Direct naar artikelinhoud
Vier vragenBedrijfswagens

Waarom de regering blijft worstelen met bedrijfswagens: niemand wil verantwoordelijk zijn voor 500 euro extra taksen

Waarom de regering blijft worstelen met bedrijfswagens: niemand wil verantwoordelijk zijn voor 500 euro extra taksen
Beeld Tim Dirven

De bedrijfswagen elektrificeert in sneltempo. Wie nog met een vervuilende bedrijfswagen rijdt, moet daardoor meer betalen. Omdat de politieke discussie daarover vastloopt, zullen talloze loonbrieven eind januari fouten bevatten.

Slachtoffer van het eigen succes?

Honderdduizenden werknemers zullen pas eind februari weten hoeveel ze in januari verdienden. De reden: de snelle opmars van de elektrische bedrijfswagen. Die zorgt ervoor dat wie nog een bedrijfswagen met een verbrandingsmotor heeft, per jaar makkelijk 300 à 500 euro extra belastingen moet betalen tegenover vorig jaar.

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) wil die situatie rechttrekken – extra belastingen liggen lastig in een verkiezingsjaar – maar botst voorlopig op groenen en socialisten. Duidelijkheid over de nieuwe tarieven komt wellicht te laat voor de berekening van de loonbrieven eind deze maand.

Van Peteghem is in zekere zin het slachtoffer van zijn eigen succes. Via een fiscaal voordeel op volledig elektrische bedrijfswagens hoopte hij het wagenpark snel te vergroenen. En dat werkte wonderwel. Volgens cijfers van sociaal secretariaat SD Worx was eind 2021 net geen 5 procent van de bedrijfswagens 100 procent elektrisch. Twee jaar later is dat meer dan 31 procent.

Tot 300 à 500 euro extra taksen: hoe kan dat?

Dat heeft flinke gevolgen voor de belasting die bestuurders van een bedrijfswagen met verbrandingsmotor moeten betalen. Op hun loonbrief verschijnt een zogenaamd VAA, kort voor ‘voordeel alle aard’. “Omdat je de wagen ook privé mag gebruiken, ontstaat een loonvoordeel dat forfaitair gewaardeerd wordt. Daarop betaal je belastingen”, zegt Veerle Michiels van SD Worx. Hoe hoog dat bedrag uitvalt, hangt onder meer af van de CO2-uitstoot van het voertuig en de gemiddelde CO2-uitstoot in het wagenpark: hoe lager de gemiddelde uitstoot, hoe meer een vervuilend voertuig belast wordt.

Door de snelle stijging van het aantal elektrische wagens, is de gemiddelde uitstoot dus ook snel gedaald. Wie nog met een verbrandingsmotor rijdt, moet daardoor in 2024 fors meer betalen – ook al is zijn auto even vervuilend als in 2023.

Voor een in 2023 in gebruik genomen Audi A4 met dieselmotor, qua cataloguswaarde een gemiddelde bedrijfswagen, zou het VAA vanaf 1 januari met 63 euro per maand stijgen. “Daarop betaal je belastingen, zo’n 50 procent.” Op jaarbasis is de wagen daardoor ineens bijna 380 euro duurder geworden. Voor de benzinevariant gaat het zelfs om 430 euro.

Voor een BMW sDrive18d met dieselmotor stijgt de maandelijkse kost met naar schatting 35 euro – 18 procent meer dan vorig jaar. Voor de Volkswagen Golf VIII op diesel stijgt de kost met zo’n 34 euro, liefst 30 procent extra. Voor elektrische en hybride wagens verandert er niks.

Hoe wil Van Peteghem daar een mouw aanpassen?

Voor veel mensen met een bedrijfswagen is dat niet onoverkomelijk, maar het blijft een vervelende hap uit het budget. Van Peteghem wil daarom de berekeningswijze van het voordeel alle aard herzien, om het verschil te milderen. Bij cd&v valt te horen dat het oneerlijk zou zijn om die bestuurders in één keer veel meer te laten betalen. In veel gevallen moeten ze verplicht nog enkele jaren rijden met hun bedrijfswagen. “Ze moeten niet het slachtoffer worden van het feit dat ze nog niet mochten overstappen naar een elektrische wagen.”

De aanpassing van Van Peteghem draait om een technische kwestie: welke waarden worden nu precies gebruikt om de uitstoot van een voertuig te berekenen? Tot nu toe werden daarbij enkel de zogenaamde NEDC-waarden gebruikt, een verouderde uitstootnorm die na het dieselgateschandaal vervangen werd door de accuratere WLTP-waarden. Van Peteghem wil die nu meenemen in de berekening, omdat die een beter beeld geven van de gemiddelde CO2-uitstoot.

In de praktijk moeten bestuurders van vervuilende bedrijfswagens daardoor minder belastingen betalen – het voordeel alle aard zou na de herberekening maar enkele euro’s per maand verschillen met vorig jaar in plaats van enkele tientallen euro’s.

Maar volgt de rest van de regering?

Voor de groenen in de regering is dat principieel een lastige zaak. Zij zouden zich naar verluidt wel kunnen vinden in de redenering van Van Peteghem, maar vragen in ruil voor een akkoord goedkopere treintickets of een hogere fietsvergoeding. Ook de socialisten liggen nog dwars. Zij willen eerst meer duidelijkheid over de impact op de begroting als honderdduizenden mensen minder belasting betalen. Intussen heeft Van Peteghem daar een nota over klaar – voor de begroting zou de herberekening amper gevolgen hebben.

Woensdag of vrijdag komt de discussie opnieuw op de tafel van de regering. Naar alle waarschijnlijkheid komt er pas helderheid over het voordeel alle aard wanneer de loonbrieven van de meeste bedienden voor januari al opgesteld zijn. De sociale secretariaten en hr-diensten moeten dus voorlopig aan de slag met de cijfers van vorig jaar.

“Voor de meeste bedienden gebeuren de loonberekeningen nu. Van zodra de definitieve uitstootgegevens beschikbaar zijn, zullen we dus een herziening moeten doen,” zegt Michiels. Voor de meesten betekent het dat de hogere belasting vanaf januari samen met de loonberekeningen van februari verrekend zal worden.”