Archiefbeeld uit de genocidezaak voor het Internationaal Gerechtshof eind januari 2024.

Internationaal Gerechtshof neemt Israëlische bezetting in Palestijnse gebieden onder de loep

Vandaag opent het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag hoorzittingen over de juridische gevolgen van het Israëlische beleid in de bezette Palestijnse gebieden. De zaak komt er op vraag van de Verenigde Naties die eind 2022 een verzoek tot advies indienden bij het ICJ, nog vóór de oorlog in Gaza uitbrak. 52 staten, waaronder ook België, zullen een week lang hun standpunten uiteenzetten voor het Hof. Vijf vragen en antwoorden over deze zaak.

Hoe moeten we het beleid en de praktijken van Israël in de bezette Palestijnse gebieden, zoals de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en de Gazastrook juridisch interpreteren? En wat betekent die interpretatie voor de lidstaten van de Verenigde Naties (VN)? Dat zijn twee vragen die de VN deze week voorleggen aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag.

In het kader van die vragen zullen 52 staten, waaronder 8 EU-lidstaten, en 3 internationale organisaties deze week mondeling hun standpunten uiteenzetten.

Ook ons land zal dat doen en neemt morgen het woord in Den Haag. Een historische en symbolische zaak in het Israëlisch-Palestijns conflict, stellen experts, maar ook bijzonder complex. Professoren internationaal recht Dimitri Van Den Meerssche en Jan Wouters antwoorden op vijf vragen.

1. Hoe is deze zaak tot stand gekomen?

Eind 2022, nog vóór de oorlog in Gaza uitbrak, dienden de VN een verzoek voor advies in bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Dat verzoek kwam voort uit de Algemene Vergadering van de VN waarin een resolutie werd aangenomen rond de "juridische gevolgen van het beleid en de praktijken van Israël in de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem".

"Aanleiding was een rapport dat besteld werd door de Mensenrechtenraad van de VN", zegt Jan Wouters, professor internationaal recht aan de KU Leuven. "Een onderzoekscommissie heeft de situatie in de Palestijnse gebieden tussen 2021 en 2022 uitgebreid bestudeerd en kwam tot de conclusie dat het beleid van Israël de mensenrechten en het oorlogsrecht schendt."

Bedoeling is dat het Hof voor eens en voor altijd een formele, algehele vaststelling doet rond de Israëlische bezetting in de Palestijnse gebieden

Dimitri Van Den Meerssche, professor internationaal recht (Queen Mary University of London)

"De kwestie van de bezette Palestijnse gebieden gaat al sinds 1967 mee", zegt ook Dimitri Van Den Meerssche. Hij is professor internationaal recht aan de Queen Mary University of London. "Elk jaar worden er resoluties aangenomen, rapporten opgesteld, onderzoeken gedaan. Stuk voor stuk behandelen ze het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen en de kwalificatie van de Israëlische bezetting."

"Bedoeling is dat via deze weg het Hof daar voor eens en voor altijd een formele, algehele vaststelling rond doet en formuleert welke juridische gevolgen dat impliceert voor de internationale gemeenschap", aldus Van Den Meerssche.

Bezette Palestijnse gebieden?

Even terug naar 1967. Tijdens de Zesdaagse Oorlog verovert Israël Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever op Jordanië, Gaza en de Sinaï op Egypte (in 1978 geeft het de Sinaï weer terug) en de Golanhoogte op Syrië. Oost-Jeruzalem en de Golanhoogte worden later geannexeerd, maar deze annexaties worden internationaal niet erkend.

In 2005 trekt Israël zich terug uit Gaza, maar het behoudt strikte controle over de grenzen rond het gebied. Hoewel Gaza bestuurd wordt door de extremistische Palestijnse organisatie Hamas, wordt het omwille van de Israëlische blokkade internationaal wel beschouwd als bezet gebied. 

2. Wat houdt een advies van het Internationaal Gerechtshof in?

Het Internationaal Gerechtshof vervult twee belangrijke functies, legt professor Wouters uit. "Ten eerste lost het geschillen tussen landen op door middel van juridisch bindende uitspraken. Een voorbeeld daarvan is de genocidezaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen tegen Israël. De uitspraak van het Hof zal een bindende gerechtelijke beslissing zijn die de betrokken partijen zullen moeten volgen."

