Direct naar artikelinhoud
InterviewMark Bowen van IDLES

Mark Bowen van IDLES: ‘Het codewoord was: uitdaging. En mijn God, wat wás het maken van ‘TANGK’ een uitdaging’

IDLES, van links naar rechts: Joe Talbot, Mark Bowen, Adam Devonshire, Lee Kiernan en Jon Beavis.Beeld Daniel Topete

Op Lenny Kravitz na zijn er wel meer mensen die op het podium een onderbroek dragen. Maar Mark Bowen draagt, behalve een gitaar, vaak alléén een onderbroek. Met Nigel Godrich en Kenny Beats als coproducers heeft hij pas de vijfde plaat van IDLES afgewerkt, het naar hun punkrocknormen grensverleggende, dynamische en bij momenten behoorlijk atmosferische TANGK (★★★★☆). ‘Het codewoord was: uitdaging. En mijn God, wat wás het een uitdaging.’

Mark Bowen is behalve leadgitarist ook de kapitein die bij IDLES de koers uitzet. En hij heeft een diploma van tandarts op zak. Dat laatste valt moeilijk te rijmen met de aanblik van de man die via Zoom op ons scherm verschijnt. Hij heeft veel weg van Spinal Tap-bassist Derek Smalls, en lijkt zich in een soort studentenkamer met gitaren te bevinden.

Mark, laten we beginnen met een vraag die ik doorgaans voor het laatst bewaar: welke plaat moeten luisteraars net voor en net na TANGK spelen?

Mark Bowen: “Ervoor: Crawler, onze vorige plaat. Daarop hoor je de drang naar evolutie, de onvoltooide ideeën die we op TANGK helemaal hebben uitgewerkt. Erna: Selected Ambient Works Volume II van Aphex Twin, de plaat waarnaar ik tijdens de opnames veruit het vaakst heb geluisterd.”

Wie heeft TANGK al gehoord?

Bowen: “Iedereen die dat wilde − we maken er geen groot geheim van. Een plaat uitbrengen: voor mezelf wordt het een veel aangenamere ervaring, heb ik redelijk snel beseft, als het me niet kan schelen wat anderen ervan vinden. Ik ben dol op TANGK, dat is het belangrijkste. Hoe de plaat ontvangen wordt, zal me worst wezen.”

Heb je een plan als je aan een plaat begint?

Bowen: “Ja. Hóúden we ons aan dat plan? Dat is een andere vraag (lacht). We hebben altijd eerst een titel, die min of meer de richting aangeeft. In dit geval was dat dus TANGK: een onomatopee voor het gitaargeluid dat we wilden. Verder stond dat woord helemaal nergens voor, waardoor het plan nogal, euh, vaag was. Op Crawler hadden we voor het eerst geëxperimenteerd met onze sound, en die lijn wilden we doortrekken. Joe (Talbot, zanger, red.) is toen ook beginnen te zingen in plaats van alleen te brullen, en dat vroeg om een andere aanpak. Als hij boven ons gebruikelijke gitaargeweld melodieën stond te zingen, kromp ik altijd een beetje ineen. We moesten het muzikale bed dit keer wat breder spreiden. Met andere woorden: ook de rest van de groep moest melodieuzer voor de dag komen. En omdat we de vocals pas helemaal op het einde opnemen, is aan deze plaat veel meer voorbereiding te pas gekomen dan anders.

“De zwaardere kant van onze muziek, de om zich heen slaande gitaren en drums: dat is wat we van nature doen. Daardoor was er een soort zelfgenoegzaamheid in de rangen geslopen. We moesten nieuwe manieren verkennen om muziek te maken. We gingen werken met elektronica, schreven rustige pianostukken, plakten loops aan elkaar… Weg uit onze comfortzone. Het codewoord was: uitdaging. En mijn God, wat wás het een uitdaging”»

Ja?

Bowen (knikt): “TANGK is met kilometers voorsprong onze moeilijkste plaat geworden. Maar als je het mij vraagt, is het ook onze beste. De worsteling heeft iets opgeleverd.”

GEEN KRAFTWERK

Om Crawler naar het podium te vertalen, heb je de befaamde Crawler Machine laten bouwen. Komt er nu een TANGK Machine?

Bowen (lacht): “Ja. De Crawler Machine heb ik veelvuldig gebruikt voor de opnames van TANGK, als een soort productiemachine. Bijna alles is erdoorheen gegaan: gitaren, drums, bas, vocals hier en daar. Voor de tour heb ik de Crawler Machine omgebouwd tot de TANGK Machine. Ik ben er lang mee bezig geweest, maar het ding is klaar, en het werkt.

“We hebben er gisteren voor het eerst mee gerepeteerd. Ik kom handen en voeten tekort op het podium, maar het mag allemaal niet te statisch worden. Mensen die naar een IDLES-show komen, verwachten geen Kraftwerk, als je begrijpt wat ik bedoel.”

Het blijft voor jou wel leuk op het podium?

Bowen: “Bij momenten. Je moet het plezier zien te vinden, en manieren om over te brengen wat je wilt overbrengen − om te performen. Maar het is moeilijk, dat zeker.”

Je hebt de nieuwe plaat gecoproduceerd met Kenny Beats en Nigel Godrich. Heb je Godrich gevraagd hoe Radiohead de vertaling van plaat naar podium aanpakt?

Bowen: “Nee. Hij heeft me geholpen om mijn studioset-up naar een liveset-up te vertalen, en daarbij is Radiohead niet ter sprake gekomen. IDLES is ook een totaal andere groep, zeker live. Maar er zijn wel overeenkomsten: ik herken wel wat van Thom Yorke in Joe, en Jonny Greenwood is mijn held.”

Hoe zijn jullie bij Nigel Godrich terechtgekomen?

Bowen: “In 2022 hebben we een sessie gespeeld voor zijn befaamde ‘From the Basement’-reeks, waarmee hij dat jaar na elf jaar opnieuw is begonnen. Allemaal songs van Crawler. Ik hield zoveel van die sessie, en van de manier waarop Nigel elementen uit onze muziek naar voren had gehaald, dat ik hem het koste wat het kost wilde voor onze volgende plaat.

“Mijn relatie met Kenny had tijdens de opnames van Crawler een punt bereikt waarop er in de studio van protocol geen sprake meer was. Alles kon, alles mocht, niets was in steen gehouwen. Ik was een beetje bang dat werken met een grote naam als Nigel Godrich ook geijkte studiomethodes met zich mee zou brengen, maar niets bleek minder waar. Ik heb enorm veel van hem geleerd. Hij had al met artiesten gewerkt op een moment dat ze, net zoals wij, een andere weg wilden inslaan: OK Computer en Kid A van Radiohead, Sea Change van Beck...

“Wat werken met Nigel helemaal interessant voor me maakte, was dat hij geen fan van ons was. Crawler had hij één keer gehoord, omdat we die plaat voor zijn neus hadden gespeeld, maar dat was het. Ook daardoor had hij er niet de minste moeite mee dat wij de oude IDLES vaarwel wilden wuiven.

“Nadat we TANGK hadden opgenomen, kwam hij naar een concert waarop we oude songs speelden. Achteraf verzuchtte hij in de kleedkamer: ‘Hoe gaat dit in gódsnaam werken?!’ (lacht)”

'Het succes van de grote tournees: voor ons is dat allemaal pas begonnen toen we de dertig al gepasseerd waren, en gelukkig maar.' (Foto: Mark Bowen op Rock Werchter 2022.)Beeld Stefaan Temmerman

20... DINGEN

Kun je uitleggen waarom TANGK zo’n zware bevalling was?

Bowen: “Joe zat niet goed in zijn vel − op persoonlijk vlak had hij nogal wat te verwerken. Bij mij was, relationeel gezien, evenmin alles rozengeur en maneschijn. Joe en ik zijn sowieso totaal verschillende mensen: binnen een groep kan dat net voor een extraatje zorgen, maar dit keer leken we op een andere planeet te leven. Het hielp niet dat we compleet uitgeput waren van het vele touren. Joe is de zanger, en hij is – hij vindt het vast niet erg dat ik dit zeg – vreselijk onzeker. Tegelijk heeft hij een groot ego, wat ook nodig is als je de frontman van een rockgroep bent. Als je hem bovendien uitdaagt en uit zijn comfortzone lokt, kan hij moeilijk zijn om mee om te gaan. Voor mij toch (lachje). En zo raakten we geïsoleerd van elkaar. Wat niet ideaal is als je een IDLES-plaat wilt maken.

“Lange tijd leek het alsof we niks hadden. Nigel had ons tapeloops laten maken. Die klonken wel goed, maar het waren in de verste verte nog geen songs. Het waren stukjes geraamte zonder vlees. Drie maanden heeft dat geduurd, maanden waarin we dachten: ‘What the fuck is this?! We hebben twintig… dingen.’ Het voelde alsof alles in zou storten zodra we de studio in zouden gaan. Maar toen we uiteindelijk naar Zuid-Frankrijk trokken – we hebben opgenomen in Les Studios de La Fabrique in Saint-Rémy-de-Provence – pasten alle puzzelstukjes als bij wonder in elkaar. Plots gingen ook onze persoonlijke relaties erop vooruit, en groeide het geloof in de plaat.”

