Direct naar artikelinhoud
AnalyseVerkiezingen 2024

Jongeren zitten met de vraag: vind ik nog een huis? De politiek ruikt een kans

Jongeren zitten met de vraag: vind ik nog een huis? De politiek ruikt een kans
Beeld Wouter Van Vooren

Veel (jonge) kiezers zitten met de vraag: vind ik straks nog een woning? Politieke partijen beseffen dit en spelen hier wat graag op in richting de verkiezingen.

Open Vld heeft dinsdag, op een werf in Edegem, haar tienpuntenplan rond wonen voorgesteld. De liberalen blijven hierbij trouw aan zichzelf: minder regeltjes moeten ervoor zorgen dat er in Vlaanderen meer woningen gebouwd worden. Zo is er onder meer sprake van ‘wijkvergunningen’ om het papierwerk bij verbouwingen te beperken. Als het van Open Vld afhangt, worden ook de registratierechten verder verlaagd. Dit moet kopers helpen.

“Een goede en betaalbare woning, dat is wat iedereen wil in dit land. Van de jongere die zijn eerste stek zoekt, tot iemand die gewoon zorgeloos van zijn pensioen wil genieten”, vertelt Open Vld-voorzitter Tom Ongena in een filmpje opgenomen boven op een werfkraan. “Maar wonen wordt steeds duurder. En er is eigenlijk maar één oplossing: bouwen, bouwen, bouwen. Tegen 2035 moeten er een half miljoen woningen bij komen. Laat ons dat beslissen.”

View this post on Instagram

Een foto die is geplaatst door Open Vld (@openvld) op

Ook Vooruit en cd&v hebben onlangs de pers bijeengeroepen rond het thema wonen. In hun kiesprogramma pleiten de socialisten voor geplafonneerde huurprijzen, lagere notariskosten en een korting op de registratierechten. In de woorden van partijvoorzitter Melissa Depraetere: “Zonder hulp van de ouders is het voor de meeste jonge mensen gewoon onmogelijk geworden om een eigen woning te kopen. Wie wel kan meedingen, moet vaak de duimen leggen voor de investeerders en projectontwikkelaars die meer en meer woningen opkopen in onze centrumsteden.”

Cd&v vindt dan weer dat Vlamingen te veel spaargeld moeten inbrengen om een woonlening te krijgen. Leningen die tot 100 procent van het aankoopbedrag van een woning dekken, moeten daarom mogelijk worden.

Droom

Dat wonen aan politiek belang wint, hoeft niet te verbazen. Bij generatie Z lijkt het klassieke droombeeld van een eigen fermette, pastoriewoning of designwoning op een grote lap grond stilaan te vervagen. Maar de wens om een eigen woning te kopen, die blijft bestaan. En die wens staat onder druk.

De Vlaamse woonmarkt heeft de voorbije jaren record na record gebroken. In Vlaanderen kost een woonhuis intussen gemiddeld 358.000 euro. Midden 2019, na de vorige verkiezingen, was dat nog 282.000 euro. Vooral de losgeslagen huizenjacht tijdens de coronacrisis heeft de markt tot ver boven haar kookpunt gedreven. Sindsdien verloopt de afkoeling traag. De hogere rente en dalende vraag van de afgelopen maanden doet de prijzen voorlopig (nog) niet zakken.

Ook op de huurmarkt gaan de alarmbellen af. Voor appartementen bedraagt de huur nu gemiddeld 821 euro. En daar zijn de maandelijkse kosten en lasten nog niet bijgeteld. Bedenk hierbij dat de minimumlonen momenteel 2.000 euro bruto bedragen. Voor alleenstaande, laaggeschoolde Vlamingen betekent dit dat ze bijna per definitie in de problemen komen. Op de wachtlijst voor een sociale woning staan nog altijd 176.000 mensen.

“Het is hoog tijd dat de politieke partijen wonen bovenaan op de agenda plaatsen”, oordeelt Marc Dillen, hoofd van bouwkoepel Embuild en ancien op de vastgoedmarkt. “Zoals een kikker die nietsvermoedend gekookt wordt in langzaam opwarmend water, zo dreigt Vlaanderen in een diepe wooncrisis te belanden als er niet wordt gehandeld. Bestaande woningen moeten gerenoveerd worden. Er moeten woningen bijgebouwd worden om de vraag te dekken. En er moet nog eens ‘verdicht’ worden. Dit zal allemaal geld kosten. Geld dat vooral gezinnen moeten betalen. Dit weegt door. In Vlaanderen ligt de gemiddelde vastgoedprijs vandaag al een pak hoger dan in Wallonië.”

Nederland

Op partijhoofdkwartieren wordt de inschatting gemaakt dat de zorgen over de woonmarkt straks mee het stemgedrag kunnen sturen. Zeker bij jonge kiezers. Op 9 juni zullen meer dan een half miljoen Vlaamse jongeren voor het eerst gaan stemmen. Wie deze zogeheten first time voters achter zich krijgt, heeft een mooie bonus beet. Vooral de uiterste partijen lijken jongeren nu te charmeren met allerlei campagnes op sociale media. Open Vld, Vooruit (in het post-Rousseau-tijdperk) en cd&v hopen via wonen een andere ingang te vinden, lijkt het.

Binnen de Wetstraat wordt bovendien, zeker sinds het overwaaien van de stikstofcrisis, graag naar de politieke bewegingen in Nederland gekeken. Als het regent in Den Haag, druppelt het in Brussel, zeg maar.

In Nederland zijn partijen nu al een poos druk bezig met noodbeleid rond de woonmarkt. Onze noorderburen kampen al langer met een regelrechte wooncrisis. Volgens kiesonderzoek van RTL was betaalbaar wonen hét thema bij de parlementsverkiezingen eind vorig jaar. Ruim 59 procent van de ondervraagden maakte zich ongerust. Bij jonge mensen ging het om liefst 70 procent. Zorg, armoede, migratie en veiligheid vervolledigden de top vijf.

In de peilingen van VTM en Het Laatste Nieuws springt wonen voorlopig niet meteen in het oog als verkiezingsthema. Al kan dit, zoals wel vaker, ook te maken hebben met de vraagstelling. Er wordt nogal hermetisch gepeild naar het belang van ‘toegang tot en kwaliteit van woningen’. 20 procent van de Vlaamse ondervraagden vinkt dit vandaag aan als een prioriteit. Helemaal bovenaan op het zorgenlijstje staat ‘kosten van het levensonderhoud’, met 53 procent. Voor veel mensen zal hier ook de maandelijkse afbetaling van hun woonlening of huur onder vallen.