Prikkeldraad, mijnen en meer dan 1.000 betonnen bunkers: NAVO-landen in oosten van Europa bereiden zich in allerijl voor op Russische invasie

De ‘Baltische verdedigingslinie’ moet het meest kwetsbare deel van de oostelijke flank van de NAVO beter beschermen. Een akkoord daarrond werd een maand geleden ondertekend.

De eerste prototypes van de bunkers zijn al ontwikkeld en het doel is om begin volgend jaar te beginnen met de bouw ervan. Ze zullen ongeveer 37 vierkante meter groot zijn en ruimte bieden aan tien militairen. Estland alleen al trekt 60 miljoen euro uit voor de bouw van 600 exemplaren.

Samen met de antitankmijnen, drakentanden (piramidevormige betonnen obstakels), prikkeldraad en antitankgreppels moeten ze mogelijke indringers uit het oosten tegenhouden. Of toch minstens lang genoeg ophouden zodat er tijd is om te hergroeperen en andere NAVO-landen de kans te geven om versterking te sturen.

“Het bouwen van deze versterkte linie zal tijd en middelen vergen, maar de effectiviteit ervan is bewezen in de oorlog in Oekraïne”, aldus de Litouwse majoor Donatas Palavenis in de Britse krant ‘The Times’. “Troepen zijn daar niet in staat om deze obstakels te doorbreken en substantieel grondgebied te veroveren.”

Volgens een schatting van het Estse ministerie van Defensie zou een aanvaller door deze verdedigingslinie vier tot zeven keer meer mankracht nodig hebben om posities te veroveren.

Alle Baltische staten hebben de afgelopen maanden ook al hekken gebouwd aan grote delen van hun grens met Rusland en Wit-Rusland, maar die waren er eerder op gericht om migranten en smokkelaars tegen te houden dan tanks en militairen. Het grootste deel van hun militaire infrastructuur bevindt zich verder in het binnenland.

Het project wordt in allerijl uitgevoerd omdat de Baltische staten vrezen dat de Russische president Vladimir Poetin zijn oog op hen zal laten vallen als hij klaar is met Oekraïne. De Estse premier Kaja Kallas zei eerder dat Rusland er over drie jaar al klaar voor zou kunnen zijn om de NAVO aan te vallen.

Dinsdag waarschuwde de buitenlandse inlichtingendienst van Estland er nog voor dat Rusland op schema zit om twee keer zo veel soldaten te stationeren aan de grenzen van de Baltische staten als vóór de invasie van Oekraïne in februari 2022. Toen waren er 19.000 militairen gelegerd. Rusland zou ook plannen hebben voor een nieuwe legerkorps om de 1.330 kilometer lange grens met Finland in de gaten te houden.