Direct naar artikelinhoud
InterviewSam Louwyck

Acteur Sam Louwyck: ‘Ik weiger om mee te doen aan al die preventieve onderzoeken en screenings. Fuck it, als ik kom te creperen, zal ik creperen. Life is life’

Sam LouwyckBeeld Lalo + Eva

Twintig jaar nadat hij op onnavolgbare wijze gestalte gaf aan Windman in Tom Barmans filmdebuut Anyway the Wind Blows, wervelt Sam Louwyck (58) nog altijd even onstuimig door het leven. Een gesprek over James Ensor, waarover hij net een docu maakte, demonische deurwaarders en zijn doodswens. ‘Na het verlies van mijn ouders en mijn zus, bleef ik achter met overrompelende gevoelens die je niet zomaar kan wegdrukken.’

Eind januari ging op het filmfestival van Oostende James Ensor, de man achter het masker in première, intussen is de documentaire van Maarten Vandeursen en Pieter Verbiest ook te bekijken op VRT Max. Het is een inzichtelijk en bij momenten pakkend werkstuk, met een centrale rol voor Sam Louwyck, die de kijker door het leven en het Oostende van Ensor gidst. ‘Altijd in beweging’, lacht Louwyck, ‘alsof ik de David Attenborough van het kunstwezen ben.’

In de film wordt Ensor een ‘blijvend intrigerend geval’ genoemd. Die titel is evengoed van toepassing op Louwyck, een charismatische singulariteit die praat zoals John Coltrane sax speelde – associatief, in het wilde weg, bevrijd van conventies en clichés. Samengevat: Louwyck is uniek in zijn soort, net als de schilder die hij zo bewondert.

Bio

Geboren in Brugge, in 1966

Danst sinds 1993 bij Les Ballets C de la B

Vertolkt in 2003 Windman in Tom Barmans Anyway the Wind Blows

Speelt opgemerkte hoofd- en bijrollen in vele Vlaamse televisieseries zoals Quiz me quick en Eigen kweek

Krijgt in 2015 de Vlaamse Cultuurprijs voor Film

U danst, acteert en schrijft. Maar u kunt dus ook warm worden van de schilderkunst?

“Natuurlijk, vent, elke vorm van kunst interesseert mij. Als kind tekende ik de pentekeningen van Rubens na. Dan zat ik op mijn zolderkamertje – in de winter met een petroleumlamp tussen mijn benen, omdat het ijskoud was – te tekenen, terwijl ik naar blues luisterde op mijn stereootje – ‘Boom Boom, out go the Lights.’ Ik was geïntrigeerd door die lijnen. Hoe doe je dat, hoe geraak je van hier naar daar? Maar je moet eerlijk zijn met je talenten: ik kon wel íéts, maar niet genoeg om mezelf schilder te noemen. Of om zelfs maar schilder proberen te worden.

“Toen ik op school zat in Brugge, liep ik tijdens de pauze geregeld het Groeningemuseum binnen. Ik bleef eerst tien minuten staan bij Het laatste oordeel van Bosch, een monumentaal werk waar je naar kunt blijven kijken. Elke keer ontdek je iets nieuws, dat is niet moeilijk, en dat heb ik ook met De intrede van Christus in Brussel van Ensor – zijn chef-d’oeuvre. Je blik blijft elke keer bij een andere schedel of een ander masker hangen, een veeg verf die op dat moment uitdrukt hoe je je voelt. Ik vind het ongelofelijk dat je door een werk heen een emotionele connectie kan maken met een artiest die al zo lang dood is.

“Na de Bosch schoof ik in het Groeninge door naar de werken van Permeke. Die kende ik al lang, want als klein ventje ging ik met mijn moeder en zus zwemmen in de put van Roksem, ik op mijn fietsje met zijwielen, en dan passeerden we altijd voorbij zijn huis. Hij fascineerde mij, en als ik later zijn schilderijen zag, begreep ik hem onmiddellijk. Ik herkende de ruwheid van het land, ik kon de aarde ruiken. Je moet weten: ik ben op mijn achtste beginnen werken. Ik plukte tomaten en frezen. In de paasvakantie plantte ik prei – ik kan die koude aarde nog altijd voelen. Nu mag dat niet meer, kinderarbeid, maar ik heb daar nooit last van gehad, en op het einde van de dag had ik veertig frank. Genoeg voor de rekening bij de bakker en een Raider.”

