De twee grootsteden ontvangen evenveel subsidies als 244 vaak landelijke gemeenten, die samen nochtans vier keer meer inwoners tellen dan Antwerpen en Gent. Het gaat om geld uit het Gemeentefonds, aanvullende dotaties en projectsubsidies.

Per inwoner krijgen Antwerpen en Gent elk iets meer dan 2.000 euro subsidies van Vlaanderen. Dat is bijna drie keer meer dan het Vlaams gemiddelde van 763 euro. De andere provinciehoofdsteden Hasselt, Leuven en Brugge moeten het met 900 tot 1.000 euro per ­inwoner stellen. De 244 slechtst bedeelde ge meenten, zoals Londerzeel, Nieuwerkerken of Anzegem, ontvangen tussen 230 en 640 euro per inwoner. Sommige onder hen, zoals Sint- Martens-Latem of Brasschaat, krijgen minder Vlaams geld omdat ze rijke inwoners en dus een steviger belastingbasis hebben.

“Platteland verdient meer”

“De balans is helemaal zoek”, zegt Warnez in De Tijd. Hij is ook schepen in het West-Vlaamse Wingene. “Specifieke stadsproblemen rechtvaardigen subsidies, maar de kleinere steden en landelijke gemeenten worden ernstig ondergefinancierd. Het platteland verdient meer centen en meer respect”, vindt hij.

Maar volgens Antwerpen en Gent gebeurt de verdeling correct. Ze wijzen erop dat ze grotere uitdagingen kennen, zoals armoede en de opvang van daklozen of vluchtelingen, en veel faciliteiten aanbieden voor niet-inwoners. “De voorbije jaren zijn bovendien veel taken doorgeschoven vanuit de bovenlokale niveaus naar de centrumsteden, zonder financiële compensatie”, argumenteert Gents burgemeester Mathias De Clercq (Open VLD).

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Gwendolyn Rutten (Open VLD) erkent dat de ver­deling “niet optimaal” is. In april verwacht ze een studie over het ­Gemeentefonds. De bevindingen moeten de blauwdruk vormen voor een hervorming in de volgende legislatuur.