Direct naar artikelinhoud
AchtergrondSamenleving

Na de waarschuwing van Nederlandse experts: moet ook België de bevolkingsgroei een halt toeroepen?

Na de waarschuwing van Nederlandse experts: moet ook België de bevolkingsgroei een halt toeroepen?
Beeld Kaan

Volgens de meest recente schattingen telt België tegen 2050 tussen de twaalf en dertien miljoen Belgen. Wat betekent dat voor onze arbeidsmarkt, het onderwijs en de zorg? ‘In sommige richtingen wordt het moeilijk om alle leerlingen een plek te geven.’

Welke bevolkingsgroei wordt voor België voorspeld?

Het Planbureau schatte vorig jaar dat België tegen 2050 tussen de twaalf en de dertien miljoen inwoners telt. “Natuurlijk is er veel onzekerheid als je verder vooruitblikt dan tien jaar”, zegt demograaf Patrick Deboosere (VUB). “Zo voorspelden demografen in de jaren negentig dat het aantal geboorten verder zou dalen. Maar vanaf toen tot 2010 steeg het aantal geboorten, en moesten we de bevolkingsprognoses dus naar boven bijstellen.” Inmiddels is het geboortecijfer weer gedaald tot het niveau van de jaren tachtig.

Toch blijft de Belgische bevolking in aantal toenemen, en dat komt door migratie. In 2022 kreeg België er zo’n 117.000 inwoners bij, vooral door de oorlog in Oekraïne.

Het planbureau verwacht dat op langere termijn het migratiesaldo - het verschil tussen het aantal mensen dat in België aankomt en vertrekt - zal stabiliseren. We krijgen wellicht meer migranten van buiten Europa, maar het aantal migranten vanuit Oost-Europa zal dalen. Tenminste als de EU niet verder uitbreidt richting het oosten. “In Oost-Europa vergrijst de bevolking sterk en zal het overschot aan arbeidskrachten dat die landen hadden snel verdwijnen”, zegt professor sociale statistiek en demografie Karel Neels (UAntwerpen).

Ook vergrijzing zal de komende decennia een steeds grotere rol gaan spelen, nu de babyboomgeneratie de pensioenleeftijd bereikt. Tegen 2050 zullen er alleen in Vlaanderen al een half miljoen 85-plussers zijn. Dat zijn er bijna 300.000 meer dan nu.

Woningmarkt: 400.000 woningen nodig tegen 2050

Voor Nederland was de huidige krapte op de woningmarkt een van de redenen om recent een groot onderzoek naar de bevolkingsevolutie te starten. De Nederlandse experts kwamen tot de conclusie dat er tegen 2050 2,5 miljoen woningen moeten bijkomen als de huidige bevolkingsgroei aanhoudt. De onderzoekers werpen dan ook de vraag op of de woningmarkt dat tempo kan bijhouden.

Zo’n vaart lijkt het bij ons niet meteen te lopen. Uit berekeningen van het Planbureau blijkt dat er in Vlaanderen - wonen is een regionale bevoegdheid - tegen 2040 400.000 nieuwe woningen nodig zijn. Volgens het kabinet van bevoegd minister Diependaele (N-VA) zitten we op schema: er komen jaarlijks 30.000 woningen bij in Vlaanderen.

Het probleem is alleen dat er een grote mismatch is op de Vlaamse woningmarkt. De komende jaren zal vooral de vraag toenemen naar kleinere woningen en appartementen. Dat komt doordat de huishoudens kleiner worden en jongeren steeds kleiner wonen. En dat terwijl we afstevenen op een overaanbod van grote, alleenstaande woningen. “De overheid zou erop moeten toezien dat het aantal nieuwe, grote woningen beperkt wordt, en dat er ook geen nieuwe grond verkaveld wordt”, zegt ruimtelijk planner Kristine Verachtert (Spatie maakt ruimte). “De prioriteit moet gaan naar de bouw van compacte woningen of appartementen en cohousingprojecten.”

