Met de actie protesteren ze opnieuw tegen het eenzijdig opzeggen van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) over de eindejaarspremie en de syndicale premie door de werkgevers eind vorig jaar. Zolang die intrekking niet ongedaan is gemaakt, willen de vakbonden niet meer onderhandelen met de werkgevers. Volgens de bonden verliest een gemiddelde huishoudhulp immers bijna 400 euro door de beslissing.

Eerder viseerden de vakbonden met hun acties al de grote dienstenchequebedrijven. Nu zijn de aandeelhouders aan de beurt, “die het meeste geld opslokken”, zegt Issam Benali van het ABVV. De bonden hadden ook de namen en woonplaats van de aandeelhouders gepubliceerd, maar hebben die actie intussen aangepast. “Het gaat om publieke informatie, dus in feite deden we niets onwettigs”, stelt Benali. Maar omdat sommige aandeelhouders protesteerden, is besloten om enkel de gemeente waar ze wonen bekend te maken. “Het belangrijkste voor ons is bij de essentie te blijven en dat is de koopkracht van de huishoudhulpen.”

Huishoudpersoneel dat vrijdag deelneemt aan de actie in Brussel, zal gedekt zijn door een stakingsaanzegging, klonk het nog.

“Eindejaarspremie gegarandeerd”

De werkgevers, bij monde van hun federatie Federgon, benadrukken intussen dat de eindejaarspremie van de huishoudhulpen nog steeds gegarandeerd is. Ook het bedrag van de syndicale premie blijft ongewijzigd, al wordt die pas uitbetaald bij sociale vrede. Ze roepen de vakbonden dan ook op om de huishoudhulpen en klanten “niet onnodig ongerust te maken”. 

Federgon herhaalt ook de oproep tot een constructieve sociale dialoog. “Dat is de enige piste om tot oplossingen te komen voor een duurzaam toekomstmodel voor de sector”, klinkt het. “De belangen zijn gelijklopend. Als we onze krachten bundelen, klinkt onze stem om structurele verandering luider.” De federatie wijst erop dat de sector van de dienstencheques ondergefinancierd is en kijkt naar de overheid voor structurele veranderingen.