Direct naar artikelinhoud
ReportageZwitserland

Met de gletsjers smelten ook de Zwitserse tradities: hoe herders in de problemen geraken door klimaatopwarming

Een deel van een kudde schapen wordt weggeleid van hun zomerweide in de Aletsch-vallei.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT

Door de klimaatverandering stijgen de temperaturen en krimpen de gletsjers in Zwitserland. Lokale boeren moeten zich aanpassen aan de veranderende omstandigheden, die het voortbestaan van eeuwenoude levenswijzes in gevaar brengen. ‘Wij houden de traditie in stand, de passie en manier van leven.’

Eeuwenlang stuurden Zwitserse boeren tijdens de warmere maanden hun vee de bergen in om te grazen en dreven ze hun kuddes aan het begin van de herfst weer naar beneden. Die traditie, die in de middeleeuwen werd ontwikkeld om kostbaar gras in de valleien te sparen voor de wintervoorraad, heeft het platteland dermate veranderd in een lappendeken van bossen en weides dat het behoud ervan in de Zwitserse grondwet werd opgenomen als een essentiële taak van de landbouw.

Het heeft daarnaast essentiële elementen van de moderne identiteit van het land samengebracht: kazen, wandelpaden die de zomerweides doorkruisen, koebellen die weerklinken op de berghellingen. In december voegde UNESCO, het erfgoedagentschap van de Verenigde Naties, de Zwitserse traditie toe aan de lijst van immaterieel cultureel erfgoed.

Maar de klimaatverandering dreigt die oude gebruiken in de war te sturen. Hogere temperaturen, gletsjerverlies, minder sneeuw en vroeger aanbrekende smeltperiodes dwingen boeren in heel Zwitserland om zich aan te passen.

Niet iedereen voelt de veranderingen op dezelfde manier omdat de Alpen veel microklimaten creëren. Sommigen genieten van grotere opbrengsten op de zomerweides en kunnen zo hun alpiene seizoenen verlengen. Anderen worden door frequentere en intensere droogtes gedwongen om vroeger dan gewenst met hun kuddes af te dalen.

Europa’s watertoren

Hoe duidelijker het effect op de Zwitsers, hoe meer potentiële problemen voor heel Europa, aangezien Zwitserland lang werd beschouwd als de watertoren van het continent. Dikke lagen wintersneeuw hoopten er zich op en smolten langzaam tijdens de warmere maanden, als aanvulling op de wateraanvoer afkomstig van de enorme gletsjers die eeuwenlang hielpen om veel rivieren en ervan afhankelijke levenswijzes in stand te houden.

Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change warmen de Alpen nu echter twee keer zo snel op als het globale gemiddelde. Alleen al in de afgelopen twee jaar hebben Zwitserse gletsjers 10 procent van hun watervolume verloren, hetzelfde volume als in de drie decennia tussen 1960 en 1990.

Daniel Farinotti, een van de vooraanstaandste gletsjerwetenschappers in Europa, is de Rhône-gletsjer in 2007 beginnen te bestuderen. Sindsdien heeft hij gezien hoe de gletsjer zich ongeveer een halve kilometer heeft teruggetrokken en hoe er aan de basis een groot meer ontstond. Hij heeft ook gezien hoe de gletsjer zwart wordt als de beschermende wintersneeuw smelt en zo de vervuiling van de voorgaande jaren bloot komt te liggen.

“Hoe donkerder het oppervlak, hoe meer zonlicht het absorbeert en hoe meer het begint te smelten”, aldus Farinotti. Hij werkt voor het Zwitserse Federale Instituut voor Bos-, Sneeuw- en Landschapsonderzoek en doceert aan de ETH Zürich. In de zomer leidt hij een veldcursus op de gletsjer.