Waarom Zuid-Frankrijk?

Bowen: “Om te beginnen voor het mooie weer (lacht). Het was maart, en dan wil je niet in Engeland zitten. Zelf woon ik in Belfast, waar het het hele jaar door regent. We hadden een reset nodig, een locatie waar we nooit eerder waren geweest, zodat we onze rugzakjes konden afgooien.

“La Fabrique is gewoon ook een geweldige studio. In een fantastische omgeving, waar Van Gogh veel van zijn beroemdste werken heeft geschilderd. Er is iets met de kwaliteit van het licht op die plek: om drie, vier uur ’s middags hangt er een gloed die je nergens anders ziet. Dat doet iets met je brein. Je wordt er simpelweg gelukkig van. Behalve als je Van Gogh heet, helaas.”

Is er in jullie carrière al een moment geweest waarop je dacht: beter kan het niet worden − wat nu?

Bowen (denkt na): “Nee. In eerste instantie omdat het succes ons niet hóórde te overkomen. Als je luistert naar Brutalism, ons debuut uit 2017: dat is geen groep die thuishoort op het hoofdpodium van Glastonbury, toch? Met dat soort muziek ga je normaal niet als headliner de wereld rond, sta je niet in gerenommeerde zalen als Alexandra Palace in Londen. Elke mijlpaal tot nog toe was een complete verrassing. En het blíjft ons ook maar overkomen, waardoor je niet verwacht dat er ooit een einde aan kan komen. De Hollywood Bowl? Of course, die is ons op het lijf geschreven (lacht). Als ik eerlijk ben, zijn net díé concerten vaak een teleurstelling. Voor mij toch. Over zulke plekken dromen − en denken: there’s no way in hell − is veel leuker dan er te staan. Het jaar vóór Glastonbury, waarin je je voorstelt hoe geweldig het zal zijn, geniet je veel meer dan de 45 minuten die je er speelt. Maar misschien komt dat omdat ik te druk in de weer ben met de Crawler Machine (lacht).”

PYJAMATIJD

Op 2 maart beginnen jullie aan een tournee die tot Kerstmis zal duren.

Bowen: “En dat is nog maar het deel van onze agenda dat jij kunt zien! Geloof me, na kerst zal het nog een eindje doorgaan.”

Wat doe jij om mentaal overeind te blijven on the road?

Bowen: “Het succes, de grote tournees: voor ons is dat allemaal pas begonnen toen we de dertig al gepasseerd waren, en gelukkig maar. Overkomt het je als jonge twintiger, dan is het veel moeilijker om de voortdurende verlokking van alcohol en drugs te weerstaan. Ik heb twee kinderen, en bij elk biertje dat ik na een show drink, denk ik: wat zal dit morgenochtend geven? Je wilt niet wakker worden met een kater én twee jengelende koters aan je bed. Het opwindendste wat ik op tournee doe, behalve op een podium staan, is slapen. Ik ben steevast als eerste terug in de bus. Een halfuur tot drie kwartier na de show heb ik een douche genomen, mijn pyjama aangetrokken en mijn bed opgezocht.

“Je trekt van stad naar stad, en overal ben je die avond het opwindendste wat er te beleven valt. Het publiek komt om te feesten, maar jij moet ’s anderendaags weer aan de bak. En de dag erna, en die daarna. Op elke rider van elke groep staat alcohol. Ik vraag me weleens af: waarom? Ik wil geen moraalridder zijn, maar ik zou zeggen: kies je momenten. Sommige IDLES-leden zijn noodgedwongen geheelonthouder. Lee Kiernan (gitarist, red.) is al elf jaar nuchter en Joe… worstelt ermee.

“On the road breng je ook te veel tijd door met mensen met wie je al te veel tijd hébt doorgebracht, hè. Met Jon (Beavis, drummer, red.) spreek ik dan ook alleen als het echt nodig is. Onze relatie is fantastisch (lacht). Maar ik kijk ernaar uit om met TANGK de hort op te gaan, hoor. Over een paar weken beginnen we eraan − en is het gedaan met de pret (lacht).”

Om af te ronden: stel dat iemand op tournee met verschrikkelijke tandpijn kampt, zou je hem of haar dan uit zijn lijden kunnen verlossen?

Bowen: “Op legale wijze? Nee (lacht). Zou ik desondanks een poging wagen? Reken maar!”

TANGK is uit bij Partisan Records. IDLES speelt op 9/3 in Lotto Arena, Antwerpen en op 7/7 op Rock Werchter.

© Humo