“De risico’s voor de vergunningverlening in Vlaanderen blijven te groot en bijgevolg ga ik aan de regering voorstellen de Europese natuurherstelwet in deze vorm niet goed te keuren. Ons hart voor natuur blijft groot, maar juridisch moet het nog werkbaar zijn”, stelt Demir. “We hebben gelukkig geen extra wetten nodig om ons ambitieus beleid op het vlak van natuurherstel en -bescherming vorm te geven”. 

Demir had een nieuwe impactanalyse aangekondigd nadat onderhandelaars van de lidstaten en het Europees Parlement in november vorig jaar een compromis hadden bereikt over de wet. Die analyse wijst “nog steeds op de te verwachten brede interpretatie van het verslechteringsverbod en de zogenaamde inspanningsverbintenis uit het voorstel”, luidt het. “Bovendien blijven aanvullende maatregelen bovenop de natuurherstelplannen mogelijk op aangeven van de Europese Commissie. De gevolgen voor toekomstige vergunningenkaders blijft daardoor moeilijk in te schatten en zal eerder een verstrenging zijn”. 

Minister Demir gaat de Vlaamse regering voorstellen om de tekst niet goed te keuren. Daar zal ze naar verwachting de steun krijgen van coalitiepartners Open VLD en CD&V, die al langer tegen de verordening gekant zijn. 

Intussen is het voorstel in de Europese instellingen in de eindfase beland. In november moest België zich al onthouden toen de ambassadeurs van de lidstaten het compromis bekrachtigden. In het Europees Parlement werd het compromis intussen in de milieucommissie met een ruime meerderheid goedgekeurd. Later deze maand is de stemming in plenaire gepland. Nadien kunnen de lidstaten definitief hun fiat geven. 

De natuurherstelwet is bedoeld om de achteruitgang van de Europese natuur af te remmen en te herstellen. Het akkoord tussen lidstaten en het Parlement houdt in dat de EU-landen tegen 2030 minstens 20 procent van de land- en zeegebieden in Europa moeten herstellen en tegen 2050 alle ecosystemen waar herstel nodig is. Minstens 30 procent van de habitattypes die onder nieuwe wet zullen vallen, zullen tegen 2030 in goede staat moeten worden hersteld, tegen 2040 is dat 60 procent, tegen 2050 90 procent.