Gezondheidszorg

Meer jonge huisartsen geven er vroegtijdig de brui aan

© Arie Kievit/anp

Er zijn steeds meer jonge huisartsen, maar verhoudingsgewijs stoppen ook meer jonge artsen met het vak. Het blijft een kleine groep, maar het schudt de artsenkoepels wel wakker. “We zien een uitstroom naar jobs met vaste uren.”

Simon Andries

In 2022 stopten 61 huisartsen onder de 34 jaar, blijkt uit cijfers van de Belgische ziekteverzekering (Riziv). In 2012 waren er dat nog maar 15. Dat aantal steeg de voorbije jaren traag maar gestaag. Deels is dat logisch, aangezien het aantal jonge huisartsen bijna verdrievoudigde, maar ook in verhouding met die toename gaven meer jonge huisartsen er vroegtijdig de brui aan dan vroeger.

In absolute cijfers gaat het natuurlijk maar om een kleine groep ten opzichte van de meer dan 12.000 huisartsen, maar de gestage stijging stemt wel tot nadenken. Bovendien valt het niet los te zien van de opvallende noodkreet van drie jonge huisartsen, vorige week in onze zusterkrant De Standaard. “We hebben een van de mooiste jobs ter wereld, maar er komt een tsunami op ons af”, klonk het. Onder meer het huisartsentekort in bepaalde regio’s, de vergrijzing, de veeleisende patiënten en de snel veranderende jobinhoud zetten nogal wat druk op de ketel.

Uitstroom naar onder meer arbeidsgeneeskunde

Uit de Riziv-cijfers blijkt ook hoe de pensioneringsgolf van oude huisartsen in volle gang is. Opvallend veel 65-plussers en zelfs 75-plussers zijn nog altijd aan de slag, maar de uitstroom is wel duidelijk aan het versnellen. “Vroeger werkten huisartsen nog door tot 75 à 80 jaar, nagenoeg tot ze erbij neervielen. Er zijn wel vaker artsen gehuldigd die al vijftig jaar bezig waren. Nu wordt er sneller gestopt”, zegt huisarts Jos Vanhoof, voorzitter van het Vlaams Artsensyndicaat.

Jos Vanhoof, voorzitter van het Vlaams Artsensyndicaat, stelt vast dat jonge huisartsen steeds vaker stoppen.© Mine Dalemans

Hij benadrukt daarbij nog eens hoe snel het beroep van huisarts veranderde in de loop van de jaren, onder meer vanwege de werk-privébalans. “Vroeger werkten huisartsen met vrije spreekuren, dag en nacht. De patiënten bepaalden de agenda. Nu bepalen huisartsen zelf hoeveel patiënten ze willen zien op een dag. Ik spreek daar absoluut geen waardeoordeel over uit. Maar ook dat ligt mee aan de basis van het capaciteitstekort. Bovendien wordt de zorgvraag complexer, met steeds meer oudere patiënten met onderliggende aandoeningen. Daardoor zien huisartsen nu soms nog maximaal vier patiënten per uur, terwijl dat er vroeger soms acht à negen waren.”

Diezelfde werk-privébalans ligt volgens Vanhoof mee aan de basis van het vertrek van sommige jonge artsen. “We zien een uitstroom van dertigers die zich heroriënteren, zoals richting arbeidsgeneeskunde, Kind en Gezin of de mutualiteiten. Ze kiezen daarbij vaak voor vaste uren, zodat ze hun werkverdeling meer kunnen beheersen.”

Focussen op de kerntaken

De noodkreet van de jonge huisartsen viel weliswaar niet in dovemansoren bij de artsenkoepels. “We moeten de uitvalcijfers nog voorzichtig interpreteren, maar een van de mogelijke verklaringen is het gevoel dat huisartsen minder regie hebben over hun eigen werk”, zegt Jeroen van den Brandt, voorzitter van huisartsenvereniging Domus Medica. “Bij sommigen zitten de eerste covid-golven nog in de kleren. Huisartsen moesten toen helemaal anders gaan werken in functie van het maatschappelijk belang. Daarna kwam er een overaanbod van patiënten met psychosociale problemen.”

“Bij sommigen zitten de eerste covid-golven nog in de kleren. Huisartsen moesten toen helemaal anders gaan werken. Daarna kwam er een overaanbod van patiënten met psychosociale problemen”

Jeroen van den Brandt

Voorzitter huisartsenvereniging Domus Medica

Zowel Van den Brandt als Vanhoof wijst ook op de aanhoudende frustraties rond onnodige administratie en de hervorming van de nachtelijke wachtposten en het wachtnummer 1733. Huisartsen hebben daarbij nog altijd het gevoel dat ze onnodig opgeroepen worden en kijken naar de overheid om de bevolking beter te sensibiliseren en op het wachtnummer al duidelijk te maken dat ze niet thuishoren op de wachtpost. Tegelijk steken de artsenkoepels ook de hand in eigen boezem. Ze gaan de komende weken en maanden opnieuw samenzitten om zelf te kijken hoe ze nog meer tegemoet kunnen komen aan de verzuchtingen van hun huisartsen.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen