Jan Boyen: “Ik was negentien en vroeg me af waar het met mij naartoe moest, maar in het leven is er maar één richting: recht vooruit.”© Raymond Lemmens

Plus ArtikelPaardensport

Jan (53) uit Dilsen-Stokkem verloor op jonge leeftijd zijn been, nu rijgt hij de jumpingzeges aan elkaar

Dilsen-Stokkem -

Vorig jaar won springruiter Jan Boyen (53) uit Dilsen-Stokkem dertien internationale proeven. Voor wie niet meteen onder de indruk is: hij deed dat letterlijk op één been. Meer dan dertig jaar geleden verloor hij bij een ongeval zijn linkerbeen. “De sport heeft me erbovenop geholpen.”

Rudi Smeets/Kris Van Loo

“Toen ik in het ziekenhuis lag, kwam de pastoor van Wommersom me bezoeken. Ik vroeg hem op de man af: Als God bestaat, waarom doet hij mij dit dan aan? Hij antwoordde doodserieus: Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat Hij jou heeft gekozen als voorbeeld voor anderen. Op dat moment zat ik echt niet te wachten op zo’n antwoord, maar door de jaren begon ik die woorden steeds ernstiger te nemen.”

Jan Boyen doet heel bescheiden over zijn prestaties, maar óf hij een voorbeeld is. Na dat dramatische ongeval bouwde hij een sportieve erelijst uit waar je onmogelijk naast kan kijken. We vatten samen: vier keer Belgisch kampioen powerliften, derde op het BK snelheid voor motoren, wereldkampioen paracycling in het tijdrijden en de achtervolging, brons in de achtervolging op de Paralympische Spelen in Peking. “In het Vogelnest mocht ik tijdens de sluitingsceremonie voor duizenden toeschouwers de Belgische vlag dragen omdat ik een medaille gewonnen had. Als ik nu naar het filmpje op YouTube kijk, krijg ik nog steeds kippenvel. Zie die eenvoudige boerenjongen daar lopen in dat immense stadion, denk ik dan.”

© Raymond Lemmens

Maar je nam in diverse disciplines ook deel aan competities voor validen en dat doe je nog steeds.

“Ik wil me meten met sporters die geen handicap hebben. Daarom vind ik het fijn dat er in de jumping geen wedstrijden voor mindervalide ruiters zijn. Gewoon meedoen met de rest, dat heb ik het liefst. Ik heb zelfs enkele jaren gekoerst in het profpeloton naast kleppers als Boonen en Cavendish. Ik reed voor Jartazi als ploegmaat van onder anderen Geert Omloop, Francesco Planckaert en Frank Vandenbroucke. Ik was geen winnaar, maar ik kon redelijk hard trappen. Goed dat je maar één been hebt, zei ooit eens iemand tegen me toen ik nog bij de amateurs reed. In het motorencircuit was One leg, fast Jack mijn bijnaam.”

Vertel eens over dat dramatische ongeval.

“Op mijn zeventiende ging ik naar de paracommando’s in Diest. Twee jaar later reed ik met de motor naar de kazerne voor een buitenlandse missie. Onderweg werd ik aangereden door een auto. Mijn linkerbeen was zo zwaar verbrijzeld, dat het moest geamputeerd worden. Ik lag tien maanden in het ziekenhuis. Ik was negentien en vroeg me af waar het met mij naartoe moest, maar in het leven is er maar één richting: recht vooruit. Ik begon keihard te revalideren en kwam zo uit bij powerliften. Omdat wielrennen een jongensdroom was, begon ik ook te fietsen met een speciale prothese. Dat ging zo goed, dat ik bij de amateurs begon en later overstapte naar het profpeloton.”

© Serge Minten

Hoe kwam je in de paardensport terecht?