Om van de weg tot bij de gletsjer te komen lopen zijn studenten over stapels witte dekzeilen die rond een ijsgrot zijn gespannen die voor toeristen is uitgehouwen. De dekzeilen kunnen het jaarlijkse smelten met wel 60 procent verminderen, maar ze bedekken slechts een minuscuul deel van de gletsjers en dan vooral op plaatsen zoals skipistes, waar er financiële drijfveren zijn. “Je kunt daarmee geen hele gletsjer bedekken”, aldus Farinotti.

Schapen steken een bergplateau over in de buurt van de Rhône-gletsjer in augustus 2023.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT
Een deel van de Rhône-gletsjer kreeg een jasje van dekzeilen om het smelten te vertragen.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT

Schapen verzamelen

De regering probeert de veranderingen aan te pakken en de Zwitserse alpiene tradities te behouden, onder andere met grote infrastructuurprojecten om water naar de top van de bergen te brengen voor dieren die in de zomermaanden grazen. Voorlopig blijven de tradities voortbestaan, al staan ze hier en daar onder druk.

Het is nu herfst. Na drie dagen klauteren over rotsachtige bergwanden en zigzaggende stenen trappen komen de eerste schapen van een enorme kudde van bijna 700 dieren tevoorschijn: hun zomerperiode is ten einde. Een menigte toeschouwers juicht, enkele schapen beginnen te huppelen. Andere blijven dan weer staan en worden aangemoedigd door herders in geruite hemden en met leren cowboyhoeden, versierd met wilde bloemen en veren.

De schapen hebben meer dan drie maanden in het wild geleefd. Ze zwierven door een uitgestrekte wildernis, ingesloten door gletsjers. Hun enige contact met de mensheid waren de bezoekjes van één herder, Fabrice Gex. Hij zegt dat hij elk seizoen bijna 15 kilogram afvalt door het gebied te bewandelen. “Ik breng ze zout, koekjes en liefde”, aldus de 49-jarige Gex.

Om ze terug te brengen naar hun eigenaars, veelal hobbyboeren, werd hij vergezeld door een groep herders. Zij staan lokaal bekend als sanner, een benaming die van het Middelhoogduitse woord samnen komt, wat ‘verzamelen’ betekent. Ze kwamen daarvoor per helikopter naar het gebied.

Het werk is zwaar en de vergoeding die men ervoor ontvangt is bescheiden, maar bij de plaatselijke bevolking wordt het beschouwd als een eer om deel te nemen aan de traditie. Die werd voor het eerst werd opgetekend in 1830, maar velen menen dat ze eeuwen eerder ontstond.

“Een sanner zijn geeft je wortels”, aldus Charly Jossen (45), die samen met veel toeschouwers van een biertje geniet nadat hij zijn elfde seizoen heeft voltooid. “Je weet waar je thuishoort.” Hij had voor het eerst zijn 10-jarige zoon Michael meegenomen.

Vroeger nam men de schapen mee over de landtong van de Oberaletsch-gletsjer. Maar door het terugtrekken van de gletsjer is die route al lang te onstabiel en gevaarlijk. In 1972 boorde de gemeente Naters een pad in een steile rotswand om de herders en schapen een alternatieve weg naar huis te bieden.

Dit seizoen zijn de herders van plan om hun terugkeer met twee weken te vervroegen, aldus hun leider André Summermatter (36). “Door de klimaatverandering duurt onze vegetatieperiode langer”, zegt hij. Hij staat in de oude stenen kooi waar de schapen aan het einde van hun trektocht worden bijeengebracht. “Dus de schapen kunnen langer blijven.”

Schapen lopen over een pad dat in de jaren zeventig in de rotswand is uitgehakt bij Belalp.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT
De stenen hokken dateren uit de middeleeuwen en worden nog steeds worden gebruikt om grazende kuddes te sorteren op eigenaar.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT

Bos als boosdoener

De traditie van alpenweides, oftewel transhumance, verspreidt zich over de hele Alpen, ook naar gebieden in Oostenrijk, Italië en Duitsland. Bijna de helft van de Zwitserse veeboerderijen stuurt hun geiten, schapen en koeien naar de zomerweides, zo blijkt uit de laatste grondige studie van overheidswetenschappers, die is uitgevoerd in 2014.