Sam Louwyck: ‘Zijn wie je bent, duurt het langst. Je weet wat je aan mij hebt. Veel mensen hebben meer dan één masker, voor verschillende situaties en momenten, maar net door dat opportunistisch draaien en keren worden mensen oninteressant.’Beeld Lalo + Eva

De film begint met een anekdote van een oude vrouw over een imposant man die ze als kind was tegengekomen, hij praatte zo luid ‘dat ze het benauwd kreeg.’ ’s Avonds wist haar vader door haar persoonsbeschrijving: dat is ‘die schilder’ uit de Vlaanderenstraat.

“Da’s toch schitterend? Er zijn nu nog mensen die hem hebben zien flaneren op de dijk. Als kind sta je heel erg open voor indrukken, als je dan zo’n man tegenkomt, draag je dat je leven lang mee.”

Zij was niet de enige Oostendse die Ensor niet zo heel graag zag, legt u uit in de film.

“Ze vonden hem luguber - met zijn maskers, skeletten en doodskoppen.”

Maskers zijn een rode draad in het werk van Ensor, maar hij gebruikt ze niet om de waarheid te maskeren.

“Nee, het is omgekeerd: ze openbaren het ware, kwaadaardige gelaat. Bijvoorbeeld van de beau monde die hier zo prominent was. Hij legt de dubbele moraal van de bourgeoisie bloot. Maar veel mensen hebben er last van. Je kent ze vast ook: types die joviaal je hand schudden, je dan de rug toekeren en (haalt denkbeeldig masker van zijn gezicht) fezelen, ‘wat een zak van een vent.’”

Ik gok dat u zelden maskers draagt.

“Nee, liever niet. Je weet wat je aan mij hebt. Ik heb dat meegekregen van mijn ouders: je moet geen toten trekken. Zijn wie je bent, duurt het langst. Veel mensen hebben zelfs meer dan één masker, voor verschillende situaties en momenten. Vermoeiend, en op den duur weten ze het zelf niet meer. Door dat opportunistisch draaien en keren worden mensen ook oninteressant. Ik ben ooit halsoverkop naar een housewarming gereden, van de zus van een goede vriend. Ik was aan het draaien in Luxemburg en had de convenabelste kleren die ik kon vinden aangetrokken. Toen ik daar aankwam, bleek dat die zus de residentie van de ambassadeur van Groot-Brittannië had gekocht en dat iedereen daar in smoking stond (lacht). Iedereen bekeek me zo van: wat doet die hier? Ik doe een toertje in de tuin en ben hier weg, dacht ik, maar mijn vriend had gezien hoe dat volk op mij neerkeek – hij is een scherp observator, met het hart op de tong, daarom zijn we vrienden. Hij zette me naast hem – de Grote Manitou van het gezelschap, iedereen op dat feest wilde iets van hem: ‘Nu zal je zien wat voor kontendraaiers dat zijn.’ En effectief, plots konden ze allemaal niet snel genoeg mijn hand geschud hebben. Het was gênant, maar een belangrijke les over de condition humaine.”

Sam Louwyck: ‘Ik ben op mijn achtste beginnen werken. In de paasvakantie plantte ik prei – ik kan die koude aarde nog altijd voelen. Nu mag dat niet meer, kinderarbeid, maar ik heb daar nooit last van gehad.’Beeld Lalo + Eva

Leeft u altijd vanuit de impuls?

“Zoveel als ik kan. Je kan veel leren van je instinct, als je open staat voor wat het leven je biedt. En het leven biedt dagelijks kansen. Als ik hier over de dijk wandel, maak ik de hele tijd connecties. Ik probeer blikken te vangen. Hoe graag ik ook spreek en schrijf, taal is beperkt. Een blik vertelt veel sneller veel meer. (legt hand op mijn arm) Een aanraking nog veel sneller. Ik noem dat kruisingen, als je daar open voor staat, maak je veel mee.”