“Dat gebeurde na de Spelen van 2008 in Peking. Ik was van kleins af gefascineerd door paarden. Mijn grootvader was landbouwer en nam me geregeld mee naar de paardenmarkt. Ik stond met grote ogen naar die dieren te kijken, maar om een of andere reden kwam het niet in me op om te gaan paardrijden. Ik was bij de para’s, voetbalde bij de Uefa’s van STVV in de tijd van Marc Wilmots, deed aan powerliften, ging later wielrennen. In al die sporten kon ik me fysiek uitleven. Afzien en tot het uiterste gaan, dat zit in mijn aard. Wellicht sprak paardrijden me daarom niet meteen aan, maar door een toeval begon die belangstelling te groeien. Tijdens een fietstocht viel mijn oog op een vervallen boerderij in Houthalen-Helchteren, afgelegen in het veld en overwoekerd door onkruid. Ik restaureerde die, bouwde stallen, kocht enkele paarden en legde een piste aan. Sindsdien staat mijn leven bijna volledig in het teken van paarden.”

Maar je bleef niet in Houthalen-Helchteren.

“Nee. Na een jaar of vijf verkocht ik de manege. Omdat ik wilde doorgroeien in de paardensport, klopte ik aan bij de stal van Lieven Van Decraen in Lanklaar. Ik boekte snel vooruitgang en ging naar het Spaanse Vejer de la Frontera om internationale wedstrijden te rijden in de Sunshine Tour, maar na twee jaar kwam ik terug. Ik miste mijn familie en de gemoedelijke sfeer van stal Van Decraen. Ik mag hier met mijn eigen paarden gebruikmaken van zijn accommodatie. Daar ben ik hem ontzettend dankbaar voor. En laten we eerlijk zijn: als springruiter kan je nergens beter zijn dan in deze regio. In een straal van pakweg vijftig kilometer is dit het mekka van de Europese paardensport.”

Zie je jezelf nog groeien als jumpingruiter?

“Ik heb voor 2024 één groot doel: een rankingproef springen. Ik kan daarvoor rekenen op het advies en het vertrouwen van Tamarin Christie, een 34-jarige Schotse amazone die al heel wat jaren in ons land woont. Zij heeft me naar een hoger niveau gebracht. En wil je in het artikel ook Liliane van der Perre van de Castershoeve in As vermelden? Al mijn paarden - ik heb er zes - komen uit haar stal. Ook zij speelt een belangrijke rol in mijn jumpingcarrière.

Wat is de grootste moeilijkheid om met een prothese een paard te berijden?

“Je been is een belangrijk communicatiemiddel. Een paard reageert op de impuls van de kuit van de ruiter. Daarom doe ik iedere dag met de paarden een aantal specifieke oefeningen om elkaar te begrijpen. Ieder paard reageert daar anders op.”

Je won vorig jaar dertien internationale proeven met Espresso VK. Wat maakt hem zo goed?

“Als zes- en zevenjarige won hij vaak met een Ierse ruiter, maar daarna kwamen andere ruiters die hem niet begrepen en hij gaf het op. Ik kende hem van toen hij jong was en wilde hem jaren geleden al kopen, maar de prijs lag boven mijn budget. Toen ik de eigenaar vijf jaar geleden opnieuw polste, zei hij dat niemand nog met hem wilde rijden en dat hij mij eraf zou gooien. Na een paar flessen wijn kocht ik Espresso VK voor een symbolische euro. Ik had enkel een muntstuk van twee euro op zak en kreeg een euro terug. (lacht) De volgende dag had ik een houten kop en herinnerde ik me niet meer veel van de avond voordien, maar die nacht had ik wel gedroomd van mijn eerste overwinning met Espresso VK. Rond de middag belde de eigenaar om te vragen wanneer ik hem kwam halen. Lang verhaal kort: hij doet het fantastisch. Hij ligt goed in de markt, maar ik heb hem gekocht met de belofte hem nooit te verkopen en dat ga ik ook niet doen.”

© Raymond Lemmens

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer