Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBoerentoren

‘Er gaat toch ook niemand de top van de Eiffeltoren of de bovenste bol van het Atomium vergroten’: hoe moet het verder met de Boerentoren?

Zo zou de skyline van Antwerpen eruitzien volgens het vorige ontwerp van Libeskind. Huts kondigde afgelopen weekend aan dat er nieuwe plannen in de maak zijn.Beeld BELGA_HANDOUT

De gigantische glazen ijsschots van de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind komt niet boven op de iconische Antwerpse Boerentoren. Eigenaar Fernand Huts werkt aan een ander plan. Maar wat dat dan wordt? ‘Je blijft gewoon af van de iconische kroon.’

Heeft u hem gehoord, de zucht van verlichting die er afgelopen weekend in de vaderlandse architectuurminnende middens geslaakt werd? Er komt geen “spektakelarchitectuur uit de jaren tachtig”, geen “absurde grootspraak in Dubaistijl” en dus geen “glazen gedrocht” boven op de Boerentoren.

“Het was nooit de bedoeling om dit sowieso uit te voeren”, kondigde Fernand Huts afgelopen weekend laconiek aan op een decadent persuitstapje. Officieel luidt de uitleg dat een ontwerpwedstrijd altijd maar een eerste stap is in zo’n groot project en dat het logisch is dat plannen evolueren naarmate je het gebouw beter leert kennen. Officieus hoor je dat de snoeiharde kritiek van onder meer de gewezen en huidige Vlaamse Bouwmeesters die we hierboven recycleerden wel degelijk is aangekomen.

Haventycoon Huts kocht het historische gebouw in het centrum van Antwerpen in 2020 voor 40 miljoen euro nadat KBC er decennialang kantoor gehouden had. Vervolgens schreef Huts een wedstrijd uit, hij wilde van de eerste wolkenkrabber van Europa, die dateert uit 1930, een cultuurtoren maken die toegankelijk zal zijn voor het brede publiek. Het opvallende ontwerp van de Pools-Amerikaanse architect Libeskind droeg daarvoor Huts’ voorkeur weg.

Die wordt nu opnieuw naar de tekentafel gestuurd. Huts houdt Libeskind dus wel degelijk aan boord en de bedoeling is ook nog steeds dat er in de Boerentoren een museum gevestigd wordt waar de uitgebreide kunstcollectie van de familie Huts tentoongesteld wordt – inclusief Trinity, het fameuze 66 miljoen jaar oude dinosaurusskelet dat werd samengesteld uit drie T-rexen.

Zullen ook in het art-decogebouw worden ondergebracht: verschillende horecagelegenheden, een filmzaal, exporuimtes waar werken uit musea van over de hele wereld getoond kunnen worden, een “verrassende shoppingexperience met bijzondere aandacht voor Vlaamse en Belgische producten”, en niet te vergeten: een panoramische kroon met verbluffend uitzicht van het Atomium in Brussel tot de Bocht van Bath in Nederland.

Hoe dat allemaal gerealiseerd zal worden en hoe het eruit zal zien, daarover blijft de informatie voorlopig erg vaag. Loste Huts al wel: de ‘koterijen’ net onder de bekende reclamepanelen waar decennialang KBC op prijkte, zullen afgebroken worden. Er zal ook een tweede panoramazaal worden bijgebouwd, boven op de huidige op de 24ste verdieping die momenteel slechts toegankelijk is voor maximaal twintig personen per keer. Huts wil de beperkingen die de brandvoorschriften opleggen wegwerken en de bezoekersstroom efficiënter laten verlopen.

Champagne

Als er zondag als vervolg op die zucht van opluchting toch geen champagne ontkurkt is, dan heeft dat precies daarmee te maken: de grote criticasters van het vorige ontwerp zijn er allesbehalve gerust in dat het volgende plan van Libeskind en mecenas Huts beter zal zijn dan het vorige. Zij spuien immers nog mist op de vraag of er nog een volume boven op de toren komt, er is evenmin al uitsluitsel of het beeldbepalende silhouet in het nieuwe ontwerp behouden blijft.

“Laat ons hopen dat ons verzet iets afgedaan heeft”, zegt huidig Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs voorzichtig. “Ik blijf het een uitstekend idee vinden om de Boerentoren te herbestemmen als museum. Gebouwen overleven hun functie, goede gebouwen gaan eeuwen mee, natuurlijk krijgen ze dan andere bestemmingen. Voor mij is het van maatschappelijk belang dat zeker het gelijkvloers van zo’n gebouw een relatie heeft met de stad en dat zal door zo’n museumfunctie zeker het geval zijn. Maar of Libeskind dit tot een goed eind zal brengen? Hij zoekt duidelijk heel erg de breuk op met het bestaande gebouw.”

Libeskind mag dan te boek staan als toparchitect – hij is de man achter het ingetogen Joods Museum in Berlijn – zijn vakgenoten lopen niet direct hoog met hem op. Libeskind tekende namelijk ook voor veel exuberantere projecten zoals het nieuwe World Trade Center in New York of het uit glasscherven opgetrokken volume dat uit het oude Ontario Museum in Toronto breekt. En dat is precies wat de Wieërs en ook zijn voorgangers zulke zorgen baart.

“Uit niets blijkt dat Libeskind, of Huts, het gebouw begrijpt”, zegt Leo Van Broeck scherp. Laat het woord ‘Boerentoren’ vallen en de gewezen Vlaamse Bouwmeester (2016-2020) en geboren Antwerpenaar brandt los in een niet te stoppen woordenstroom.

