(c) Copyright 2024, dpa (www.dpa.de). Alle Rechte vorbehalten

Haperende wapenleveringen, slabakkende steun en moeilijke rekrutering: wat zijn de kansen van Oekraïne 2 jaar na invasie

Twee jaar na de Russische invasie in Oekraïne, is het einde van het conflict nog steeds niet in zicht. Oekraïne kampt met rekruteringsproblemen en heeft dringend meer wapens nodig. Dat terwijl de Russische oorlogsmachine op volle toeren draait. Ruslandkenner Jan Balliauw blikt terug op de twee jaar na de Russische invasie, en wikt en weegt de kansen van Oekraïne.

analyse
Jan Balliauw
Jan Balliauw is specialist internationale relaties en Rusland bij VRT NWS.

Toen ik een jaar geleden voor de herdenking van 1 jaar invasie naar Kiev ging, zat Oekraïne in een moeilijke periode. Geregeld viel de stroom uit door de voortdurende Russische luchtaanvallen gericht op de energievoorziening. De straatverlichting werkte tijdens de donkerste wintermaanden helemaal niet meer. Je moest je met eigen licht een weg banen over de onverlichte straten.

Maar de Oekraïners waren ondanks alles vol goede moed. Het Westen beloofde het land veel nieuw en modern materieel. Eens dat alles in Oekraïne zou zijn en de militairen geleerd hadden er mee te werken, zouden de kansen snel keren.

Nu, een jaar later, ben ik opnieuw in Kiev. Alles werkt, de stroom is deze winter bijna nooit uitgevallen. Na twee jaar oorlog heeft het land ermee leren omgaan. Als je als onwetende burger de reis naar Kiev zou maken, krijg je niet de indruk door een land in oorlog te reizen.

Maar de stemming in het land is helemaal omgeslagen. Het optimisme is weg na het mislukte zomeroffensief met al dat nieuwe westers materieel. De Oekraïners hebben zich stukgelopen op de defensielinies van de Russen die veel steviger waren uitgebouwd dan men dacht. Ze hebben daarbij veel krachten verspild, zowel mensen als middelen. De Oekraïners geloven nog altijd in de uiteindelijke overwinning, maar beseffen dat het niet voor meteen zal zijn.

Ze krijgen de ene jobstijding na de andere te verwerken. Het is duidelijk dat ze te kampen hebben met grote munitietekorten. In een brief van de Oekraïense defensieminister Oemerov aan EU-buitenlandgezant Borrell die de Financial Times kon inzien, zegt die dat de Russische militairen over drie keer meer munitie beschikken en dat het Russische overwicht alsmaar toeneemt.

Volgens Oemerov is het absolute minimum 6.000 artilleriegranaten per dag. Momenteel kunnen de Oekraïense militairen maar 2.000 granaten per dag afvuren.

Kan Europa woord houden?

Europa had vorig jaar beloofd tegen volgende maand 1 miljoen 155mm artilleriegranaten te zullen leveren, maar die doelstelling wordt niet gehaald. De productiecapaciteit in Europa is onvoldoende. Tegen het einde van het jaar zou die op 1,4 miljoen granaten moeten komen, maar dat is nog altijd onvoldoende om Oekraïne volledig te bevoorraden. Het absolute minimum van de defensieminister betekent een jaarlijkse nood aan zeker 2,2 miljoen.

De problemen zitten niet alleen bij de munitieleveringen. Ook de luchtafweer staat onder druk. Vroeger werden bij een Russische luchtaanval tot 90 procent van de projectielen uit de lucht geschoten, nu komt de Oekraïense luchtafweer maar aan 50 procent.

"We horen duidelijk dat er minder Patriot luchtafweerraketten worden afgeschoten", zei me een hooggeplaatste diplomaat in Kiev. Een goed ingelichte Oekraïense bron zei me vertrouwelijk dat de luchtafweer nog maar raketten heeft voor 1 maand. Daarna zijn steden als Kiev niet meer beschermd tegen Russische luchtaanvallen.