Schrijver Danny Wallace antwoordde ooit een half jaar lang ‘ja’ op elke ja-nee-vraag die hem gesteld werd. Hij werd 45000 pond rijker, volgde naakt yogales, speelde die 45000 pond weer kwijt maar schopte het tot manager van een mediabedrijf. Bent u een yes!-man?

“Een waarom niet?-man. (lacht) Vlak voor covid was ik in Ierland voor de opnames van een western met John Cusack, Never Grow Old. Daar was ook een Luxemburgse acteur die ik al kende uit de danswereld. ‘Ik organiseer een festivalletje’, zei hij: ‘Wil je niet komen spelen?’ ‘Waarom niet?’, zei ik (lacht): ‘Ik zal iets schrijven, een monoloog – in het Frans - met wat muziek en een bewegingsintermezzo erbij.’ Twee weken voor het festival belde hij, voor de praktische regelingen, hotel en vervoer: ‘En is het gelukt met het schrijven?’ ‘Mo ba ja’t’, zei ik. Maar ik had nog niks op papier, ik had zelfs nog geen muzikant. Maar dat helpt mij, zo’n deadline, ik ben als bezeten beginnen te schrijven. Ik vind dat leuk, zo’n trip. De nacht voor de voorstelling heb ik zelfs op de scène geslapen. Ik voelde dat ik bijna het resultaat had dat ik zocht. Ik mocht daar niet meer weggaan, buiten zou ik nieuwe indrukken opdoen maar ik was al verzadigd met indrukken, het was kwestie van ze te kauwen en te verteren.”

Sam Louwyck: ‘Mensen worden platgebombardeerd met domme, afstompende televisieprogramma’s die hen verhinderen om constructief en creatief na te denken.’Beeld Lalo + Eva

De documentaire staat lang stil bij de aangrijpende dood van de vader van Ensor, die tijdens een caféruzie lelijk werd toegetakeld en stierf aan zijn verwondingen. Dat heeft een grote indruk gemaakt op Ensor en op zijn werk.

“Als zoiets in Oostende gebeurt, zegt iedereen onmiddellijk: het zijn vissers geweest. Maar het waren geen vissers, het waren fils à papa’s. De politie kende de namen, maar de smeerlappen zijn nooit opgepakt. Omdat ze beschermd werden. Is het daarom dat Ensor de bourgeoisie aan de kaak stelde? Projecteert hij dat emotioneel litteken op de bourgeoisie? We kunnen het vermoeden, maar onmogelijk weten. Fuck zeg, eigenlijk zou je toch graag ’ns een avond pinten drinken en praten met zo’n kerel.”

De dood van uw vader, een piloot, heeft op u ook een grote impact gehad.

“Mijn pa is gecrasht, in Ursel op 18 augustus 1991, tijdens de voorbereiding van een luchtshow, de laatste die hij ooit zou doen. Mijn moeder had hem gezegd: ‘Doe het niet, je hebt niks te bewijzen.’ Nog één keer, het klassieke verhaal.

“In 1996 is dan ook mijn zus gestorven, aan een hersenbloeding. Ze lag in mijn armen toen ik voelde dat ze weggleed. Enfin, haar hart bleef pompen, maar ik voelde de persoon wegglippen. Een heel bizar gevoel. Dat hakt erin. We hadden van kinds af een sterke band. Wij konden tegen elkaar zeggen wat we dachten. Zij had last van astma – als ze een aanval had, was ze in staat om door het raam te springen in de hoop wat lucht te krijgen. Ik kon haar altijd kalmeren. En dan mij ma, in 2013, kanker. Deed hun dood meer of minder pijn dan die van mijn pa? Moeilijk te zeggen, het maakt niet uit, het is existentiële pijn.”

U heeft twee keer op het punt gestaan om een einde te maken aan uw leven. Dat had te maken met dat verlies.

(knikt) “Dat is lang geleden, ik weet niet of het zin heeft om daar jaartallen op te plakken. Maar het had inderdaad te maken met het torenhoge verlies. Elke keer kwam het heel onverwacht en ging het heel snel. Ik bleef achter met die overrompelende gevoelens die je niet zomaar kunt wegdrukken. ‘Wat is de zin van alles?’, vroeg ik mij af. Ik kweekte gaandeweg het gevoel: ‘Het is mooi geweest, waarom het niet mooi afsluiten?’ Dat is een gevaarlijke gedachte.”

“Ouder worden is heel bizar. Ik vond het heel moeilijk om naar de vierenvijftig te gaan, de leeftijd waarop mijn vader is gestorven. Dat werd op den duur beklemmend. Ik heb verschillende mensen geconsulteerd, professionele hulp gezocht: dat blijkt heel normaal te zijn. Eens ik voorbij die grens was, voelde ik: ‘Nu neem ík over, het is nu aan mij.’ Dat is deel van het rouwproces: leren dat het oké is dat jij hier wél nog rondloopt, dat je bestaat. Nu besef ik dat het leven beslist in abstracties. Het is niet zo dat de slechten jong sterven en de goeden oud, of andersom. Versta, je? Goed of slecht is niet van tel als je laatste uur geslagen is. Het heeft lang geduurd om dat te vatten.”

Sam Louwyck: ‘Ik rijd niet meer als ik gedronken heb, want ik heb het beloofd aan de rechter. En dat voelt goed. Als je het zegt, wordt het de waarheid. Als een soort bezwering.’Beeld Lalo + Eva

U bent nu zelf ook gebrevetteerd vliegenier, net als uw vader.

“Vlak voor ik hier binnenstapte, zag ik een full aerobatic opstijgen, hij vloog richting Nederland. Het is koud en droog. Dat heeft de carburator graag, je haalt elke pk die in die machine zit eruit. Je hebt meer lift, en er is niet al te veel wind: (gloedvol) vent, die gaat zich amuseren, dacht ik.”

U heeft dat brevet op latere leeftijd gehaald.

“In 1991 was ik vierentwintig en eindelijk klaar om het te leren – van hém. Het heeft lang geduurd voor wij, twee mannetjes, elkaar vonden. Ik kon me geen betere instructeur voorstellen, hij was een legende. Ik had me voorgenomen om in september te starten, als een verrassing. In augustus is hij neergestort. Na de crash stond mijn hoofd er niet naar, en later kon ik het mij niet permitteren. Beetje bij beetje heb ik wat geld aan de kant gezet, elf jaar geleden kon ik er eindelijk aan beginnen.

“Als ik van de aarde loskom, blijft mijn onrust achter. Misschien doordat het perspectief zo radicaal verandert. En elke vliegervaring is ook uniek. Onlangs werd de vader van een maat tachtig. Ik heb hem meegenomen. We hadden geluk, het was een mooie avond, met wisselende bevolking tussen 4500 en 5000 voet. In België ligt het plafond op 4500 voet als je op zicht vliegt. Maar als er weinig verkeer is en als ze op de radio horen dat je getraind bent, kan je toestemming krijgen om hoger te klimmen, at your own discretion. Ik mocht hoger en kon zo (wiegt met zijn hand) tussen die wolken – spectaculair gekleurd door het avondlicht, paars, oranje, roze, donker, licht – laveren. Ik dook in de gaten tussen de wolken, streelde ze met de punt van mijn vleugel. Dan maakten we rechtsomkeer en – (vanuit de buik) waaaaaa! – zag het er weer helemaal anders uit. Ik vraag dan altijd wel aan mijn passagier of het oké is. Liegen kan niet, ik zie aan de kleur van je neusvleugels of je bang bent.”

Sam Louwyck: ‘Ik heb bewust geen kinderen. Je kunt niet alles hebben in het leven. Je kunt niet de hele tijd op tournee zijn en tegelijk denken dat je een goede vader kunt zijn.’Beeld Lalo + Eva

Mensen zijn niet gemaakt voor een bestaan op 5000 voet – wie vliegt, tart de wetten van de fysica, toont het wedervaren van uw vader aan. Zoekt u de grenzen op, als u daarboven door het wolkendek duikt?

