Direct naar artikelinhoud
InterviewUlrike Herrmann

Groene groei is een illusie, zegt Duitse journaliste Ulrike Herrmann: ‘We moeten onze economie halveren’

Ulrike Herrmann: ‘Eigenlijk moeten we nu al klimaatneutraal zijn, niet over dertig jaar.’Beeld Marlena Waldthausen / Mondadori Portfolio

Om het voortbestaan van de mens te redden pleit de Duitse journalist Ulrike Herrmann voor een oorlogseconomie naar Brits model met door de overheid bepaalde rantsoenering. Maar de consumptie halveren, kan dat wel? ‘Het zal sowieso gebeuren. Dat is iets wat veel mensen niet begrijpen.’

In 1978 kwam de film Grease uit en werd Karol Wojtyla gekozen tot paus Johannes Paulus II. De meeste Europeanen hadden het goed, maar leefden een stuk soberder dan nu: niet zo vaak uit eten en één keer per jaar op vakantie, met de tent naar Frankrijk of Italië.

Om de planeet te redden moeten we terug naar het consumptieniveau van 1978, schrijft de Duitse journalist Ulrike Herrmann in haar boek Das Ende des Kapitalismus.

De economie moet gehalveerd worden, omdat de aarde haar grenzen heeft bereikt. “In 1978 groeiden de universiteiten, er was een verzorgingsstaat, we hadden een oudedagsvoorziening, niemand leed honger. We hadden het goed. Als we onze consumptie halveren, hoeven we niet terug naar het stenen tijdperk. Bovendien gaan we natuurlijk niet letterlijk terug naar 1978. Technologische vooruitgang, zoals de sterk verbeterde kankerbehandeling, blijft behouden. Internet blijft ook bestaan, al geldt dat misschien niet voor sommige toepassingen die veel energie vergen, zoals het streamen van films op je telefoon.’

Aan het kapitalisme met zijn ongebreidelde groei zal een einde komen, denkt Herrmann, omdat groene energie schaars en duur zal blijven. Sommige dingen zullen niet meer mogelijk zijn: vliegen, hogesnelheidstreinen, een privéauto voor iedereen, veel vlees eten. “Maar de productiviteit van de economie is hoger dan in 1978. Bij dezelfde welvaart zullen we minder hard hoeven te werken”, zegt Herrmann in een Berlijns café in het gebouw van Taz, de kleine linkse krant waar ze redacteur economie is.

In Duitsland is Herrmann een bekende opiniemaker, regelmatig te gast in talkshows. In 2022 schreef ze haar boek over het kapitalisme, dat een bestseller werd met meer dan honderdduizend verkochte exemplaren. Het is een prikkelend boek. Veel klimaatdenkers blijven steken in een moralistisch pleidooi voor consuminderen. Herrmann beschrijft een alternatief model om consumptie en productie drastisch te beperken.

Het klimaat kan alleen gered worden door een oorlogseconomie, betoogt zij, geïnspireerd door de Britse economie van de jaren dertig. Destijds moesten de Britten zich in snel tempo bewapenen, omdat ze te laat hadden ingezien dat nazi-Duitsland een existentiële dreiging vormde. De particuliere consumptie werd tot de helft gereduceerd, om geld en productiecapaciteit vrij te maken voor de oorlogsindustrie. Consumptiegoederen gingen op rantsoen, de staat coördineerde de productie.

“Ik denk dat het onze toekomst is, de combinatie van rantsoenering en overheidsplanning in een economie waarin bedrijven in privébezit blijven”, zegt Herrmann. “Het zal sowieso gebeuren. Dat is iets wat veel mensen niet begrijpen. Ze zeggen: ik wil verder blijven vliegen, vlees eten en grote eengezinswoningen bouwen. Maar dan zal de klimaatcrisis zich zo verscherpen dat de economie in elkaar stort. En dan heb je alsnog rantsoenering en overheidsplanning nodig om de klimaatchaos onder controle te krijgen. Daarom kun je beter het systeem van tevoren op een slimme manier bijsturen.”

Maar u weet toch ook niet zeker of de economie zal instorten? Is er niet een ander scenario mogelijk, waarin de opwarming van de aarde wordt tegengegaan door technologische innovatie?

“Begrijp me goed: ik ben geen criticus van het kapitalisme. Ik vind het systeem fascinerend, omdat het zoveel groei en welvaart mogelijk heeft gemaakt. Dus ik zou een grote voorstander van groene groei zijn. Het probleem is alleen dat groene groei een illusie is, omdat de groene energie schaars en duur zal blijven. Ik geloof dat veel mensen niet beseffen dat we pas aan het begin van de Energiewende staan. Op dit ogenblik wordt iets meer dan 5 procent van de Duitse energievoorziening gedekt door wind en nog geen 3 procent door zon.”

Toch wordt bijna de helft van de elektriciteit door zon en wind opgewekt.

“Ja, dat zeggen de voorstanders graag. Maar dan vergeten ze dat we ook benzine, diesel, gas en kolen verbruiken. Als je die energie allemaal door elektriciteit wilt vervangen, heb je veel meer hernieuwbare energiebronnen nodig.

“Dan krijg je een probleem met de infrastructuur. Je hebt ongelooflijk veel windmolens en zonnepanelen nodig, die ook weer veel schaarse grondstoffen vereisen. Bovendien schijnt de zon niet altijd en waait het ook niet altijd. Je moet die energie opslaan, in accu’s of in groene waterstof. Accu’s zijn duur, groene waterstof moet nog tot ontwikkeling komen en zal duur en inefficiënt zijn.”

Maar wie weet welke innovaties de mens nog in petto heeft. In uw boek noemt u zelf de Amerikaanse bioloog Paul Ehrlich, die in de jaren zestig voorspelde dat er honderden miljoenen mensen onvermijdelijk zouden sterven omdat de aarde hen niet meer kon voeden. Door verbeterde landbouwmethoden is er nu voedsel voor miljarden mensen extra.

“Paul Ehrlich zag niet dat er veelbelovend onderzoek naar betere landbouwmethoden werd gedaan. Ik zie op dit moment geen technologie die snel voor een oplossing zal zorgen. En we hebben heel snel een oplossing nodig. Eigenlijk moeten we nu al klimaatneutraal zijn, niet over dertig jaar.

“Maar ik vind dit wel een heikel punt. Ik ben immers geen ingenieur, maar heb filosofie en geschiedenis gestudeerd. Natuurlijk heb ik veel onderzoek gedaan, maar ik ben altijd een beetje bang geweest dat er een ingenieur zou opstaan die zei: u hebt die en die technologie over het hoofd gezien waarmee we alles gaan oplossen. Dat is niet gebeurd. Integendeel, ik geef nu lezingen voor ingenieurs. Ze vinden het heel interessant, omdat ze vaak zo specialistisch werken. Mijn boek geeft ze een totaaloverzicht.”

Waarom is de Britse oorlogseconomie een model dat tot inspiratie kan dienen?

“Natuurlijk is het maar een voorbeeld, maar ik vond het een mooi voorbeeld, omdat Groot-Brittannië een democratie was, waar de civiele economie fors moest inkrimpen. In korte tijd creëerden de Britten een nieuwe economische orde om zich tegen Hitler te verdedigen. Een private, democratische planeconomie. Fabrieken en bedrijven bleven in privaat eigendom, anders dan in de Sovjet-Unie. Maar de staat bepaalde wat er geproduceerd werd, en hoeveel. De schaarse goederen werden eerlijk verdeeld. Rantsoenering was populair omdat arm en rijk evenveel kregen.

“Je kunt het ook aan de markt overlaten. Dan wordt energie heel duur, kunnen de rijken zich nog steeds van alles veroorloven en de rest niets meer. Dat is fataal voor het draagvlak van klimaatbeleid.

