reportage

Op de spoed van AZ Jan Portaels in Vilvoorde: “Ik kan pas in mei terecht bij mijn gynaecoloog. Dus kom ik naar spoed”

Nicole gleed uit in de badkamer. Met een gebroken teen en een zeer linkerbeen komt ze op de spoed terecht.© Kristof Vadino

Met vijftien urgentieartsen, drie huisartsen in opleiding en twee basisartsen heeft het AZ Jan Portaels-ziekenhuis in Vilvoorde “veel geluk”. Maar door een tekort aan huisartsen in de regio is dat maar net te doen. “Zodra iemand wegvalt, hebben we een probleem.”

Kubra Mayda

In de badkamer van Nicole Vandermaele (84) liggen twee matjes. Die heeft ze daar gelegd zodat ze niet zou uitschuiven. Maar toen ze woensdagmiddag uit bad stapte, zette ze haar voet net op die ene halve tegel die niet bedekt is. Ze schoof uit, brak daarbij haar grote teen en kan haar linkerbeen helemaal niet meer bewegen. “Gelukkig was er net iemand van gezinshulp, anders was ik zelfs niet op spoed geraakt”, zegt ze, vanop een ziekenhuisbed op de spoedafdeling van AZ Jan Portaels.

Terwijl Vandermaele wacht op de resultaten van haar scan, mag Meltem Gemici (40) met huisarts in opleiding Annabel Pincket mee voor onderzoek. Ze houdt haar onderbuik vast. Gemici, die zelf verpleegkundige is in Brussel, zegt dat ze al een halfjaar pijn heeft in haar buik. “Op momenten zoals nu kan ik uren aan een stuk niet bewegen. Ik weet niet wat er scheelt, want ik kan pas in mei bij mijn ­gynaecoloog terecht. Ik kan geen huisarts vinden in Vilvoorde, dus kwam ik naar de spoed, want ik wil echt weten wat er scheelt.”

Dertig huisartsen te weinig

Gemici’s klachten zijn gecategoriseerd als “niet-dringend”. Dat ze twee uur moest wachten, valt mee. “Dat is sneller dan op de spoedafdelingen in Brussel. Daar heb ik eens zes uur moeten wachten”, zegt ze.

Ze is lang niet de enige die met niet-dringende klachten naar de spoedafdeling in Vilvoorde komt. Gemiddeld heeft de helft van de patiënten geen urgente hulp nodig. Onder urgente hulp vallen volgens het diensthoofd van de spoedafdeling Tom Schmitz wel “de patiënten die zouden sterven als ze niet binnen de zes uur hulp krijgen en de patiënten wier klachten zouden verergeren als ze niet snel hulp krijgen”. Schmitz begon zes jaar geleden als hoofdarts in Vilvoorde. In die tijd zag hij het aantal patiënten die spoedhulp zoeken “spectaculair toenemen”.

“Per maand zien we duizend patiënten meer dan zes jaar geleden. De bevolking stijgt en het aantal huisartsen neemt sterk af. Per duizend inwoners zou er een huisarts moeten zijn. Vilvoorde heeft bijna 40.000 inwoners en er zijn twaalf huisartsen. We hebben er dus zo’n dertig te weinig. Ik ken verschillende huisartsen die niet met pensioen durven te gaan omdat een heel dorp dan zonder huisarts komt te zitten. Of jonge huisartsen die na een paar jaar al een patiëntenstop moeten invoeren.”

Dat die mensen steeds vaker naar de spoed komen, heeft de werking van de spoedafdeling sterk veranderd. Wie hier binnenkomt, ziet een arts bij de triage. “Als het écht niet dringend is, zoals een loopneus, kan de arts de patiënt op dat moment al helpen en moet die in sommige gevallen zelfs niet op de spoedafdeling komen.” Een bijkomend probleem, volgens Schmitz, is dat patiënten ongeruster zijn over hun gezondheid dan vroeger. “Ze hechten meer geloof aan dokter Google dan aan wij zeggen.”

Op de spoedafdeling van AZ Jan Portaels werken 20 artsen. Dat is maar nipt voldoende.© Kristof Vadino

Het Vilvoordse ziekenhuis riep een nieuwe functie in het leven: de basisarts. “Binnenkort hebben we twee basisartsen. Samen met de huisartsen in opleiding nemen zij de zorg van de niet-dringende patiënten op zich. Op die manier kunnen de urgentieartsen zich bezighouden met patiënten die echt dringend hulp nodig hebben.”

Ook al heeft het ziekenhuis de taken onderling kunnen verdelen, het blijft druk op de spoedafdeling. De moeder van Sana Arabi (26) werd dinsdagavond met de ziekenwagen binnengebracht. Ze blijkt een infectie te hebben aan haar longen, waardoor ze moeilijk ademhaalt. Anderhalve dag later ligt haar moeder nog steeds op de spoedafdeling omdat er geen bed vrij is in het ziekenhuis. “We werden heel snel geholpen”, zegt Arabi, “maar het is niet te doen. Mijn moeder wacht al bijna 24 uur tot ze naar een kamer kan.” Zelf is Arabi al zeven maanden op zoek naar een huisarts in Vilvoorde. “Mijn huisarts is met pensioen. Die kende mij al mijn hele leven. Ik zie het nog gebeuren dat ik ook naar de spoed kom als ik gezondheidsklachten heb, want ik zie niet waar ik anders terechtkan.”

Artsen moeten mensen blijven

“De situatie is net te behappen voor onze ploeg”, zegt hoofdarts Schmitz verder. Met een team van vijftien urgentieartsen, drie huisartsen in opleiding en binnenkort twee basisartsen kan de huidige toestroom aan patiënten “met voldoende geduld en empathie opgevangen worden”. “Binnenkort gaat een van onze collega’s op zwangerschapsverlof. Dan zitten we al krap. Zodra er iemand wegvalt, vrees ik dat we niet langer dezelfde kwaliteit kunnen leveren. Ik ben geen voorstander van werkweken van meer dan veertig uur of 24-uurshiften, bij andere ziekenhuizen gebeurt dat wel nog. Het is niet oké dat een arts aan zijn of haar twintigste uur bezig is als er om 4 uur ’s ochtends een patiënt binnenkomt die dringende hulp nodig heeft. Dat is niet meer van deze tijd. Daarom moedig ik collega’s aan om deeltijds te werken. We moeten als artsen mensen blijven. En we moeten out of the box denken om het gebolwerkt te krijgen. Dan zouden we dringende patiënten moeten laten wachten omdat er zoveel niet-dringende patiënten het systeem verstoppen.”

Schmitz hoopt dat er over een paar jaar geen spoedafdeling meer nodig zal zijn. “Dit moet een plek worden waar iedereen 24/7 terecht kan. Ik wil niet dat we aan patiënten moeten zeggen dat ze hier niet hadden mogen zijn. Dat kan ooit tegen de verkeerde patiënt gezegd worden.”