Dat moet ook de huurmarkt ten goede komen, want daar zal zich wellicht de grootste krapte voordoen. Door de lage rente van de voorbije jaren was het erg voordelig om een huis te kopen. Daardoor zijn de woningprijzen sterk gestegen, en die worden ook doorgerekend in de huurprijzen. Zeker in de grote steden is een betaalbare huurwoning vinden een hele opgave. “Zowel op de privémarkt als in de socialewoningbouw moet het aanbod dus veel groter worden”, zegt Verachtert. Op dit moment staan zo’n 176.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Aangezien er jaarlijks gemiddeld zo’n 2.300 sociale woningen bijgebouwd worden, zou het aan het huidig tempo nog 76 jaar duren voor die wachtlijsten weggewerkt zijn.

Arbeidsmarkt. Gezocht: verpleegkundigen

Waar we rond de eeuwwisseling een teveel aan werkkrachten hadden en hoge werkloosheidscijfers, zitten we nu met een arbeidskrapte. Dat probleem zal door de vergrijzende bevolking nog veel urgenter worden. Het Steunpunt Werk, een onderzoekscentrum van de KU Leuven, kijkt daarvoor naar de ‘vervangingsgraad’. Tussen 2017 en ‘22 moesten zo’n 450.000 vacatures ingevuld worden omdat 55-plussers uit de arbeidsmarkt verdwenen. Tussen 2027 en 2032 worden dat al meer dan 640.000 vacatures.

Vooral in zakelijke dienstverlening, bijvoorbeeld de fel groeiende consultancysector, zal het een lastige opgave worden om alle vacatures ingevuld te krijgen. Ook verpleegkundigen en verzorgers in rusthuizen, dienstenchequewerknemers en werknemers in de ICT- en bouwsector zullen de vacatures voor het uitkiezen hebben.

Kunnen migranten een oplossing bieden voor die vergrijzing? Johan Wets, onderzoeksleider migratie aan het HIVA instituut (KU Leuven), vindt dat een verkeerde insteek. “Veel migranten komen hier als twintiger of dertiger aan, waardoor je dus tijdelijk veel potentiële arbeidskrachten hebt. Maar ook die migranten worden natuurlijk ouder en vragen dan op hun beurt meer zorg. Het zorgt dus hoogstens voor een uitstel van de vergrijzingsproblemen.”

De Nederlandse experts haalden in het rapport over de bevolkingsevolutie wel aan dat het verstandig zou zijn als de overheid meer ‘geschikte arbeidsmigranten’ voor sectoren als het onderwijs en de zorg zou aantrekken. “Als in bepaalde sectoren tekorten op de arbeidsmarkt ontstaan, kan arbeidsmigratie een van de oplossingen zijn, samen met het verhogen van de werkzaamheidsgraad", zegt Neels. “Die arbeidsmigratie vindt overigens al plaats, maar wordt nu vaak ingevuld via detachering en blijft zo onder de radar.”

Ook in eigen land zitten we nog met heel wat onbenut potentieel. Uit een studie dit jaar bleek dat slechts de helft van de 25- tot 64-jarige migranten van buiten de EU aan het werk is in België. Daarmee scoort België het laagst van alle Europese landen.

Het is dan ook vooral zaak om migranten beter te integreren op de arbeidsmarkt. Vlaanderen kiest er bijvoorbeeld voor om migranten na een inburgeringscursus zo snel mogelijk te lanceren de arbeidsmarkt. “Na die cursus krijgen migranten moeilijk toegang tot bijscholing of verdere taalopleiding”, zegt Dries Lens (UAntwerpen), die meedeed aan een OESO-onderzoek naar de integratie van migranten. “Dat geldt zeker voor degenen die al aan de slag zijn. Daardoor raken ze vaak moeilijk uit dat circuit van slecht betaalde en weinig stabiele jobs.”