“Daarom is de manier waarop zonnepanelen en warmtepompen worden gesubsidieerd ook zo slecht. Iedereen betaalt mee aan die subsidies, ook de armen die zichzelf geen zonnepanelen of warmtepompen kunnen veroorloven. Dat leidt er natuurlijk toe dat de onderkant van de samenleving het gevoel heeft: wij betalen voor klimaatbeleid en de rijken hebben uiteindelijk een elektrische auto. En vervolgens stemmen ze op de AfD.”

Ulrike Herrmann: ‘Ik ben geen criticus van het kapitalisme. Ik vind het systeem fascinerend, omdat het zoveel groei en welvaart mogelijk heeft gemaakt. Dus ik zou een grote voorstander van groene groei zijn. Het probleem is alleen dat groene groei een illusie is, omdat de groene energie schaars en duur zal blijven.’Beeld Marlena Waldthausen

Maar zouden ze wel stemmen op een partij die de consumptie wil halveren? Hoe realistisch zijn uw ideeën in een democratie?

“Als ik nu een partij zou stichten, dan zou ik 0,002 procent van de stemmen halen. Maar je moet politiek en analyse scheiden. Als je zegt: je kunt alleen ideeën bedenken waarvoor een meerderheid bestaat, dan hoef je ze niet meer te bedenken, want ze worden al door een meerderheid gedeeld.

“Ik kan heel goed begrijpen dat er nu geen politici en partijen zijn die een Britse oorlogseconomie willen instellen. Dat zou electorale zelfmoord zijn. Ik bekritiseer de partijen ook niet. Maar in het maatschappelijk debat heb je ook mensen nodig die zich afvragen of het mogelijk is wat de meerderheid wil.”

In Nederland spreekt Geert Wilders, winnaar van de verkiezingen, van ‘klimaatgekte’. Wordt klimaatbeleid niet steeds moeilijker uitvoerbaar door de opmars van radicaal-rechts?

“Radicaal-rechts doet alsof de klimaatcrisis een uitvinding van de Groenen is, van een groene elite die het volk wil knevelen. Maar dat is slechts een overgangsperiode, omdat de klimaatcrisis zich zodanig zal verergeren dat zij niet meer te ontkennen zal zijn. Het idee dat de klimaatcrisis ingebeeld is, zal geen stemmen meer trekken. Het probleem is natuurlijk dat we daardoor nog meer tijd verliezen.”

De Britse oorlogseconomie was een tijdelijke inspanning in de strijd tegen een buitenlandse vijand. De inperking van consumptie en productie voor het klimaat zou voor altijd zijn. Accepteren mensen dat?

“Na de oorlog keerde de groei in Groot-Brittannië terug. Nu zouden we serieus moeten krimpen. Maar wel op een hoger niveau. We zouden even rijk zijn als in 1978, niet zo arm als de Britten in 1939. Het is een kwestie van overleven. Je kunt niet discussiëren met de natuur. Zelfs nu zijn de risico’s al enorm. Neem alleen al de mogelijkheid van een grote droogte. Op elk moment kunnen we worden getroffen door een megadroogte in de VS, Europa en Rusland, waardoor de mondiale graanoogst verloren gaat. Dan keert honger terug, niet alleen in Afrika.

“Natuurlijk zijn er grote verschillen tussen de huidige situatie en die van Groot-Brittannië in 1939. Maar de analogie is heel sterk als je kijkt waarvoor het geld gebruikt wordt. Als je je land verdedigt, zoals de Britten in 1939 deden en de Oekraïners nu, geef je miljarden uit om iets te herwinnen dat daarvoor gratis was – leven in vrede. Dat geldt ook voor de klimaatcrisis. We moeten miljarden uitgeven voor iets wat tot dusver gratis was, overleven op de planeet.”

Ziet u het niet al te dramatisch? Kun je zulke grote offers vragen terwijl je nooit kunt weten of de wereld daadwerkelijk ten onder zal gaan?