Huts speelde te veel cavalier seul, vindt hij, zonder rekening te houden met de beste ontwerpen uit een eerdere wedstrijd. Dat de CEO van Katoen Natie en Indaver noch bij de keuze voor Libeskind, noch in de voorafgaande fase waarbij de parameters voor de wedstrijd bepaald werden het Agentschap Erfgoed of de Bouwmeesters consulteerde: het zit hem erg hoog.

“Normaal worden wij bij grote openbare projecten zo’n twee à drie jaar vooraf geconsulteerd. Onze diensten helpen een bouwheer om de juiste vraag te stellen wanneer hij een opdracht uitschrijft. Geen enkel ontwerp kan namelijk het goede antwoord zijn op een foute vraag.”

Kroonjuweel

Het idee om een museum in de toren te maken, vindt Van Broeck wel een goede zaak. “Op de benedenverdieping kan je zeker een exporuimte make voor de grote stukken. Maar die toren is gewoon veel te smal. Je past je inhoudelijke plannen aan het gebouw, en niet omgekeerd. De Boerentoren is een icoon, net zoals het Atomium, de Eiffeltoren en de Boekentoren in Gent. Daar zijn ook al tentoonstellingen geweest, maar niemand gaat de kroon van de Boekentoren, de top van de Eiffeltoren of de bovenste bol van het Atomium vergroten.”

Hij gaat verder: “Dat geldt ook voor de panoramazaal: het interieur en de circulatie optimaliseren, de bezettingsgraad van de zaal lichtjes opdrijven, dat kan allemaal. Maar je komt niet aan de kubistische kroon, met de vier rechthoekige ramen en de gesloten kroon van groen gepatineerd koper. Daar blijf je gewoon af.”

Een interessante stelling, want mag je aan erfgoed dan helemaal niet raken? Het spreekt voor zich dat niemand tegen noodzakelijke renovaties is: niemand wil de Antwerpse kathedraal zien instorten door verval of een Brussels stadhuis zonder elektriciteit, verwarming of internet. Willen we dat de komende generaties onze historische gebouwen niet alleen van op plaatjes kennen, dan moeten we ze verzorgen.

Maar moet dat dan altijd zonder dat er uiterlijk iets wezenlijks verandert? Nee, luidt het antwoord meteen als we ze stellen aan Vlaams minister Matthias Diependaele (N-VA), bevoegd voor Onroerend Erfgoed. Ook niet in het geval van de Boerentoren. “De gevel en de staalstructuur van het gebouw zijn beschermd, maar dat wil niet zeggen dat er niets mogelijk is. Het Agentschap Onroerend Erfgoed hanteert daar een open vizier.”

Diependaele verwijst daar naar eerdere projecten die de goedkeuring kregen van zijn agentschap. Om het Lam Gods tot zijn recht te laten komen werd er een doorgang geboord in een eeuwenoude muur van de Sint-Baafskathedraal. Het Steen kreeg een nieuwe druk besproken aanbouw. Aan het Gravensteen gaf het agentschap Onroerend Erfgoed zelfs goedkeuring voor een glazen lift aan de buitenzijde.

Beeld Stefaan Temmerman

Over de nieuwe plannen van Huts kunnen Diependaele en zijn agentschap nog geen uitspraken doen: ze zijn nog niet op de hoogte gebracht van de finale bouwaanvraag. Hun leidraad: als het met respect voor het monument is, zijn verbouwingen niet bij voorbaat uitgesloten.

Bouwmeester Wieërs is het daarmee eens. Hij is ook niet d’office tegen een nieuwe ‘kroon’ boven op de Boerentoren. “De huidige topping is ook niet origineel uit de jaren dertig. Wat mij betreft kan er wel degelijk nog iets aan aangepast worden. Maar dan niet op de manier die Libeskind voorstaat. Hopelijk wordt zijn nieuwe ontwerp er eentje dat het gebouw niet belachelijk maakt. Hij zoekt graag het conflict op tussen oud en nieuw, wat ooit een strekking was”, stelt hij.

“Vandaag zijn architecten het er al lang over eens dat continuïteit een veel beter plan is: als je aan erfgoed raakt, dan doe je dat op een manier die aansluit bij het karakter van het gebouw. Door dezelfde materialen te gebruiken, of in hetzelfde kleurschema te blijven, en zeker door de kenmerkende symmetrie van het gebouw te respecteren.”

Unieke wolkenkrabber

Wil u nu meteen “En wat dan met het Havenhuis?” roepen? Wel, wij ook. Daar is toch ook een historisch gebouw overvleugeld door een glazen constructie? Maar dat is een vergelijking die noch volgens Wieërs, noch volgens Van Broeck steek houdt. “Het oude gebouw was al een kopie van een gebouw dat ooit op het Eilandje stond. Bovendien is het in de jaren twintig gebouwd in een renaissancestijl die toen al lang achterhaald was. Niets aan dat gebouw is met andere woorden origineel.”

Van Broeck haalt er nog een hele reeks andere voorbeelden bij. Van de Sparsupermarkt in het Teatro Italia in Venetië, over de Dominicanenkerk in Maastricht met zijn boekenwinkel, tot de opera van Lyon waar een glazen koepel boven op gezet werd. Het verschil voor hem: allemaal mooie gebouwen, maar alles behalve uniek in hun soort.

“Dat is de Boerentoren als eerste wolkenkrabber van Europa dus wel. Hij is bovendien gezichtsbepalend voor de stad. Natuurlijk verandert de skyline van een stad constant, dat hoort zo. Een stad waarvan de skyline niet verandert, die is uitgestorven. Dat Huts een futuristische toren zet op een perceel in de buurt: ik zal hem niet tegenhouden. Maar iedereen moet het typische silhouet van de Boerentoren kunnen blijven herkennen. Zo niet is het hele project mislukt.”