As a pilot you want to fly again. Vliegen is een groot genot, maar je kunt pas genieten als je weet wat je doet.”

De doodswens waar u over sprak: is die met het ouder worden verdwenen?

“Ik denk dat die nooit helemaal weg zal gaan, maar ze is minder prominent. Ik word ouder, milder, en die doodswens ook. Dat manifesteert zich nu in mijn koppige weigering om mee te doen aan al die preventieve onderzoeken en screenings en wat weet ik al. Onze obsessie met gezondheid en risico’s is doorgeslagen: als je dát doet, dan kan dát gebeuren. Fuck it, als ik kom te creperen, zal ik creperen. Life is life. ”

Ik bedacht me daarnet dat u vast geen vrede heeft met deze tijd, die geobsedeerd is door het nulrisico.

“Ik word daar ongemakkelijk van, en ook opstandig. In deze tijd zijn nog twee dingen van tel: je mag niet dit, en je moet bang zijn van dat. ‘Je mag niet roken’, ‘je moet bang zijn van de zon’. (zucht) Ze willen niet dat mensen nog autonoom nadenken.”

Wie zijn ‘ze’?

“Het systeem. De politiek, de media en nog andere elementen die zo innig vervlochten zijn. Mensen zijn in se niet bang en best in staat om constructief en creatief na te denken, maar ze worden platgebombardeerd met domme, afstompende televisieprogramma’s die hen verhinderen om dat te doen.”

Het lijkt wel alsof we collectief lijden aan aangeleerde hulpeloosheid.

“Wat wil je? Mensen worden constant bang gemaakt met artikels over tekorten in de Carrefour. ‘Oei, er zijn daar geen diepvrieserwten! Dan moet ik naar de Aldi. Maar in de krant staat dat het gaat sneeuwen, ik raak niet in de Aldi. Paniek.’ (lacht) En zo gaat dat door, de hele tijd, mensen boren zich altijd maar dieper in hun angsten, tot de boor – klak! – vastloopt.”

U laat zich geen paniek aanpraten, u bent ontegensprekelijk your own man.

“Ik probeer van niks of niemand afhankelijk te zijn.”

Sam Louwyck: ‘Ik schreef al als kind, in die cocon was ik beschut tegen de pijn die je voelt wanneer er een deurwaarder in je slaapkamer staat en zegt: ‘dat bed, twintig frank.Beeld Lalo + Eva

Ik zou u zelfs – met de beste bedoelingen – onaangepast durven noemen.

“Ik begrijp wat je zegt. Ik ben een non-conformist, ik plooi me niet naar de verwachtingen. En er zijn veel verwachtingen. Is ’t geen tijd voor kinders? Zou je niet trouwen met je lief? Een huis kopen? Moet, moet, moet. Het enige wat ik moet is goed rondkijken, nadenken en autonoom mijn mening vormen.”

Het is in uw geval géén ‘tijd voor kinders’, want een kinderwens heeft u niet.

“Dat is een heel bewuste keuze. Je kunt niet alles hebben in het leven. Je kunt niet de hele tijd op tournee zijn, overal ter wereld, en tegelijk denken dat je een goede vader kunt zijn. Als je kiest voor het vaderschap moet je je leven daaraan aanpassen, dan moet je een meer sedentair leven leiden dan het leven dat ik leid.”

Uw vriendin is 25 jaar jonger dan u, was zij meteen akkoord?

“Ja. Dat is een van de vele dingen die we in elkaar herkend hebben, en van waaruit onze liefde ook is gegroeid. Ik heb ongelofelijk veel geluk dat we zo goed overeenkomen. We zijn nu negen jaar samen, het is mijn langste relatie ooit, nooit gedacht dat ik het zou kunnen (lacht). Met de jaren wordt het leeftijdsverschil ook minder relevant. En de mensen zien nu ook dat ik niet zomaar een bloemetje heb geplukt, er is veel meer aan de hand tussen Jana en mij.”

