Vier extra grindstoken en nieuwe finale: Strade Bianche telt dit jaar 215 kilometer

De achttiende editie van de Strade Bianche start en eindigt nog steeds in Siena, maar de finale krijgt toch een ander beeld. De voorbije edities reden de renners na de elfde grindstrook Le Tolfe, de steile helling waar Wout van Aert en Mathieu van der Poel in 2020 en 2021 hun beslissende aanval plaatsten, meteen richting het Piazza del Campo.

Op 2 maart krijgen de renners na Le Tolfe nog vier grindstroken voor de kiezen. Via nieuwe grindstroken ‘Strada del Castagno’ (1,3 km) en ‘Montechiaro’ (3,3 km) rijden de renners nog een tweede keer over de grindstroken van ‘Colle Pinzuto’ (2,4 km) en ‘Le Tolfe’ (1,1 km). In totaal telt het parcours dus vijftien grindstroken, goed voor in totaal 71,8 kilometer aan onverharde wegen.

In de vorige edities bleef de grindklassieker in Toscane steken op een afstand van 184 kilometer. Te weinig om ooit aanspraak te maken op de titel van het zesde monument. De Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik, de Ronde van Lombardije en Milaan-Sanremo tellen 240 kilometer of meer. Met het nieuwe parcours telt Strade Bianche voortaan 215 kilometer. Een voorzichtig stapje richting een hogere status.

Ook het parcours van de dames is veranderd. De afstand blijft quasi hetzelfde: 137 kilometer in plaats van 136 kilometer in 2023, maar het parcours telt wel meer grindstroken: van twaalf naar acht. Anders dan bij de mannen liggen de extra grindstroken niet in de finale, maar in het middenrif van de koers.