"De tweede belangrijke functie van het Hof is het verstrekken van adviezen over kwesties die betrekking hebben op het internationaal recht. Het Hof biedt vanuit zijn expertise antwoorden op bepaalde juridische vragen en doet zo een uitspraak over de juiste interpretatie van het internationaal recht."

"Een verzoek voor zo’n advies kan enkel van de VN komen", verduidelijkt Wouters. "Hoewel deze advieszaak over het beleid van Israël gaat, is het dus geen zaak tegen Israël."

Adviezen van het Hof zijn juridisch niet bindend, maar ze genieten wel aanzienlijke autoriteit en hoog moreel gezag

Jan Wouters, professor internationaal recht (KU Leuven)

Belangrijk in zo'n advieszaak is dat de uitspraak van het Hof juridisch níét bindend is. Israël kan het advies van het Hof in principe gewoon naast zich neerleggen, stelt Wouters.

"Maar vanwege hun oorsprong bij het Internationaal Gerechtshof genieten dergelijke adviezen wel aanzienlijke autoriteit en een hoog moreel gezag. Israël en zijn bondgenoten kunnen het negeren, maar voor de rest van de internationale gemeenschap versterkt het wel diplomatieke druk op Israël om eventueel zijn beleid en praktijken te wijzigen." 

De scheidingsmuur, 2004

Het is niet de eerste keer dat de VN het Internationaal Gerechtshof om advies vragen rond de activiteiten van Israël in de bezette Palestijnse gebieden. In 2004 moest het Hof oordelen over de juridische gevolgen van de bouw van een 700 km lange muur die door Israël grotendeels op de bezette Westelijke Jordaanoever werd gebouwd. 

Volgens het Hof schond de constructie onder meer de mensenrechten van de Palestijnen op de Westoever. Bijgevolg oordeelde het Hof dat het Israëlische “veiligheidshek” illegaal is en de bouw ervan onmiddellijk gestopt moest worden.

Israël legde de uitspraak van het ICJ naast zich neer en zette de werkzaamheden voort. Vandaag scheidt de muur Palestijnen nog steeds van hun landbouwgronden, scholen, werkplekken en naburige gemeenschappen.

3. Waar moet het Hof precies over oordelen?

"Het Israëlische bezettingsbeleid is een van de grote splijtzwammen in het internationaal recht", zegt professor Wouters. Volgens hem is deze advieszaak dan ook een "wanhoopsvraag" van de VN.

"We zitten al 57 jaar lang in een onhoudbare situatie, stellen de VN, en nu willen we een antwoord van de hoogste gerechtelijk instantie. Hoe moeten we de situatie in de bezette Palestijnse gebieden vanuit het internationaal recht interpreteren en, vooral, welk gevolg moet de internationale gemeenschap daaraan geven?"

Als deze bezetting het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk schendt, wat zijn dan de juridische gevolgen van die schending? Dat is de sleutelvraag die voorligt

Dimitri Van Den Meerssche, professor internationaal recht (Queen Mary University of London)

"Allereerst willen de VN dat het Hof de legaliteit van de bezetting an sich kwalificeert", legt Van Den Meerssche uit. "Als deze bezetting het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk schendt, wat zijn dan de juridische gevolgen van deze schending? Dat is de sleutelvraag die betrekking heeft op de bezetting als geheel."

"Maar daarnaast gaat men ook kijken naar specifieke elementen van de bezetting zoals het langdurige karakter, de nederzettingen, demografische verschuivingen en annexaties, de discriminerende wetgeving binnen de bezette gebieden, en een heel aantal humanitaire componenten."

Vooral die eerste twee zijn belangrijk, benadrukt Van Den Meerssche. "Volgens het internationaal recht moet een bezetting tijdelijk zijn en mag de demografische compositie van het bezet gebied niet gewijzigd worden. Zo verbiedt de Vierde Conventie van Genève gedwongen verplaatsing van de bezette bevolking. Daarnaast mag de bezettende macht ook haar eigen burgers niet onderbrengen op bezet gebied."

Illegale nederzettingen

In de realiteit nemen illegale nederzettingen van Joodse kolonisten jaar na jaar toe. Volgens Peace Now, een Israëlische ngo die de groei van de illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever monitort, leven zo'n 465.400 Joodse kolonisten in het bezet gebied. Peace Now telt in totaal 146 illegale nederzettingen op de Westoever. De laatste cijfers van de ngo dateren van 2021. 

4. Wat zegt Israël over de zaak?

"Israël en zijn bondgenoten nemen natuurlijk ook stellingen in", zegt Van Den Meerssche. "Een argument dat vaak terugkeert, is dat vredesonderhandelingen de enige oplossing zijn voor de bezettingsproblematiek. Volgens Israël is het vredesproces geen juridisch, maar een politiek proces dat via een diplomatieke weg moet worden verdergezet."

Bovendien houdt Israël aan dat er geen sprake is van bezetting in de Palestijnse gebieden, aldus Van Den Meerssche. "Vóór 1967 was er nog geen Palestijnse staat en behoorden de bezette gebieden toe aan Syrië, Jordanië en Egypte. De Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem moeten volgens Israël dan ook niet worden aanzien als bezet Palestijns gebied maar als "betwist gebied" waarop de Vierde Conventie van Genève niet van toepassing is. In strijd met de meerderheidspositie binnen internationaal recht ontkent Israël ook dat het de Gazastrook bezet".

Israël vindt dat dit geen zaak is waar het Internationaal Gerechtshof zich over moet over uitspreken

Jan Wouters, professor internationaal recht (KU Leuven)

Het argument omtrent de "betwiste gebieden" wordt al decennialang door Israël gehanteerd, maar wordt juridisch niet ernstig genomen, klinkt het bij Van Den Meerssche. "Het Hof heeft in 2004 de toepassing van de Vierde Conventie op de Westelijke Jordaanoever duidelijk vastgesteld. Zelfs het Israëlische Hooggerechtshof heeft de situatie al meermaals als "belligerent occupation" - vijandige bezetting - gekwalificeerd."

Israël zal hoe dan ook niet deelnemen aan de hoorzittingen, zegt Wouters. "Israël stuurt geen delegatie naar Den Haag. Het vindt dat dit geen zaak is waar het Internationaal Gerechtshof zich over moet over uitspreken", stelt Wouters. Hij acht de kans groot dat Israël, net zoals in 2004, het advies van het Hof zal negeren. 

5. Wat is het belang van deze zaak?

"Het belang van deze zaak ligt vooral bij het tweede deel van de vraag", zegt Van Den Meerssche. "Als het Hof oordeelt dat de Israëlische bezetting in essentie illegaal is, dan is het gevolg dat de bezetting onmiddellijk beëindigd moet worden. Dat zou niet alleen een gevolgen hebben voor Israël, maar ook verantwoordelijkheid leggen bij álle lidstaten van de Verenigde Naties."

"Hoewel de uitspraak van het ICJ ook voor de andere lidstaten van de VN niet bindend is, geeft die wel een sterk signaal. Internationaal recht wordt op die manier strategisch gebruikt om staten politiek te mobiliseren en druk uit te oefenen op Israël", klinkt het ook bij Wouters.

De meerderheid van de sprekers deze week zijn landen uit het globale Zuiden die ook een onafhankelijkheidsstrijd hebben moeten voeren, in die zin is het een symbolische zaak

Jan Wouters, professor internationaal recht (KU Leuven)

 "Deze zaak moet gezien worden binnen de ruimere dekoloniseringscontext. De Palestijnen worden vaak beschouwd als een van de laatste volkeren dat weerhouden wordt van hun fundamentele recht op zelfbeschikking", zegt Van Den Meerssche. "De meerderheid van de sprekers deze week zijn landen uit het globale Zuiden die ook een onafhankelijkheidsstrijd hebben moeten voeren. In die zin is het een symbolische zaak."

De laatste hoorzitting staat gepland op maandag 26 februari. Wanneer de uitspraak van het Hof zal vallen, is nog afwachten. "Het is moeilijk te voorspellen. Het gaat om een complex dossier, met enorm veel documentatie. Daarnaast zullen er allicht uiteenlopende standpunten worden ingenomen voor het Hof, dus het zal even duren voordat het Hof een uitspraak doet", aldus Wouters. 

Meest gelezen