Vorig jaar maakten elke maand gemiddeld 93.876 mensen gebruik van ouderschapsverlof. Vergeleken met 2022, toen de RVA maandelijks gemiddeld 86.310 onderbrekingsvergoedingen voor ouderschapsverlof uitkeerde, gaat het om een stijging met bijna 9 procent. Toen ging het om het op een na hoogste cijfer ooit, na 2020.

Tijdens dat eerste jaar van de coronapandemie voerde de federale regering het zogenaamde coronaverlof tijdelijk in, een extra vorm van ouderschapsverlof voor werkende ouders met jonge kinderen die toen soms op thuisonderwijs aangewezen waren. Het deed de onderbrekingsuitkeringen voor ouderschapsverlof stijgen van gemiddeld 68.688 per maand in 2019 tot 90.339 in 2020.

Sinds de coronapandemie raakte het stelsel meer en meer ingeburgerd en zitten de ouderschapsverlofuitkeringen fors in de lift. Vooral meer mannen zijn ouderschapsverlof beginnen op te nemen. Ter illustratie: in het laatste kwartaal van 2023 is het aantal uitkeringen bij mannen op jaarbasis met 12,6 procent gestegen, tegenover 7,7 procent bij vrouwen. In absolute cijfers blijven wel nog bijna dubbel zoveel vrouwen als mannen ouderschapsverlof opnemen.

Ouders hebben voor ieder kind tot 12 jaar recht op maximaal 4 maanden ouderschapsverlof. Zij krijgen dan een vervangingsinkomen van de RVA. Het gros van de mensen die ouderschapsverlof opnemen, kiest ervoor om vier vijfde te gaan werken.