Betogers vernielen monument ter ere van staalpionier John Cockerill op Luxemburgplein in Brussel

Tijdens een boerenprotest in de buurt van het Europees Parlement in Brussel is een deel van het monument op het Luxemburgplein ter ere van staalpionier John Cockerill van zijn sokkel gehaald. Het gaat om het standbeeld van de mecanicien Beaufort, een van de vier arbeiders die zijn afgebeeld rond het monument van de voormalige Belgisch-Britse industrieel.

Het Luxemburgplein in Elsene, in de omgeving van het Europees Parlement, vormt vandaag het hart van de boerenbetoging. Meer dan duizend tractoren zijn vanuit alle hoeken van het land en het buitenland naar de hoofdstad afgezakt. De landbouwers willen daarmee hun ongenoegen uiten over het Belgische en Europese landbouwbeleid. Ze betogen onder meer tegen de administratieve rompslomp, te strenge Europese normen en te lage prijzen.

De betogers hebben ook hun woede gekoeld op het monument in het midden van het Luxemburgplein. Het gaat om een monument ter ere van de Belgisch-Britse industrieel John Cockerill dat werd gemaakt in 1871 en ingehuldigd in 1872.

Betogers verzamelen rond het monument ter ere van John Cockerill op het Luxemburgplein.
Een van de bronzen beelden rond Cockerill werd van zijn sokkel gehaald.

Beeldhouwer Armand Cattier brengt met het standbeeld niet alleen hulde aan een van de pioniers van de staalindustrie in België, maar ook aan de arbeiders van de sector. Die worden vertegenwoordigd door vier bronzen beelden rond de industrieel. Ze stellen arbeiders van Cockerill voor: de smid Lognoul, de mecanicien Beaufort, de puddelaar (ijzerbewerker) Lejeune en de mijnwerker Jacquemin.

Het is mecanicien Beaufort die door de betogers van zijn sokkel werd gehaald en vervolgens omringd werd door brandende pallets. Op de plaats van het standbeeld werd een pop geplaatst.

Het beeld van mecanicien Beaufort werd verschroeid achtergelaten op het Luxemburgplein.
PRE
Op de plaats van het beeld hangt nu een pop.

"Goedkoop vandalisme"

De schepen van patrimonium van Elsene is de schade ter plaatse gaan opmeten. "De feiten hebben zich afgespeeld omstreeks 3.00 uur", vertelt schepen Yves Rouyet (Ecolo) aan persagentschap Belga. "We gaan ook bekijken met de gemeentediensten of het mogelijk en nodig is om het standbeeld in veiligheid te brengen voor het einde van de betoging."

Rouyet is niet te spreken over de actie: "Vanuit erfgoedstandpunt, is het onherstelbaar. Vanuit symbolisch oogpunt, is het een schande. De politie onderzoekt de beelden van de videocamera's om te bekijken wat er precies gebeurd is." Mogelijke daders riskeren vervolgd te worden.

Ook premier De Croo (Open VLD) reageert verbouwereerd. "Dat net John Cockerill als symbool van de Belgische industrie moet vallen, is compleet fout", schrijft hij op X. "We moeten weg van de clash tussen landbouw en industrie. Boeren en ondernemers zijn niet mekaars tegenpolen. We hebben ze beiden nodig voor een sterke en duurzame economie."

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) zegt dan weer aan Belga dat de politie zal "ingrijpen waar nodig". "Monumenten vernielen, straatinfrastructuur afbreken, kat- en muisspel met onze politiemensen, zullen worden aangepakt."

Brussels staatssecretaris voor Erfgoed en Stedenbouw Ans Persoons (Vooruit) heeft het over "goedkoop vandalisme". "Jammer voor alle mensen die vandaag wel met de juiste intenties naar onze stad kwamen", klinkt het op X.

John Cockerill - (1790-1840)

De Britse (en later ook Belgische) industrieel John Cockerill bouwde in de 19e eeuw een industrieel imperium uit in België. In 1813 nam hij samen met broer James de machinefabriek van vader William in Verviers over en enkele jaren later, in 1817, bouwden ze in Seraing de eerste hoogovens op cokes (red. in plaats van houtskool). 

De gebroeders Cockerill introduceerden daarmee de massaproductie van ijzer en staal in ons land. Ze fabriceerden niet alleen de ruwe producten, maar ook machines, schepen, locomotieven en spoorwegmaterieel. Later gingen ze zich ook bezighouden met steenkoolmijnbouw.

In 1842 zag de Société anonyme John Cockerill, een hoogoven-, staal- en metaalwarenbedrijf in Seraing het levenslicht. Gedurende meer dan een eeuw (tot in 1952) zou het bedrijf een centrale plaats innemen in de economie van de Luikse regio.

John Cockerill overleed in 1840 in Warschau en zijn stoffelijke resten werden in 1867 terug naar België gebracht. In 1871 kreeg hij een monument in Seraing en een jaar later ook op het Luxemburgplein in Brussel.

Meest gelezen