Vooral duurdere zuivelproducten, huishoudelijke diensten, brood en granen, alcoholische dranken en huurprijzen droegen bij aan de inflatie in januari. Lagere energie- en brandstofprijzen en goedkopere vliegtickets en hotelkamers wogen dan weer het meest op de inflatie.

De voedingsinflatie - inclusief alcoholische dranken - bedraagt nog steeds 6,58 procent, maar daalt zo wel voor de tiende maand op rij. Voeding vertegenwoordigt momenteel 1,31 procentpunten van de inflatie.

Grootste stijgers

Bovenaan de lijst met producten die de grootste prijsstijgingen kenden, staan dan ook vooral voedingsmiddelen. Verse zeevruchten waren in januari meer dan de helft duurder dan in dezelfde maand in 2023. Ook bijvoorbeeld gerookte vis en zeevruchten (+38,5 procent), olijfolie (+29,4 procent) en aardappelen (+16,6 procent) kenden fikse prijsstijgingen.

Aardgas en elektriciteit werden dan weer fors goedkoper: de prijzen lagen respectievelijk 51,9 en 31,7 procent lager dan een jaar geleden. Ook thee (-15,5 procent), televisies (-9,6 procent) en ontbijtgranen (-9,1 procent) kenden grote prijsdalingen.

Kerninflatie

De kerninflatie daalde in januari voor de achtste maand op rij tot 4,70 procent (5,47 procent in december). Die houdt geen rekening met de prijzen van energie en onbewerkte voedingsmiddelen en is daardoor minder volatiel. Die graadmeter geeft de onderliggende evolutie van de kosten van het levensonderhoud weer.

De totale inflatie van 1,75 procent in januari komt overigens hoger uit dan de 1,56 procent die het Federaal Planbureau eerder deze maand had vooropgesteld in zijn prognoses. Voor de komende maanden gaat de instelling uit van inflatiecijfers rond de 3 procent. Voor heel 2024 verwacht het Planbureau een inflatie van 3,2 procent.