Direct naar artikelinhoud
InterviewKorpschef Jurgen De Landsheer

‘Er vindt een oorlog plaats tussen de drugsbendes’: korpschef Jurgen De Landsheer over het geweld in de hoofdstad

Jurgen De Landsheer.Beeld Geert Van de Velde

Vier schietpartijen in Sint Gillis, waarvan een met dodelijke afloop. Criminele bendes die de Peterbos-wijk controleren. Hoe kan het geweld in de hoofdstad een halt worden toegeroepen? ‘We komen eerstdaags met een actieplan naar buiten’, zegt Jurgen De Landsheer, korpschef van de politie in Brussel-Zuid.

Tijdens een controle in de Marollen heeft de politie woensdagavond een verdachte met een kalasjnikov opgepakt. Amper één kilometer verderop, in de straten rond de Hallepoort in Sint-Gillis, vonden dinsdag en woensdag schietpartijen plaats. Daarbij overleed woensdag een 23-jarige man.

De precieze link tussen al die schietpartijen is nog niet bekend. Het is wel duidelijk dat het drugsgeweld in de hoofdstad toeneemt. In de eerste negen maanden van 2023 linkte de federale gerechtelijke politie gemiddeld één dode per maand aan Brussels drugsgeweld, en zeker dubbel zoveel schiet- en steekincidenten zonder dodelijke slachtoffers.

De laatste week gaat het van kwaad naar erger. Waarom zien we deze escalatie van geweld?

De Landsheer: “Er vindt een oorlog plaats tussen de verschillende drugsbendes. Ze willen hun territorium behouden of het territorium van anderen overnemen, en dat leidt tot intimidatie en afrekeningen. Je mag niet vergeten hoeveel geld daarmee gemoeid is. Het is een fenomeen dat we niet alleen in Brussel zien maar internationaal.

“Ook speelt het effect van de inbeslagnames en arrestaties die we doen. Onder meer door de kraak van Sky ECC, het berichtensysteem van de onderwereld, heeft de politie criminele netwerken kunnen blootleggen en belangrijke spelers kunnen oppakken. Maar telkens als je iemand oppakt, probeert iemand anders in de plaats te komen. De concurrentie onder de criminele bendes is dus toegenomen.”

Er zijn niet alleen de schietpartijen in Sint-Gillis. Criminele bendes zetten in de Peterbos-wijk in Anderlecht toegangswegen af en fouilleren bezoekers. Wat is de link daartussen?

“Dat weten we op dit moment niet. Feit is dat die criminele bendes natuurlijk niet binnen de grenzen van een gemeente opereren. Ze werken over heel de stad, en ver daarbuiten.”

Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) riep deze week op om de federale politie vaker te laten bijspringen. Is dat een oplossing?

“Alle opties moeten worden bekeken. Maar het is niet dat de federale politie zomaar honderd mensen op overschot heeft om dagelijks in Brussel in te zetten.”

De wijk Peterbos in Anderlecht, al jaren een hotspot voor drugsdealers.Beeld Eric de Mildt

U zei zelf dat u tweehonderd man tekort komt. Ook dat komt vaak terug in discussies over drugsgeweld. Nochtans heeft België vrij veel agenten per inwoner.

“Dat klopt. Helaas moet ik telkens agenten vrijmaken voor zaken die in mijn ogen geen prioriteit zijn. Zoals cipiers vervangen, voorleiden van gevangenen of de beveiliging van Joodse instellingen.”

Dat zijn geen taken van de politie?

“Je zou dat anders kunnen organiseren, bijvoorbeeld door een algemene reserve aan te leggen om grote evenementen te begeleiden. Dat was vroeger het geval. Dat zou efficiënter zijn dan telkens wijkagenten daarvoor in te schakelen.

“Als de politie zou kunnen focussen op haar kerntaken, dan kan ze het met minder mensen doen. Dat zou de huidige rekruteringsproblemen ook voor een stuk oplossen. Je zou die mensen beter kunnen betalen en van beter materiaal voorzien.”

Toch gaan we er met alleen repressie niet komen. Je moet ook vermijden dat jongeren uit bijvoorbeeld Peterbos in criminele milieus terechtkomen.

“Het klopt dat repressie alleen niet werkt. Je moet mensen opvangen en begeleiden om te zorgen dat ze niet in zo’n kwetsbare positie terechtkomen. Je mag niet vergeten dat veel van die illegale mensen en minderjarigen die we oppakken zelf slachtoffer zijn en vaak mishandeld worden binnen die bendes.

“Het is wel niet zo dat al die jongeren binnen de wijk gerekruteerd worden. Het gaat meestal om niet-begeleide minderjarigen die vanuit het buitenland komen of mensen in illegaal verblijf, die via sociale media voor een ‘flexi-job’ worden aangetrokken.”

U zat donderdag samen met uw collega’s van andere politiezones, de federale politie, de bevoegde ministers en het parket. Hoe willen jullie dit nu aanpakken?

“Er is meer coördinatie nodig. We werken vandaag al goed samen tussen de verschillende zones en instanties, maar het kan nog een stuk beter. Ieder moet op zijn niveau bekijken wat hij kan doen. We zullen eerstdaags met een concreet actieplan naar buiten komen. Meer details kan ik nog niet geven.”

Inwoners van Peterbos of Sint-Gillis, die dagelijks met bedreigingen of geweld geconfronteerd worden, kunnen toch geen maanden meer wachten voor dat plan in werking treedt?

“Nee, maar inmiddels blijven we verder werken in die wijken. Peterbos en Sint-Gillis zijn geen no-gozones. We blijven dagelijks patrouilles doen en ingrijpen waar nodig.”

In Niveau 4, de docureeks waarin Eric Goens het politiekorps in Brussel-Zuid volgt, valt op hoe jullie soms meermaals dezelfde mensen oppakken, omdat ze toch niet bestraft worden. Dat heeft toch weinig zin?

“Dat is inderdaad een grote frustratie bij agenten. Vandaar dat het cruciaal is dat we samenzitten met alle niveaus en met gedurfde oplossingen komen. Nationaal drugscommissaris Ine Van Wymersch pleitte er bijvoorbeeld voor om in beslag genomen drugsgeld in te zetten voor de strijd tegen drugscriminaliteit. Zulke initiatieven moeten we nu bekijken.”