De schietpartij vond woensdag rond 14 uur (lokale tijd) plaats aan het treinstation Union Station in Kansas City. Vlak voor het einde van het overwinningsfeest voor het American football-team dat de Super Bowl won, klonken er plots geweerschoten te midden van een menigte fans. Een 43-jarige vrouw werd dodelijk geraakt, 22 anderen raakten gewond. De leeftijden van de slachtoffers variëren van 8 tot 47 jaar en de helft is jonger dan 16 jaar.

Over de motieven van de drie schutters was er niet meteen duidelijkheid. Inmiddels heeft politiechef Stacey Graves in een verklaring gemeld dat twee van de drie betrokkenen minderjarigen zijn. “Het lijkt erop dat het om een dispuut ging dat ontaardde in een vuurgevecht”, aldus Graves. “Het incident wordt nog steeds volop onderzocht”, benadrukte Graves nog. De drie schutters zijn nog niet aangeklaagd.

Momenteel liggen er nog drie slachtoffers in het University Health Hospital in Kansas City, van wie twee nog vechten voor hun leven. Ook in een het lokale Saint Luke’s Hospital verkeert nog een slachtoffer in kritieke toestand.

Volgens de burgemeester Quinton Lucas werpt het schietincident de vraag op of Kansas City ooit nog een openbare viering zoals woensdag zal organiseren. Ook de aankomende feesten op Saint Patrick’s Day zal veel Amerikaanse steden op de proef stellen, zo citeert The Washington Post burgemeester Lucas. “Is dit gewoon iets waar we mee leven, zoals we leven met schietpartijen op scholen?”

Geweld op parades is geen onbekend fenomeen in de VS. In 2021 raakten bij twee schietpartijen drie mensen gewond in Milwaukee, in de staat Minnesota, nadat het basketbalteam Milwaukee Bucks kampioen speelde in de NBA. Een jaar eerder kwamen in Los Angeles twee mensen om het leven nadat de Dodgers de World Series van honkbal hadden gewonnen.