Meer dan 80 procent van het inkomen van alpiene boerderijen is afkomstig van overheidssubsidies. Een groot deel daarvan wordt aan de boeren toegekend voor het vrijhouden van weidegrond van oprukkende bomen, die met de warmere temperaturen steeds hoger worden. Zwitserland is daarmee een van de weinige landen die bomen niet omarmt als oplossing voor de klimaatverandering.

“Het zou een en al struikgewas en bos zijn als wij er niet waren”, zegt Andrea Herger. Ze leidt koeien langs een herberg voor wandelaars naar de melkstal van haar familie halverwege de berg bij Isenthal. “Het zou niet zo’n open prachtig landschap zijn om te wandelen.”

Haar man Josef Herger behoort tot de derde generatie in zijn familie die hun zomerboerderij in de bergen runt, die bereikbaar is met een privékabelbaan. Ze houden 7 koeien van hun eigen boerderij en 33 koeien van buren, die hen betalen in koeienmelk. Het echtpaar gebruikt die om kaas te maken.

Koeien op de zomerboerderij van Andrea en Josef Herger.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT

Verder naar het westen, in de buurt van L’Etivaz, drijft de familie Mottier 45 koeien langs een bergtrein. Ze volgen het pas opschietende gras naar een top van 2.030 meter en dan weer naar beneden om daar verder te grazen. Vanaf mei maken ze vijf tochten, waarbij ze op drie niveaus stoppen.

Vlak bij de top klimt Benoît Mottier (24) op een kalkstenen uitloper, waarop herders ooit hun initialen hebben achterlaten, samen met de jaren waarin ze die hebben uitgehouwen. De oudste die hij kan vinden werd in de 18de eeuw achtergelaten door iemand die dezelfde initialen had als hij. Hij behoort tot de vijfde generatie in zijn familie die in dit gebied koeien laat grazen.

De Mottiers zijn een van de zeventig families in de regio die een traditionele Zwitserse kaas maken die L’Etivaz heet. Ze volgen daarvoor strikte regels. Ze verwarmen verse melk langzaam in een gigantische koperen ketel boven een sparrenhoutvuur. Nadat de kaas is geperst, brengen ze hem naar een plaatselijke coöperatieve, waar hij rijpt en wordt verkocht.

L’Etivaz mag zes maanden per jaar worden gemaakt en alleen op de plaatselijke berghellingen. Die traditie is zo belangrijk dat kinderen van lokale boerenfamilies tijdens de zomervakantie weken eerder van school gaan om mee te helpen. “Aan het begin van het seizoen zijn we blij dat we kunnen beginnen”, zegt Isabelle Mottier, de moeder van Benoît. “Aan het einde van het seizoen zijn we blij dat het voorbij is. Het is een leven van cycli.”

Claude-Alain Mottier melkt koeien om L'Etivaz-kaas te maken.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT
Claude-Alain Mottier en zijn zoon Benoit maken L'Etivaz van de melk van hun koeien in Les Arpilles Dairy.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT

Droogte

De zomerboerderij van Mottier wordt van water voorzien door een bron. De droogte van de afgelopen jaren heeft de familie gedwongen om zich aan te passen. “Een koe drinkt 80 tot 100 liter water per dag”, legt Isabelle Mottier uit. “En wij hebben meer dan veertig koeien.”

In 2015 droogde de bron tijdens een hittegolf op. Drie jaar later was er weer een hittegolf en droogte. En in 2022 wéér. Tijdens de droogtes leverde het Zwitserse leger water aan alpenweides met helikopters. De Mottiers hadden echter geen tanks om het water in op te slaan. Daarom hebben ze nu een pomp op zonne-energie geïnstalleerd om water te halen uit een lagergelegen bron en hebben ze een grote watertank gekocht om de gesmolten sneeuw vroeg in het seizoen op te slaan.

