Gezondheidszorg

Eén op vijf volwassenen heeft psychische stoornis

© getty

Ruim een op vijf volwassen Vlamingen functioneert minder goed vanwege een depressie, angsten, verslaving of een andere psychische stoornis. Nog altijd stellen velen hulp zoeken te lang uit.

Veerle Beel

Wie een psychische stoornis heeft, functioneert minder goed op belangrijke levensdomeinen, zoals werk, relaties, financiën of fysieke gezondheid. Uit eerste cijfers van de interuniversitaire leerstoel Public Mental Health Monitor blijkt nu dat liefst 22 procent van de volwassen Vlamingen voldeed aan de criteria van een psychische stoornis: 9 procent heeft een depressie, 12 procent een angststoornis en 11 procent een verslaving.

De overige 12 procent heeft een “externaliserende” stoornis. Daaronder worden problemen verstaan die vaak al tijdens de kinder- of tienerjaren beginnen: eetstoornissen, zelfverwonding, impulsiviteit, agressiviteit of aandachts- en concentratiestoornissen. Een kwart van de volwassenen die daaraan lijdt, zegt dat die problemen al voor de leeftijd van 13 jaar zijn begonnen.

Ter vergelijking: verslavingen beginnen doorgaans rond de leeftijd van 18 jaar, angststoornissen rond 24 jaar en – ook opvallend – de mediaanleeftijd waarop mensen voor het eerst met een depressie te maken krijgen, is in twintig jaar tijd gezakt van 38 naar 24 jaar. Ongeveer een op drie Vlamingen zal in de loop van zijn of haar leven te maken krijgen met een psychische stoornis.

Globaal gezien gaat het om een flinke stijging in twintig jaar tijd. De verslavingen en angsten nemen toe, maar de frappantste stijging doet zich voor bij de ­externaliserende stoornissen en dat is verontrustend. Dat zegt Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro, dat de leerstoel gedurende drie jaar financiert: “De inspanningen voor de preventie van psychische stoornissen moeten zich in eerste instantie richten op kinderen en jongeren en al starten vanaf de ­lagere schoolleeftijd.”

Kloof met hulpverlening

Er is nog altijd een grote kloof met de hulpverlening: maar drie op de tien personen met een psychische stoornis gingen binnen het jaar in behandeling. Dat gegeven blijft stabiel in de tijd. De ­gemiddelde uitsteltijd om hulp te zoeken is nog altijd tien jaar. ­Recent kwam daar voor de lichtere problemen verandering in: wie hulp zoekt bij de eerstelijnspsychologen, doet dat gemiddeld binnen de vier tot zes jaar.

De onderzoekers pleiten ervoor om verder actief in te zetten op het detecteren van “vindplaatsen” voor psychische hulp, want het verhogen van een-op-eenconsultaties zal niet genoeg zijn: “We moeten ook inzetten op mensen met een lagere sociaal-economische status. Ze hebben veel meer kans op een stoornis en meer nood aan een behandeling. Daar is nog veel mentale gezondheidswinst te halen, en dus ook maatschappelijke, economische winst”.

De Public Mental Health Monitor verzamelde gegevens voor de dertien netwerken geestelijke gezondheid in Vlaanderen en Brussel. Dat gebeurde via online bevragingen, in het Nederlands, die in december 2023 werden uitgevoerd.