Antwerp had al aangegeven dat er na het verlies van 32 miljoen euro in 2021/22 opnieuw een significant rood cijfer zou volgen en dat is bij deze dus ook gebeurd. Eigenaar Paul Gheysens moet dan ook nog regelmatig kapitaalsverhogingen doorvoeren om de dagelijkse werking van de club te garanderen en de licentie voor profvoetbal te behalen.

RAFC zag in het vorige boekjaar zijn opbrengsten aanzienlijk stijgen (van 48,7 naar 69 miljoen euro), maar de toename van de kosten was nog van een andere categorie: van 80 naar 112,3 miljoen euro.

Veel hogere loonkost

De grootste kostenpost op de rood-witte resultatenrekeningen is die van bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen. Lonen van spelers, personeel en management dus. Die gingen van 38,4 naar 58,4 miljoen euro op één seizoen tijd. De (loon)kost van de sportieve successen is dus aanzienlijk, maar ook niet echt verrassend. Bij titels en bekers horen immers premies.

De club stelde altijd dat ze in investeringsmodus is en dat ze ooit zelfbedruipend wil worden. Lees: Gheysens is een zakenman en wil winst maken en zal niet eindeloos de verliezen blijven bijpassen.

Tegenover die grote investeringen staan sinds 2023 ook hoge inkomsten. Spelers als Pacho, Ávila en Vermeeren werden voor hoge bedragen verkocht en ook de Champions League zorgde voor een mooie duit in de Antwerpse lade. De meeste van die inkomsten zijn voor het boekjaar 2023-2024 en daarvan is dus geen spoor in deze jaarrekening.