel van overproductie en consumptie te doorbreken? Ook collega Marjan Justaert besloot om een jaar lang geen kleren, schoenen of accessoires te kopen, maar faalde. “En plots bleek ik een hele garderobe aan excuses uit de kast te kunnen trekken, om mijn geweten te sussen.”

Marjan Justaert

Het zou me lukken, ik was er eigenlijk redelijk zeker van. Eerder was ik al eens een half jaar gestopt met shoppen, dan zou een heel jaar ook wel haalbaar zijn. Kleren genoeg om 2023 door te komen zonder – vergeef me de woordspeling – kleerscheuren. Onlineshoppen doe ik haast nooit, en ik zou mijn trucje van de vorige keer herhalen, namelijk winkelstraten en -centra mijden. Een eitje!

Maar hoogmoed komt voor de val. In juli ben ik gezwicht. Ik heb mijn principiële shopstop overboord gegooid en gezondigd. Ik heb iets nieuws gekocht. En als u mij nu vraagt wát ik heb gekocht, moet ik daar eigenlijk langer over nadenken dan over de hele garderobe aan excuses die ik uit de kast trok om de zonde te verantwoorden.

Want, als ik erop terugkijk, had ik mezelf wel héél snel overtuigd dat het mocht. Om te beginnen was ik op vakantie in Italië, en koop ik graag iets in het buitenland omdat je dan fijne flashbacks krijgt telkens als je dat kledingstuk draagt. Bovendien is Italië hét modeland bij uitstek, het zou nog erger zijn om er helemaal niets te kopen als je er dan toch bent (dat was de fashionista in mij). En zeker als de etalages liquidazione schreeuwen (dat was de promojager in mij)!

Consuminderen

Als klap op de vuurpijl volgde het argument dat ik dat nieuwe kleedje ook gewoon NODIG had, want ik was uitgenodigd op een glamoureus tuinfeest met alles erop en eraan, underdressed verschijnen was geen optie. Even terzijde: als het over mode en kopen gaat, heb ik de neiging om het taaltje van Astrid Coppens f.k.a. Astrid Bryan te hanteren: Nederlands doorspekt met Engels.

Ik had ook gewoon écht niets deftigs meer in mijn kleerkast hangen. Want de kleren uit de jaren stillekes die ik in 2023 zou herontdekken en uit de werkloosheid halen – hoe retro ook, alles komt terug – bleek ik doorgaans nog even lelijk te vinden als de voorbije jaren. Een deel was ook ronduit versleten, de rest sleet sneller dan normaal vanwege de dunner wordende spoeling.

Het meest doorslaggevende argument voor mijn gemoedsrust, was misschien wel: ik heb het toch al mooi zes maanden volgehouden, da’s al meer dan de meeste mensen. Ik zocht en vond bevestiging bij andere mensen. Proficiat Marjan, ik zou het nooit kunnen! Zes maanden, dat is wel al chique! Beter dan niets! Als iederéén zes maanden lang een shopstop zou houden, zouden we véél verder geraken. Mensen moeten aan jou een voorbeeld nemen, Marjan. Ja, ja.

Mijn deel ‘consuminderen’ was gedaan, nu was het aan de anderen. Ik heb mij goed gevoeld in dat kleedje, genoten op het tuinfeest, en … nog wel wat meer gekocht in Italië. Na het kleedje volgde een jumpsuit, een losse broek, een T-shirt. Had ik dat allemaal echt nodig? U en ik kennen het antwoord.

Koopdrang en -verslaving

Vanwaar komt toch die drang om te shoppen? Uit het dossier ‘koopverslaving’ van Humo drie jaar geleden – in volle coronaperiode – blijkt dat de roes van het shoppen wel degelijk bestaat. “Daar is op zich niet veel mis mee, net zomin als met één glaasje wijn na een lange dag”, aldus professor consumentengedrag Malaika Brengman (VUB) in het blad. “Het wordt pas problematisch wanneer shoppen een mechanisme wordt om met negatieve emoties om te gaan en iemand machteloos staat tegenover de koopdrang, zelfs als die het zich niet meer kan veroorloven. Ongecontroleerd kopen kan iemands leven domineren en ruïneren: het zorgt voor schulden, ruzies in de relatie en problemen op het werk.”

Naar schatting is 5 procent van de Belgen koopverslaafd, vaak zonder het te beseffen. Studies voorspellen dat het probleem in bijna alle westerse landen alleen maar erger zal worden. Nu, niet iedereen die gevoelig is voor reclame of in een opwelling (dure) spullen koopt, is per definitie koopverslaafd, maar er gebeuren wel te veel impulsaankopen. Guilty. Impulsaankopen én de bijhorende miskopen.

Wat kun je daaraan doen? “De reflex kweken om een kwartier te wachten met een onlineaankoop”, suggereert professor Brengman. Andere tips zijn verleidingen mijden door bijvoorbeeld advertenties te verwijderen op sociale media, een boodschappenlijstje maken, geen bankkaart maar een beperkte hoeveelheid cash meenemen of hoge hakken dragen. Dat laatste zou helpen om meer gebalanceerde beslissingen te nemen.

Op de loper

Pas maanden na het herval in Italië is het schuldgevoel ingetreden en besefte ik hoe makkelijk ik mijn ethische principes overboord had gegooid. Het opzet van de shopstop was immers om op heel kleine schaal de vicieuze cirkel van overproductie en -consumptie te doorbreken. Om een vuist te maken tegen fast fashion en ketens die hun massa’s al te goedkope kledij in lageloonlanden laten maken door veel te jonge handen.

Als ik nog iets koop, is het een duurzaam stuk van een merk dat belang hecht aan verantwoorde kledij – ook op ecologisch vlak. Dat neem ik me elke keer voor, en ook nu weer is het mijn nieuwe voornemen voor 2024. De reeks ‘Fast fashion’ sterkt me in mijn overtuiging.

Maar soms is het vlees zwak. Zo moet ik me al twee weken beheersen om niets nieuws te kopen voor de Kastaars nu zaterdag. Onze podcast is genomineerd, we mogen de Gele Loper op. Daar kan ik toch niet verschijnen in mijn oude plunje, tussen alle opgedirkte BV’s? Gelukkig heeft zich een toffe oplossing aangediend: een collega wil me stylen – en zo gaat het toch een beetje als iets ‘nieuws’ aanvoelen voor mij. Hoge hakken, check! En met dat uitgespaarde geld kan ik ongetwijfeld andere zinvolle (of zinloze) dingen doen.