“Naar alles wat we weten is de situatie dramatisch. Als je de data van klimaatonderzoek serieus neemt, moeten we morgen meteen stoppen met de emissie van CO2. Maar veel mensen denken natuurlijk dat het zo’n vaart niet zal lopen. De klimaatcrisis overvraagt de mens, omdat zij systemisch en dynamisch is. De meeste mensen denken statisch. Ze denken niet in systemen en kijken niet verder dan hun tuinhek. Dat bedoel ik niet als kritiek, het is nu eenmaal zo. En daardoor wordt alles natuurlijk heel moeilijk.”

Het einde van het kapitalisme is geen blijde boodschap. Met een beetje consuminderen komen we er niet, betoogt Herrmann. De mens zal zijn consumptie en productie moeten inperken in een mate die door velen als draconisch zal worden ervaren. Bovendien moet hij zijn vrijheid opgeven in een systeem van rantsoenering dat wordt gestuurd door de staat.

Hermann beseft ten volle hoe moeilijk dat zal zijn: “Ik heb mijn boek ook geschreven voor een jonge generatie van klimaatactivisten. Veel jongeren denken: wij hebben een gigantisch probleem, ons voortbestaan staat op het spel en toch gebeurt er vrijwel niets. Het gevaar is dat zij teleurgesteld raken in de politiek en de democratie. Ik wilde uitleggen waarom er zo weinig gebeurt. Het gaat niet om het vinden van technologische oplossingen, maar om economische problemen die ten diepste met het kapitalisme verbonden zijn. Je kunt individuele politici niet de schuld geven dat er zo weinig gebeurt. De kiezers moeten bereid zijn te veranderen. Zij moeten bereid zijn om krimp te accepteren.”

Een oorlogseconomie klinkt heel draconisch. Misschien zou u meer de voordelen van het einde van het kapitalisme moeten benadrukken. Minder stress, ratrace, burn-out.

“Bij lezingen krijg ik vaak te horen: u pleit voor een oorlogseconomie, dat klinkt zo negatief. Kunt u niet een wat positiever begrip gebruiken? Maar ik houd toch vast aan de term oorlogseconomie, omdat we van allerlei dingen moeten afzien, en dat zal voor veel mensen heel bitter zijn. Bij krimp denken mensen vaak: we kunnen niet meer naar Bali vliegen. Maar consumptie is niet het moeilijkste aspect van zo’n verandering. Veel moeilijker is de productie. Veel mensen zullen hun baan verliezen.

“Als vliegen niet meer mogelijk is, tref je alleen al in Duitsland 850.000 mensen die direct of indirect van de luchtvaart afhankelijk zijn. Als de economie krimpt, zullen veel mensen in de verzekeringsbranche, de banken, de auto-industrie, chemie, staal en andere sectoren hun baan verliezen. Ze zullen iets anders moeten zoeken. Dat moet je begeleiden. Je zult ervoor moeten zorgen dat ze inkomen hebben, perspectief moeten bieden. Niettemin zullen velen het verlies van hun baan betreuren.’

Kunnen we onze economie wel inkrimpen op een moment dat Europa door Rusland wordt bedreigd?

“Nee, krimp is onmogelijk zolang Rusland en China klaar staan om elke zwakheid uit te buiten. Klimaatbeleid is alleen mogelijk als alle grote landen (de G20) meedoen. Niet alleen vanwege mogelijke oorlogen. Het heeft geen zin als Europa de economie inkrimpt, terwijl China nog altijd enorme hoeveelheden steenkool opstookt. Maar ik ben tamelijk optimistisch over een gezamenlijke mondiale inspanning, omdat vrijwel alle landen harder getroffen zullen worden door de klimaatcrisis dan Duitsland of Nederland. Dat geldt zeker voor China, dat een woestijn dreigt te worden.”

Toen ik uw boek uit had, was ik pessimistisch. Als uw analyse klopt, lijkt de situatie me uitzichtloos. Hoe moeten we dit ooit voor elkaar krijgen?

“De Britten hebben het in korte tijd voor elkaar gekregen. Technisch is het niet zo moeilijk, het is politiek moeilijk. Ik ben intellectueel pessimistisch, maar emotioneel optimistisch. Misschien omdat je alleen kunt leven als je optimistisch bent over een oplossing voor de klimaatcrisis.”