U zei daarnet dat het enige wat u moet doen is autonoom uw mening vormen. Dat heeft u gedaan bij Van Gils & Gasten, na uw vierde veroordeling voor rijden onder invloed. U kreeg een storm van kritiek.

“Ja, vent. Het enige wat ik probeerde te zeggen is dat rechters, die onafhankelijk en te goeder trouw moeten oordelen over elke afzonderlijke situatie, met handen en voeten gebonden zijn door een wetgever die altijd maar hogere minimumstraffen oplegt. Pas daar toch mee op, want zoiets kan gezinnen kapotmaken. Kwetsbare arbeidersgezinnen. Als pa met een glas te veel op aan de kant wordt gezet en een rijverbod krijgt, kan hij zijn job kwijtspelen. Als er geldproblemen ontstaan, gaan mama en papa uiteen en krijgen de kinderen het moeilijk. Dat was het enige wat ik wilde zeggen, maar – jongens toch - plots was ik een moordenaar. Al mijn social networks plat. Een oudere man stuurde een mail: ‘Misschien heeft u geen slechte intenties, maar voor mij blijft u de moordenaar van Tineke.’ Kennelijk circuleerde het verhaal dat ik echt een jonge vrouw had doodgereden. Terwijl ik heel traag reed toen ze mij aan de kant zetten.”

U hád iemand kunnen doodrijden.

“Natuurlijk, dat heb ik me ook vaak bedacht. Het was dwaas van mij. Daarom heb ik tegen de rechter gezegd dat-ie me nooit meer zou terugzien. Ik rijd niet meer als ik gedronken heb, want ik heb het beloofd aan de rechter. En dat voelt goed. Als je het zegt, wordt het de waarheid. Als een soort bezwering. Maar nee, natuurlijk heb ik me vaak gedacht dat het slecht had kunnen aflopen.”

Sam Louwyck: 'Ik weiger mee te doen aan al die preventieve onderzoeken en screenings. Onze obsessie met gezondheid en risico’s is doorgeslagen. Fuck it, life is life.’Beeld Lalo + Eva

Beschouwt u zichzelf als een rebel?

“Ja, maar niet zoals Marianne, op de barricades met de vlag in de hand. Dat is een momentopname, twee seconden later ligt ze dood op de grond. Dat is kanonnenvlees. De ware rebel is iemand die het systeem herkent, erkent en in de war brengt. Ensor was zo iemand, die liet zich niet in een vakje stoppen. Hij stelde de dubbele moraal van de bourgeoisie aan de kaak, maar hij was niet anti-establishment. Hij kleedde zich mooi op, en ging de straat op, zodat hij gezien werd.”

Heeft u ook nood aan zo’n erkenning?

“Ik probeer dat onder controle te houden. Ik ben ook maar een mens, maar zo’n verlangen is verraderlijk en onbelangrijk. Ik doe wat ik graag doe; vloeit daar erkenning uit voort, tant mieux. Maar lang niet iedereen die belangrijk, betekenisvol werk doet, krijgt erkenning. Ik probeer wel altijd tijd te maken als mensen een handtekening vragen, of een opmerking maken bij de bakker. Je mag nooit vergeten dat je als acteur in de living van de mensen staat, ik dring hun privé binnen.”

Over uw film- en televisiewerk gesproken: u richt de pijlen meer dan ooit op het buitenland.

“Ik speel nog een paar kleine scènes in Onder vuur - mijn personage is met pensioen - en verder speel ik mee in een Franse serie - De grâce, binnenkort op Arte - en een Frans-Belgische film - La nuit se traine. Intussen moet ik met Peeping Tom gaan dansen in het buitenland. Zondag ga ik naar Rome, dan naar Espoo in Finland. Tussendoor draai ik een kortfilm in Parijs en Châteauroux. Nadien moet ik naar Dijon, en Barcelona.”

Klinkt dodelijk vermoeiend.

