Vlaming heeft vrij veel vertrouwen in vaccins, maar meer twijfels bij jongeren dan bij ouderen

4 op de 5 Vlamingen hebben vertrouwen in vaccins. Dat blijkt uit een studie van de UAntwerpen. Het is de eerste keer dat het vertrouwen in vaccins is onderzocht voor Vlaanderen apart. De meerderheid van de Vlamingen vindt vaccins belangrijk, doeltreffend en veilig. Maar opvallend is dat jongere volwassenen duidelijk minder vertrouwen hebben in vaccins dan oudere generaties. Er is ook minder vertrouwen in coronavaccins.

De universiteit van Antwerpen heeft in het najaar voor het eerst onderzocht hoeveel vertrouwen de Vlaming heeft in vaccins. Uit het onderzoek blijkt dat 83 procent van de bevraagde Vlamingen vaccins belangrijk vindt voor kinderen. Iets minder mensen (78,6 procent) vindt vaccins ook voor volwassenen belangrijk.

77,8 procent is het eens dat vaccins veilig zijn, 80 procent vindt vaccins doeltreffend. 74 procent van de bevraagden vindt dat vaccinatie in lijn ligt met hun religieuze, persoonlijke of filosofische overtuigingen. Alles bij elkaar vindt wel "maar" 57 procent van de mensen dat vaccins belangrijk, veilig en doeltreffend zijn én overeenstemmen met hun overtuigingen. 

Minder vertrouwen in HPV- en coronavaccins

Het vertrouwen verschilt ook per type vaccin. De vaccins tegen het humaan papillomavirus (HPV), dat onder meer baarmoederhalskanker kan veroorzaken, scoren minder goed. Ongeveer 7 op de 10 Vlamingen vinden de vaccins veilig of belangrijk.

De coronavaccins doen het zelfs nog iets minder goed. Die vindt 67,5 procent van de Vlamingen veilig, 70,9 procent vindt ze belangrijk.

Minder vertrouwen bij jongere volwassenen

Uit de studie blijkt ook dat de jongere bevolking (18-44 jaar) minder vertrouwen heeft in vaccins dan oudere generaties (45 jaar en ouder). Waar gemiddeld 57 procent van de Vlamingen vindt dat vaccins belangrijk, veilig en doeltreffend zijn en overeenstemmen met hun overtuigingen, ligt het cijfer bij de jongere bevolking rond de 40 procent. Voor 45-plussers ligt het op zo'n 68 procent.

Dezelfde conclusie kwam ook al naar voor in een overkoepelende Europese en een Belgische studie uit 2022. De Belgische studie toonde ook aan dat de leeftijdskloof ook groter wordt en dat het vertrouwen in vaccins bij jongeren is afgenomen tussen 2018 en 2022.

"Er zijn meer en meer mensen die een groeiend aantal vragen hebben rond vaccins en vooral dan over de veiligheid ervan", zegt onderzoekster Greet Hendrickx (UAntwerpen). "Dat zien we meer in de jongere populatie dan in de oudere bevolking, en ook bij ouders met jonge kinderen."

"De conclusies van ons onderzoek hebben ons toch wel wat verrast. Als we kijken naar hoeveel mensen zich laten vaccineren, dan hoort Vlaanderen tot de top in Europa. Maar als we dan kijken naar het vertrouwen in vaccins, dan komen we terecht in de middenmoot van Europa."

"Het is nu belangrijk om op te volgen of de mensen die minder vertrouwen hebben zich nog laten vaccineren. We denken dat de overheid informatiecampagnes specifiek op jongeren kan richten, zodat mensen die vragen hebben een deftig antwoord krijgen", zegt Hendrickx.

Meer vaccins tegen griep en kinkhoest

Er is dus werk aan de winkel. Vlaams minister van Volksgezondheid Hilde Crevits (CD&V) maakt vandaag ook de nieuwe vaccinatiedoelstellingen tegen 2030 bekend. 

"Dankzij onze hoge vaccinatiegraad beschermen we kinderen en volwassenen tegen de meest ernstige gevolgen van verschillende ziektes. De komende jaren willen we bepaalde doelgroepen in onze samenleving nog beter bereiken en nog beter beschermen", zegt Crevits.

Vlaanderen wil dat tegen 2030 80 procent van de 65-plussers zich laat vaccineren tegen griep, tegenover 60 procent nu. Voor pneumokokken, een bacterie die long- en hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging kan veroorzaken, ligt het streefdoel op 50 procent. 

Vlaanderen wil ook dat 9 op de 10 zwangere vrouwen zich laten vaccineren tegen griep en kinkhoest. Kinkhoest is een zeer besmettelijke ziekte die zware hoestaanvallen kan veroorzaken en gevaarlijk is voor baby's.

Het vaccin tegen kinkhoest wordt normaal toegediend bij baby's vanaf 2 maanden oud. Voor die leeftijd kunnen ze beschermd worden als de moeder zich tijdens de zwangerschap laat vaccineren. De antistoffen gaan dan via de placenta naar de foetus. In 2020 lag de vaccinatiegraad bij zwangere vrouwen tegen kinkhoest al op 85 procent, tegen griep op 62,3 procent.

Ook voor gezondheidswerkers wordt gestreefd naar een vaccinatiegraad tegen griep van 90 procent tegen 2030. Vlaanderen wil dat 9 op de 10 gezondheidswerkers die in contact komen met zuigelingen, jonge kinderen en zwangere vrouwen zich laten vaccineren tegen kinkhoest.

Tegen 2030 moeten onvoldoende bereikte groepen ook beter bereikt zijn. Het gaat vooral over groepen die door hun sociale situatie, taal, mobiliteit, werksituatie, woonplaats of herkomst minder goed geïnformeerd zijn of minder toegang hebben tot het vaccinatieaanbod.

Ook zal er de komende jaren extra aandacht gaan naar een aangepast vaccinatiebeleid voor (internationale) reizigers, voor mensen met onderliggend lijden en voor mensen die in de voedingssector werken.

Om al deze doelen te realiseren, zullen er verschillende acties genomen worden op verschillende domeinen: van een betere distributie van de vaccins, tot het uitbreiden van wetenschappelijke studies, de versterking van communicatie over vaccinatie en een sterkere samenwerking tussen vaccinatoren, partnerorganisaties en andere (lokale) partners.

Meest gelezen