Te weinig betaalbare elektrische wagens in Europa, waarschuwt mobiliteitsorganisatie

De elektrificatie van het Europese wagenpark loopt achterstand op doordat er te weinig betaalbare elektrische wagens beschikbaar zijn. Dat zegt de koepel van mobiliteitsorganisaties Transport & Environment in een nieuw rapport. Fabrikanten van elektrische wagens zetten in verhouding meer in op luxemodellen dan bij benzine- of dieselwagens.

Transport & Environment (T&E) dook in de verkoopcijfers van elektrische wagens in Europa de voorbije 5 jaar. Het aandeel van elektrische wagens gaat nog steeds in stijgende lijn, met vorig jaar 14,6 procent van alle verkochte auto's. Maar het groeit minder snel dan de voorgaande jaren.

Dat komt volgens T&E doordat elektrische wagens te duur blijven. Wagenfabrikanten zetten te weinig in op betaalbare, compacte elektrische wagens. Die zijn in verhouding nog steeds veel duurder dan gelijkaardige fossiele wagens op diesel of benzine.

Neem nu de wagens in de op één na kleinste categorie, het B-segment. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Citroën C3, de Ford Fiesta, de Renault Clio of de Volkswagen Polo. Een elektrische wagen in die categorie kost gemiddeld 34.000 euro, "terwijl er veel fossiele modellen beschikbaar zijn voor minder dan 20.000 euro", zegt T&E.

De klant die een kleine elektrische wagen zoekt, heeft niet veel keuze. Dit jaar zullen er slechts 42.000 elektrische wagens op de Europese markt komen die goedkoper zijn dan 25.000 euro, waarschuwt de koepel van mobiliteitsorganisaties nog.

Grotere wagens, grotere winstmarges

Dat is zichtbaar in de verkoopscijfers. Meer dan 1 op de 3 verkochte fossiele wagens behoort tot het compacte B-segment. Bij elektrische wagens is dat slechts 1 op de 6.

Fabrikanten van elektrische wagens zetten liever in op grotere modellen. Daar is het beeld omgekeerd. 28 procent van de verkochte elektrische wagens valt onder het op 1 na grootste D-segment. Bij fossiele wagens is dat aandeel veel kleiner, 13 procent.

Dat komt volgens T&E doordat wagenfabrikanten hogere winstmarges kunnen boeken op die luxemodellen. 

"Het klopt dat fabrikanten kiezen voor duurdere modellen", beaamt Jochen De Smet, voorzitter van de federatie voor elektrische mobiliteit EV Belgium (en niet betrokken bij de studie). Hij kan zich vinden in de roep van T&E om meer kleine elektrische modellen.

Volgens De Smet hebben fabrikanten ook een goede reden om vooral in te zetten op grote wagens en de bijhorende hogere winsten. "De verantwoordelijkheid helemaal in hun schoenen schuiven, is ongepast."

"Er waren de voorbije jaren grote investeringen nodig om die nieuwe elektrische voertuigen te ontwerpen en te fabriceren. Bovendien was het tot enkele jaren geleden veel evidenter om een grote autobatterij in grote voertuigen te stoppen dan in kleine." Intussen zijn die batterijen wel veel efficiënter en compacter geworden, stipt hij nog aan.

België geeft het goede voorbeeld

Nochtans slaagt China er wel in om massaal kleine elektrische wagens de weg op te sturen. Daar is de gemiddelde prijs sinds 2015 met meer dan de helft gedaald, terwijl die in Europa nog gestegen is. De Chinese markt met de Europese vergelijken, is "te kort door de bocht", vindt De Smet. "Daar is een grote mate van staatssteun en kunnen ze ook veel meer opschalen."

Bovendien heeft China een technologische voorsprong doordat het in 2015 al resoluut voor batterijwagens koos als de toekomst van de auto. In Europa werd er langer getwijfeld tussen batterijen en waterstof.

Tot vandaag blijven sommige (vooral Duitse) autofabrikanten zich ook verzetten tegen Europese regelgeving die elektrische wagens moet bevoordelen.

De Chinese autobouwer BYD heeft Tesla ingehaald en is nu wereldwijd marktleider voor elektrische wagens.
Copyright 2024 The Associated Press. All rights reserved.

Blijft de vraag: hoe krijgen we meer goedkope elektrische wagens op de Europese wegen? T&E ziet een sleutelrol voor bedrijfswagens. Het stelt voor om de taksen voor benzine- en dieselwagens te verhogen en ook bindende elektrificatiedoelen te stellen. Tegen 2030 zouden alle bedrijfswagens in de EU elektrisch moeten zijn.

Op dat vlak geeft ons land het goede voorbeeld aan de rest van Europa. Zo besloot de federale regering al in 2021 dat alle nieuwe bedrijfswagens vanaf 2026 uitstootvrij moeten zijn - in de praktijk betekent dat zo goed als altijd elektrisch. Tegelijk zal de CO2-taks de volgende jaren snel omhoog gaan, waardoor rijden op diesel of benzine duurder zal worden.

Bedrijfswagens zijn goed voor 7 op de 10 nieuw verkochte wagens in ons land. "Op het einde van dit jaar zal 1 op de 2 nieuwe Belgische wagens daardoor helemaal elektrisch zijn", schetst De Smet. Zo daalt de uitstoot van het wagenpark snel.

In de rest van Europa is het beeld op dit moment omgekeerd. Daar is het aandeel elektrisch bij bedrijfswagens lager dan bij particuliere wagens.

Meer kleine elektrische wagens uit Europa op komst

En dan is er ook nog de premie van 5.000 euro die Vlaanderen uitreikt aan kopers van nieuwe elektrische wagens die maximaal 40.000 euro kosten. 

Misschien zal de verandering niet alleen van regelgeving komen, maar ook vanuit de sector zelf.

"China moedigt zijn wagenfabrikanten steeds meer aan om buiten de grenzen en in Europa te gaan fabriceren", merkt De Smet op. "Zo plant BYD een nieuwe fabriek in Hongarije. Dat zal het evenwicht doen verschuiven, al kan ik nu nog niet inschatten hoe."

Momenteel exporteert BYD vooral nog luxemodellen naar Europa en houdt het zijn goedkopere modellen voor de Chinese markt. Het zou dus kunnen dat die strategie zal veranderen.

Ook de Europese bouwers gooien het stuur stilaan om. "Tussen 2025 en 2027 zie ik heel veel Europese kleinere wagens op de markt komen. Volkswagen is ermee bezig, Stellantis met zijn verschillende merken ook (de autobouwer achter o.a. Alfa Romeo, Citroën, Peugeot, Fiat en Opel, red.). Geef de industrie de kans om de transitie te maken."

Meest gelezen