(enthousiast) “Maar nee, ik vind dat leuk. Ik ben graag bezig. Ik maak een filmpje, ga op café, treed wat op en doe nog een filmpje. Over de voorstelling met Peeping Tom heb ik wel lang getwijfeld. Je moet meekunnen, hé, ik ben 58 en dat is een hoog niveau. Hoe graag ik ook ga vogelpikken, ik ga minder op café (lacht). Ik heb meer discipline dan vroeger, toen zei ik gemakkelijker je m’en fous.”

Die discipline is opmerkelijk voor iemand die naar eigen zeggen vatbaar is voor alcoholisme.

“Dat moet, hé. Als je niet lucide op de set staat, mis je kansen die voorbijkomen. Als je dat dan achteraf ziet, doet dat pijn. Ik vind het leuk om te weten waaróm ik het rustiger aan doe dan vroeger. En eerlijk: je vóélt je ook beter.”

Sam Louwyck: ‘Na het verlies van mijn ouders en mijn zus bleef ik achter met overrompelende gevoelens die je niet zomaar kunt wegdrukken. Ik kweekte gaandeweg het gevoel dat het mooi was geweest. Dat is een gevaarlijke gedachte.’Beeld Lalo + Eva

U zei eens dat u nog een keer een wilde beslissing wil nemen, een die het leven op de kop zet. Toen mochten we niet weten wat die beslissing was. Nu wel?

“Wat al een tijdje in mijn hoofd speelt, is schrijven. Ik wil daar echt de tijd voor nemen. Een vriend van mij heeft een resort op een eiland voor de kust van Mozambique. Hij is altijd op zoek naar mensen om de boel daar wat te managen. Ik zou dat kunnen combineren met schrijven. Ik ben begonnen aan iets, een roman, een beetje in de stijl van Douglas Adams. Maar tegelijk ook niet, ik kijk naar hem op, maar ik heb een heel eigen stijl.”

Daar ging ik al vanuit.

“Ik ga niet zeggen waar het over gaat, dat is niet plezant. Ik schrijf over veel kleine dingstjes des leven, ik beperk me niet tot een enkel onderwerp of thema, het waaiert breed uit, dan zijn er meer raakpunten en kan ik meer mensen raken. Ik maak veel bochten, veel nevengedachten, veel ontmoetingen, waarmee je dan in aanraking komt met andere werelden. Maar elk van die werelden blijft op zich zo eenvoudig mogelijk.

“Schrijven is een manier om naïef te blijven. Ik schreef al als kind, dat was mijn cocon waarin ik beschut was tegen de realiteit die je mondjesmaat vergiftigt. Tegen de pijn die je voelt wanneer er een deurwaarder in je slaapkamer staat en achteloos zegt: dat bed, twintig frank. Het bed waar ik elke nacht in sliep. Dat zijn pijnlijke ervaringen die je aan je onschuld vreten en die je niet kan weggommen.”

Wat had die deurwaarder bij jullie te zoeken?

“Dat had te maken met een pipo van een belastingcontroleur. Zijn vrouw deed kinderopvang, in het zwart, maar meneer was de meest demonische controleur van West-Vlaanderen. Door te luistervinken had hij vernomen dat mijn pa niet altijd alles opschreef in het vliegboek op de club. Hij heeft de jacht geopend, mijn pa heeft meer moeten afdragen dan hij verdiend had.”

Heeft u daar iets uit geleerd? Ik bedoel: u lijkt me niet iemand die wakker ligt van geld.

“Nee, ik weet dat er altijd een uitweg is als het water mij aan de lippen staat. Ik heb een minimum opzij staan. Als ik onverwacht drie-, vierduizend euro moet betalen, kan ik dat. Dat is geen grote buffer, meer yogamatje dan matras (lacht). Maar ik lig van niet veel wakker, ik heb het niet in de hand, het leven neemt soms beslissingen in jouw plaats. En ik heb weinig wensen, het is goed zoals het is. Ik doe de job die ik graag doe, ik kom op plekken, ik zie dingen, ik ontmoet mensen.”

James Ensor. De man achter het masker is nu te zien op VRT Max.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op www.zelfmoord1813.be.