De Standaardgetuigenissen op de spoed

Spoedafdeling in ziekenhuizen wordt overspoeld: “Tot helft van patiënten hoort er niet thuis”

Spoedarts Nima Tabrizi.© Sebastian Steveniers

Het tekort aan huisartsen vertaalt zich in een stormloop op spoeddiensten van ziekenhuizen. “Hier is het elke dag pompen of verzuipen.”

Karlien Beckers, Lamiae Ben Ayad

Een overrompeling, zo omschrijft Nima Tabrizi de situatie in het AZ Jan Portaels in Vilvoorde waar hij als spoedarts werkt. “Maandag was zowat de helft van de patiënten op de spoedafdeling geen urgentie”, zegt hij. “Dat komt door het grote tekort aan huisartsen in Vilvoorde.”

Maandag trokken huisartsen aan de alarmbel in De Standaard. Patiënten dreigen twee tot vijf weken te moeten wachten op een afspraak. “Als onze wachttijden oplopen, dreigen patiënten meteen naar spoed te rijden”, stelde huisarts Jelle Nieuwenhuyse. Dat blijkt nu al het geval in heel wat Vlaamse ziekenhuizen, zo blijkt uit een korte rondvraag. In Vilvoorde was het probleem zo acuut dat het ziekenhuis een nieuwe functie in het leven riep op de spoedafdeling: de ‘basisarts’. “Dat is een arts in opleiding die hier de job doet van een huisarts. Op die manier kunnen urgentieartsen zich bezighouden met meer dringende spoedgevallen”, legt Tabrizi uit.

“Dagelijks komen er mensen op spoed binnen met het verhaal dat er geen plaats bij de huisarts was of dat ze er zelfs geen hebben. Het is bijna een ziektebeeld op zich”, zegt Stef Vanlee, spoed- en mug-verpleegkundige in het Antwerpse ZNA Jan Palfijn. De band die patiënten met hun huisarts hebben, is al een tijdje tanende, stelt Vanlee, die sinds 1998 op spoed werkt. "De tijd dat de huisarts van het dorp dag en nacht beschikbaar is, is al langer op zijn retour.” Hij begrijpt ook dat jongere huisartsen een andere balans tussen werk en privé willen.

Vanlee haalt de komst aan van een wachtpost van huisartsen vlak naast de spoedafdeling. Ook daar raken patiënten soms alleen op afspraak binnen. “De ingang voor spoedgevallen ligt een paar meter verderop, ze komen sneller bij ons terecht”, zegt hij. In Antwerpen is gemiddeld een kwart van de aanmeldingen op spoed geen urgentie. Dat percentage schommelt. “Zo is het griepseizoen ook hier voelbaar”, zegt Vanlee.

Chronische druk

“De patiënten komen voornamelijk op eigen initiatief naar spoed, vooral met griepklachten”, vertelt dokter Lieven Vergote, diensthoofd van de spoedafdeling in het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis (ASZ) in Aalst. “Sinds de coronapandemie ligt alles wat infectieus is heel gevoelig. De meeste patiënten komen binnen met griep, soms in combinatie met een long- of darmontsteking.” Om de drukte de baas te blijven, werkt het ASZ samen met andere ziekenhuizen in de buurt. “We hebben nog een campus in Geraardsbergen. Als daar geen plaats is, bellen we naar andere ziekenhuizen in de omgeving. Omdat we allemaal met hetzelfde probleem worden geconfronteerd, is er een goede verstandhouding op dat vlak.”

Spoed- en MUG-verpleegkundige Stef Vanlee.© Sebastian Steveniers

Corona blijkt in heel wat ziekenhuizen een kantelmoment. Zo ook in het AZ in Diest, vertelt spoedarts Alain Mahjoub. “In eerste instantie omdat huisartsen tijdens de pandemie overspoeld werden.” Die druk op huisartsen heeft zich volgens Mahjoub vertaald in patiëntenstops en wachtlijsten bij huisartsen, die zich beter proberen af te schermen. Sinds het begin van de pandemie steeg het aantal patiënten in Diest met zowat een vijfde; 20 tot 30 procent van de patiënten horen eigenlijk niet thuis op spoed, zegt Mahjoub.

Zoiets vertaalt zich niet alleen in wachttijden die in sommige ziekenhuizen kunnen oplopen tot acht uur, het brengt ook de veiligheid van patiënten in het gedrang, waarschuwt hij. “Als alle boxen op spoed bezet zijn, waar reanimeer je iemand met een hartinfarct dan?” Het ziekenhuis heeft op spoed een capaciteit van zo’n zestig mensen per dag. “Vorige week hadden we meer dan de helft van de keren tachtig patiënten per dag”, zegt de spoedarts.

Dat leidt bovendien tot een chronische druk bij het personeel. Mahjoub: “Er zijn verpleegkundigen die zeven dagen op rij een late shift doen. Dat zijn jonge mensen die nog amper voor hun gezin kunnen zorgen. Hier is het elke dag pompen of verzuipen.”

Niet alleen de spoedafdeling kampt met het probleem, “het ­hele ziekenhuis ligt bijna vol”, zoals de afdeling intensieve zorg en de Coronary Care Unit (CCU), zegt Vergrote. “Voor kritieke bedden begint het dus te spannen.” Drukte op de spoedafdeling is ­wereldwijd een bekend fenomeen, “overcrowding” noemt Vergote het. Dat heeft volgens hem niet alleen te maken met een overaanbod aan patiënten, maar ook een tekort aan bedden op de andere afdelingen. “Patiënten moeten lang op de spoedafdeling blijven voordat er een bed vrij is op een andere afdeling, ook al is er al een diagnose en een behandeling opgestart.”

“Daardoor moeten verplegers op spoed extra zorgtaken op zich nemen, zoals patiënten helpen met naar het toilet gaan of ze eten geven. Zo stropt de spoedafdeling nog meer dicht, terwijl ze eigenlijk een doorgeefluik naar andere afdelingen zou moeten zijn”, vult Vanlee aan.

Aan papier gesneden

Ook in het sensibiliseren van patiënten valt nog een weg af te leggen, zegt Vanlee. “Meer kennis over EHBO zou al een verschil kunnen maken. Ik heb mensen gezien die naar spoed komen voor een simpele schaafwonde of een muggenbeet.” Vaak ziet de verpleger mensen die voor de verzekering langs spoed worden gestuurd. “Ik heb ooit een dame behandeld die zich aan papier had gesneden. Dat was op het werk gebeurd, dus was haar gezegd toch maar even naar spoed te gaan.”

Meer dan vroeger verwachten mensen ook directe hulpverlening. “Terwijl ze eigenlijk gewoon moeten uitzieken. Soms is hoofdpijn ook gewoon hoofdpijn. Daar kan een bezoek aan spoed weinig aan veranderen.”