HRW baseert zich op een telefonisch en persoonlijk onderzoek bij dertig personen, onder wie 23 ooggetuigen en 7 leden van nationale en internationale ngo’s. De slachtoffers zouden afkomstig zijn uit Burkina Faso en uit buurland Mali. 

Voor het onderzoek maakten HRW-medewerkers ook gebruik van foto’s en video’s die door ooggetuigen genomen werden. Daarnaast werden video’s geanalyseerd die op internet gepubliceerd werden en satellietbeelden, zegt HRW. 

De mensenrechtenactivisten gaan ervan uit dat het leger de aanvallen uitvoerde met in Turkije geproduceerde Bayraktar TB2-drones, die tot vier lasergestuurde precisieraketten kunnen afvuren. De regering deelde na de droneaanvallen via de door de staat gecontroleerde media mee dat talrijke islamistische strijders gedood waren. Over burgerslachtoffers bleef het stil. HRW beschuldigt het leger ervan dat het grote groepen mensen aangevallen heeft en zo het oorlogsrecht geschonden heeft.  

Het West-Afrikaanse Burkina Faso ligt naast Mali en Niger in het Sahelgebied dat geterroriseerd wordt door gewapende groeperingen. Die groeperingen zijn onder meer met terreurorganisaties Al-Qaida en IS gelinkt. Het grensgebied van de drie landen is een van de gevaarlijkste regio’s ter wereld. Sinds een staatsgreep in 2022 wordt Burkina Faso geleid door een militaire overgangsregering.