Stiptheid blijft dalen, meer dan 6.000 treinen afgeschaft in januari

Het winterweer, met verschillende dagen met vrieskou en sneeuw, woog in januari op de stiptheid. Concreet kwam 86,8 procent van de treinen op tijd of met maximaal 6 minuten vertraging aan op zijn eindbestemming of in Brussel. In januari 2023 bedroeg de stiptheid iets meer dan 89 procent.

Dat stiptheidscijfer houdt echter geen rekening met de afgeschafte treinen. En dat aantal piekte in januari. Er werden 6.081 treinen gedeeltelijk of volledig afgeschaft, dubbel zoveel als in januari 2023 en het hoogste aantal sinds minstens begin 2020. Dat kwam overeen met 5,8 procent van alle treinen die in januari reden, of een op de zeventien. De stiptheid met inbegrip van de afgeschafte treinen kwam uit op 82,6 procent, tegen 86,9 procent in januari 2023.

In een reactie wijzen spoornetbeheeder Infrabel en spoorwegmaatschappij NMBS onder meer naar de winterse dagen. “Alleen al de impact van de sneeuw op 17, 18 en 19 januari - de drie dagen met de grootste hinder - zorgde ervoor dat de stiptheid voor januari met 2,1 procentpunt naar beneden ging”, luidt het. “Nemen we die drie dagen buiten beschouwing, dan zou de stiptheid 88,9 procent bedragen. Dat zou vergelijkbaar zijn geweest met januari 2023 en beter dan de 87,4 procent in december 2023.”

Het weer wordt bij de oorzaken van de vertragingen en afschaffingen ondergebracht in de categorie ‘derden’. Die categorie, die bijvoorbeeld ook spoorlopers en ongevallen aan overwegen omvat, lag aan de basis van een derde van de vertragingen in januari. De grootste “schuldige” is NMBS, die aan de basis lag van 45 procent van de vertragingen en 54 procent van de afgeschafte treinen in januari. Infrabel zat tussen 15 en 20 procent.

De spoorbedrijven erkennen technische problemen aan zowel de treinen als de spoorinfrastructuur, maar wijzen bijkomend op het drukke spoornet. “Dat zorgt ervoor dat bij een incident, zoals we afgelopen maand zagen door de sneeuw en vrieskoude, er veel minder marge is om dat op te vangen. Dat creëert een domino-effect op andere treinen en leidt zo tot bijkomende vertragingen”, aldus NMBS en Infrabel. “De prioriteit voor de rest van het jaar is om de stiptheid weer naar omhoog te krijgen en die ook conform te maken met de doelstellingen die in het openbaredienstencontract staan”, besluiten ze.

Inclusief afschaffingen bedroeg de stiptheid op het Belgische spoor 84,6 procent in heel 2023 (tegen 86,4 procent in 2022). Dat betekent dat ruim een op de zeven treinen tijdens het jaar minstens 6 minuten vertraging had of afgeschaft werd.