De situatie zal naar verwachting verergeren als de gletsjers zich verder terugtrekken. Naar verwachting zullen de grootste gletsjers van het land, waaronder de Aletsch en de Rhône, tegen het einde van de eeuw met minstens 68 procent zijn gekrompen. In afwachting daarvan heeft de Zwitserse regering de financiering voor waterprojecten in de Alpen verviervoudigd: in 2022 zijn er veertig goedgekeurd.

In de buurt van het dorp Jaun legt een bouwploeg pijpleidingen aan om zes plaatselijke boerderijen te voorzien van elektriciteit en water uit een nieuwe waterput. In 2022 brachten sommige families hun kuddes koeien een maand eerder de berg af vanwege de droogte en hitte.

In andere regio’s maken warmere temperaturen velden net productiever, zegt Manuel Schneider, een wetenschapper bij Agroscope, het nationale onderzoeksinstituut van de Zwitserse overheid. Hij leidt een vijfjarig onderzoek naar biodiversiteit en alpenweide-opbrengsten.

Die variabiliteit kan echter zelfs op één enkele berg voorkomen, zegt hij. Boeren met mobiele melkstations kunnen profiteren van die “heterogeniteit op kleine schaal” door hun koeien – en hun melkmachines – mee te nemen naar minder droge gebieden. Schneider: “Als het klimaat verandert, is flexibiliteit noodzakelijk.”

Een nieuwe waterleiding en een nieuw elektrisch systeem worden geïnstalleerd in de buurt van Jaun.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT
Een mobiel melksysteem in de buurt van Andermatt op 23 augustus 2023.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT

In de Italiaanse Alpen, in de buurt van Sankt Ulrich, heeft de familie van Thomas Comploi de loterij van de klimaatverandering gewonnen. Zoals veel boeren in de Alpen gebruikt hij een deel van zijn land om alleen hooi te verbouwen: het is te steil om er vee op te laten grazen. Op zijn velden groeit nu twee keer zoveel gras als zo’n vijftien jaar geleden.

De provinciale overheid van Bolzano-Zuid-Tirol geeft hem subsidies voor lawinepreventie en landbeheer, zegt hij. “Dit alles zou weg zijn zonder boeren, het zou bedekt zijn met bos. Wij houden de traditie in stand, de passie en manier van leven”, aldus Comploi (48). In de winter werkt hij bij het plaatselijke kabelbaanbedrijf.

Thomas Comploi en zijn familieleden oogsten hooi op een helling in de Italiaanse Alpen.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT

In Zwitserse bergdorpen is de laatste afdaling aan het einde van de zomer een viering van die eeuwenoude manier van leven. Families vervangen de kleine bellen van hun koeien door reusachtige traditionele exemplaren om deze gebeurtenis aan te kondigen. “Als je hun de grote bellen omdoet, weten ze dat ze naar beneden gaan”, zegt Eliane Maurer, terwijl ze een jonge koe achtervolgt die van het dunne pad afdwaalt langs de berghelling van de Engstligen-alp.

Samen met tientallen andere families brengt de hare zo’n 450 dieren naar de weide voor het seizoen. Ze spreiden hun afdaling in ploegen om geen opstoppingen te veroorzaken. Maurer en haar familie vertrekken als tweede, voor zonsopgang. Ze lopen onder een volle maan terwijl het geluid van koebellen echoot tegen de hen omringende bergen.

Manuel Schneider, een wetenschapper bij het nationale onderzoeksinstituut van de Zwitserse overheid, en zijn collega Caren Pauler zoeken sprinkhanen als onderdeel van een onderzoek naar biodiversiteit.Beeld GEORGE STEINMETZ / NYT

© The New York Times