De twijfels van historicus Antoon Vrints: ‘Mensen worden pas mensen in ­relatie met anderen’

Antoon Vrints © GF
Stijn Tormans

Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van 
bekende mensen.

‘Tijdens mijn eerste kandidatuur geschiedenis volgde ik het vak ­moraalfilosofie’, vertelt Antoon Vrints. ‘Zeer tegen mijn zin, trouwens. Ik heb altijd een hekel gehad aan gemoraliseer. Op een bepaald moment kregen we les over de filosoof Emmanuel Levinas en hoorde ik de zin: “Ik ben pas vrij in het gelaat van de ander.” Hij schreef dat nadat hij vijf jaar krijgsgevangen geweest was en familie had verloren in de Shoah. Ik vond dat toen een heel ­melige, tsjeverige uitspraak. Goedkoop sentiment. Nu denk ik: pot­verdekke, Levinas had gelijk.’

Wat is er gebeurd?

Antoon Vrints: Ik ben ouder geworden. (lacht) En ik heb ook wat sociologie geleerd: als je wilt weten hoe mensen in elkaar zitten, moet je ook leren hoe ze aan elkaar hangen. Mensen worden pas mensen in ­relatie met anderen. Ze willen niet alleen gezien worden, maar ook ­betekenisvol zijn voor anderen. Toch is die uitspraak van Levinas zeker geen zoetsappig verhaaltje. Het ­betekent niet dat je het eens moet zijn met die andere: je kunt ook je vijanden als mens herkennen. Het ergste is om niet gezien te worden, zegt Levinas. Iemand niet in het ­gelaat kijken, dat is ook het begin van alle geweld. De Endlösung begon met bataljons die mensen afschoten. Zelfs Heinrich Himmler, de leider van de SS, besefte dat het psycho­logisch heel zwaar was voor de mensen die dat deden. Daarom hebben ze later gaskamers gebouwd.

Als je wilt weten hoe mensen in elkaar zitten, moet je ook leren hoe ze aan 
elkaar hangen.

Levinas heeft de sociale media niet meer meegemaakt.

Vrints: Die spelen in op onze behoefte om gezien te worden, alleen tonen we daar een fake versie van onszelf. Ze lossen die behoefte niet in. Vandaag kijkt onze maatschappij op naar topadvocaten, topdokters, topmodellen… Hoe moet het overgrote deel van de bevolking zich daarbij voelen, vraag ik me ­altijd af. Het aantal mensen dat vandaag niet gezien wordt, is veel groter dan pakweg veertig jaar geleden. Toen had je nog de verzuiling: je kon naar een zitdag gaan en een politicus in de ogen kijken. Natuurlijk had dat systeem nadelen: het was autoritair en het cliëntelisme tierde welig, maar de ander werd wel gezien. ­Politici voelden zich ook verantwoordelijk voor die mensen, want ze moesten die later nog onder ogen komen. Dat is toch iets anders dan een filmpje op de sociale media zetten. Je voelde dat ook heel duidelijk bij het les­geven in de coronacrisis. Normaal zie je als lesgever de kwetsbare ­andere en kun je daarop inspelen. Omgekeerd moet je je als les­gever kwetsbaar opstellen. Maar bij corona viel dat allemaal weg. Mensen werden gecriminaliseerd als ze te dicht bij elkaar kwamen.

Twijfelt u veel?

Vrints: Alleen in de supermarkt, als ik voor die volle rekken sta. Dan voel ik me heel besluiteloos. Natuurlijk probeer ik ook na te denken, maar dat is iets anders dan twijfelen.

Antoon Vrints, De afrekening, geweld tegen collaborateurs in Antwerpen, Ertsberg, 336 blz., 29,25 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content