Die moeilijke integratie geldt trouwens voor een veel bredere groep. Een vijfde van de arbeidsgeschikte bevolking is in België niet aan het werk. “Uiteraard zitten daar mensen bij die om legitieme redenen kiezen om bijvoorbeeld huisman of huisvrouw te zijn, zegt Sarah Vansteenkiste, onderzoeker bij Steunpunt Werk (KU Leuven). “Maar ook daar is er marge om de band met de arbeidsmarkt te versterken, net zoals bij arbeidsongeschikten of ontmoedigde personen door discriminatie, gebrek aan vaardigheden, mobiliteits- of taalproblemen.”

Dan is het natuurlijk nog de vraag hoe digitalisering en de AI-revolutie de arbeidsmarkt zullen veranderen. In België wordt 14 tot 39 procent van de jobs bedreigd door digitalisering, maar evengoed kunnen heel wat nieuwe jobs ontstaan. “Nadenken over arbeidsorganisatie en hoe we nieuwe technologieën kunnen inzetten, wordt dus alleen maar relevanter”, zegt Vansteenkiste.

Onderwijs: babyboomgeneratie in het hoger onderwijs

Nooit eerder waren er zoveel leerkrachten in het Vlaams onderwijs aan het werk. Toch blijft het tekort aan leerkrachten erg nijpend. De (mini)babyboom rond de eeuwwisseling zorgde vanaf 2011 voor tekorten in het basisonderwijs, en nu moet het secundaire onderwijs tot minstens 2027 door erg moeilijke jaren.

Je hoeft geen volleerde demograaf te zijn om te weten dat die babyboomgeneratie de komende jaren doorschuift naar het hoger onderwijs. Volgens een analyse van het departement onderwijs zullen er tegen 2033 582.558 18- tot 24-jarigen zijn. Dat is 13 procent meer in tien jaar tijd. Na 2033 zou dat aantal stabiliseren. Maar aangezien er op de totale groep jongeren steeds meer aan hogere studies beginnen, zal het aantal inschrijvingen aan de hogeschool of universiteit nog steeds hoger liggen dan vandaag.

Net als in het middelbaar vandaag kan dat tot problemen leiden, denkt socioloog Bram Spruyt (VUB). “Zo zal het in sommige richtingen lastig worden om alle leerlingen een plek te geven, zeker ook omdat nieuwe infrastructuur er niet meteen staat.” Ook de onderwijskwaliteit dreigt eronder te lijden, bijvoorbeeld als het voor sommige vakken onmogelijk wordt om in kleine groepen te discussiëren. En dan zijn er nog de gevolgen voor de huisvesting: de vraag naar (betaalbare) koten zal gevoelig stijgen.

Dat alles vraagt investeringen van de hogescholen en universiteiten. En die zitten nu al op hun tandvlees. Zo trok de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), waar alle universiteiten in zetelen, aan de alarmbel over de wankele financiering van het hoger onderwijs.

In het lager onderwijs is het aantal inschrijvingen al twee jaar aan het dalen. Maar vanaf 2030 wordt alweer een nieuwe golf verwacht, terwijl het onderwijs dan heel wat leerkrachten op pensioen ziet vertrekken.

Ook wordt het onderwijs steeds diverser. In het basisonderwijs is het aantal anderstalige nieuwkomers de laatste zeven jaar verdubbeld, en dat zal de komende decennia nog stijgen. Het wordt dan ook zaak om te investeren OKAN-klassen (Onthaalklassen voor Anderstalige Nieuwkomers), want daar is nu al een tekort.

Spruyt wijst er ook op dat we verdere ‘segregatie’ in het onderwijs moeten tegengaan. Hij ziet een steeds groter onderscheid ontstaan tussen ‘kwaliteitsscholen’ die streng selecteren op leerlingen, en concentratiescholen waar leerlingen met een andere thuistaal of lagere socio-economische status oververtegenwoordigd zijn. “Het is aan het beleid om strenger toe te zien op de selectiepolitiek van scholen, of je krijgt de komende decennia nog meer onderwijs op twee snelheden.”

