België handhaaft score in ranglijst die corruptie inschat, deelt positie met Japan en Uruguay

De ngo gaat elk jaar na hoe het met de corruptie in de openbare sector is gesteld. Op basis van de inschatting van experten wordt daarbij aan 180 landen een score tussen 0 (erg corrupt) en 100 (corruptievrij) toegekend.

België staat op de zestiende plaats in de lijst met 73 punten, dezelfde score die ons land in 2021 en 2022 behaalde. Net als Japan en het Zuid-Amerikaanse land Uruguay. België doet het beter dan IJsland (72), Oostenrijk en Frankrijk (beide 71). Ons land moet wel de andere buurlanden Nederland (79), Duitsland en Luxemburg (beide 78) voor zich laten.

Bovenaan de lijst staan Denemarken met 90 punten, Finland (87), Nieuw-Zeeland (85), Noorwegen (84) en Singapore (83). Onderaan de lijst met 180 landen staan Somalië (11), Venezuela (13), Syrië (13) en Zuid-Soedan (13), landen die in crisis verkeren. Van de EU-landen scoort Hongarije (42) het slechtste. Dat land zakte onder premier Viktor Orban naar de 76ste plaats in de ranking.

Meer dan twee derde van de landen op de lijst scoort lager dan 50 op 100, wat er sterk op wijst dat ze ernstige corruptieproblemen hebben, aldus de ngo. Het wereldwijde gemiddelde ligt op slechts 43. De grote meerderheid van de landen boekte het voorbije geen vooruitgang of ging erop achteruit, klinkt het. “Drieëntwintig landen zakten naar hun laagste score ooit dit jaar.”

“Een zwakke verantwoordingsplicht en politieke corruptie ondermijnen de rechtstaat in een regio waar mensen hun vertrouwen in de instellingen verliezen”, zegt Transparency International over corruptie in EU-landen. “In de meest alarmerende gevallen hebben kleine belangengroepen te veel controle over politieke besluitvorming. In andere gevallen hebben regeringen het gemunt op journalisten, klokkenluiders en andere waakhonden.”