Zorgsector: minstens 70.000 extra bedden in ouderenzorg nodig

Tussen 2030 en 2050 neemt het aantal (hoog)bejaarden in België sterk toe. Alleen in Vlaanderen komen er tegen 2040 al een klein half miljoen 65-plussers bij. Die zullen heel wat extra zorg vragen. De uitdaging voor de zorgsector wordt dan ook om voldoende nieuw personeel te vinden, terwijl er minder mensen op beroepsleeftijd zullen zijn. Een rapport van de cel Planning Gezondheidsberoepen van de FOD voorspelt dan ook dat er tegen 2043 niet genoeg verpleegkundigen zullen zijn om aan alle zorg te voldoen.

Nu al halen ziekenhuizen en woon-zorgcentra hoogopgeleide zorgverleners uit het buitenland. Zo springen op dit moment al verschillende Indiase verplegers bij in Vlaamse woon-zorgcentra. Het Vlaamse Zorgnet-Icuro is al langer vragende partij om de erkenningsprocedures voor buitenlandse diploma’s vlotter te laten verlopen.

Toch wijst professor sociaal en economisch beleid Jozef Pacolet (KU Leuven) op het risico dat we op die manier een braindrain in andere landen organiseren. Volgens hem is het verstandiger om heel wat mensen die op dit moment niet actief zijn in België met behulp van bijscholing naar de zorg te leiden. “De overheid zou bijvoorbeeld ook meer dienstenchequewerknemers kunnen stimuleren om in de zorg te gaan werken. Maar dan moeten we er natuurlijk voor zorgen dat de zorg een aantrekkelijke sector blijft om te werken, want je concurreert met alle andere beroepen waar de vraag hoog is.”

Op vlak van infrastructuur zal de vergrijzing eveneens voor nieuwe uitdagingen zorgen. Tegen 2030 moeten er in Vlaanderen al 7000 bedden in woon-zorgcentra en andere voorzieningen bijkomen. Tegen 2050 zijn dat er al meer dan 71.000.

Er moet dus nagedacht worden over welke ouderen nog een plek krijgen in een woon-zorgcentrum, en welke ouderen - bijvoorbeeld met behulp van digitale hulpmiddelen - langer thuis kunnen wonen. “Vroeger hield men er rekening mee dat ouderen gemiddeld vier jaar in een woon-zorgcentrum moesten verblijven”, zegt Pacolet. “Nu wordt dat op twee jaar geschat. Als we sterk op preventie blijven inzetten, kunnen mensen nog langere tijd in goede gezondheid thuis blijven wonen. En dan zullen we die vergrijzingsgolf wel aankunnen.”

Wat voorafging: het Nederlandse rapport

“Er is geen enkel excuus meer om het niet over bevolkingsgroei te hebben”, zei de Nederlandse minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, toen hij het rapport van de Nederlandse Staatscommissie in handen kreeg. 

In een meer dan 400 pagina’s tellend rapport kwam de commissie tot de conclusie dat als de bevolkingsgroei zo doorgaat, Nederland in 2050 zo'n 23 miljoen inwoners telt. 

De bevolkingsgroei wordt er voornamelijk gedreven door migratie. Daarom is het volgens de Nederlandse experts belangrijk dat de regering gaat nadenken hoe ze de instroom van migranten kan beperken. Anders bestaat de kans dat tegen 2050 niet iedereen in Nederland een woning of de juiste zorg kan krijgen.

‘Zowel op de privémarkt als in de socialewoningbouw moet het huuraanbod veel groter worden’
Verachtert
‘In sommige richtingen zal het lastig worden om alle leerlingen een plek te geven’
Bram Spruyt (VUB)Socioloog