Het Westen kan intussen niet zomaar terugvallen op zijn voorraden om Oekraïne te helpen. De militaire middelen die in een oorlog zoals in Oekraïne massaal worden verbruikt, zoals munitie, moeten nu voornamelijk komen uit de westerse oorlogsindustrie. Maar daar is de laatste 30 jaar flink in gesnoeid, want na het einde van de Koude Oorlog leek een dergelijke capaciteit niet meer echt nodig.

De grote territoriale defensie van het NAVO-grondgebied was iets van het verleden, dachten velen. Alles moest wendbaar zijn, makkelijk te transporteren naar verre buitenlanden voor korte vredesoperaties. Grote voorraden aanleggen was hoe dan ook niet populair in een periode waarin veel bedrijven overschakelden naar de outsourcing van hun productie naar goedkopere landen en just-in-timeleveringen. Alles werd afgemeten aan efficiëntie, alles moest zo goedkoop mogelijk, ook voor defensie.

In het Westen is er geen oorlogseconomie waarbij de staat bedrijven kan verplichten oorlogsmiddelen te produceren. De productie is grotendeels in handen van privébedrijven die willen zeker zijn dat de gevraagde investeringen ook zullen renderen.

Bij de uitrol van de eerste Belgische F-35 in Fort Worth in december vorig jaar, vroeg ik de productieverantwoordelijke van Lockheed-Martin of zijn bedrijf de productie van die gevechtsvliegtuigen kon opvoeren. Dat zou sneller F-16’s vrijmaken voor Oekraïne. Hij antwoordde onomwonden dat zoiets in principe mogelijk was maar dat zij dan wel garanties wilden dat een extra productielijn ook kon blijven produceren als de oorlog in Oekraïne zou stoppen.

En zelfs als de overheid bedrijven zou kunnen verplichten, dan nog zouden de plannen botsen op problemen met de aanvoer van grondstoffen om explosieven te maken en van onderdelen om de granaten te maken.

Russische oorlogsmachine op volle toeren

Rusland kent die problemen veel minder. Het heeft de afgelopen maanden zijn economie helemaal overgeschakeld op een oorlogseconomie. De overheid verplicht daar gewoon te produceren wat het leger nodig heeft voor de oorlog in Oekraïne.

Rusland heeft ook een grote defensie-industrie geërfd van de Sovjet-Unie. Veel van die bedrijven hadden de overtollige productielijnen in de mottenballen gelegd na de val van de Sovjet-Unie. Maar met wat improviseren, en daar zijn de Russen extreem goed in, konden die lijnen wel weer opgestart worden. Er wordt nu gesproken over een capaciteit van 2,5 tot 5 miljoen artilleriegranaten per jaar. Rusland was al vertrokken met een grotere voorraad en kon ook terecht bij Noord-Korea waar het vermoedelijk meer dan een miljoen granaten kocht.

Financiering Russische oorlogseconomie blijft komen van olie en gas

Het Russische leger heeft ook aangetoond dat het zich op een strategisch niveau kan aanpassen aan de snel wijzigende oorlogsomstandigheden. Het duurt lang omdat het Russisch leger een rigide structuur is, maar uiteindelijk hebben de Russen de lessen van de dramatisch verlopen eerste maanden wel geleerd. Zo bouwden ze een bijna ondoordringbare defensielinie uit langs de meer dan 1.000 kilometer lange frontlijn.

Het Oekraïense leger is uitstekend in tactische adaptatie, het snel introduceren van nieuwe technieken zoals het gebruik van drones. Maar intussen heeft Rusland zijn industrie zo georganiseerd dat het massaal drones produceert. En zoals de gerespecteerde Australische militaire analist Mick Ryan onlangs schreef in Foreign Affairs: niet de tactische, maar de strategische adaptatie beslist over wie een oorlog wint.

De financiering van die Russische oorlogseconomie blijft intussen komen van de export van olie en gas. De sancties van het Westen hebben tijdelijk een invloed gehad, maar Rusland heeft ze snel kunnen omzeilen. Voor de olie-export werden snel honderden oudere olietankers gekocht, vooral bij Griekse reders. Zo konden ze in eigen beheer gaan exporteren naar nieuwe afzetmarkten buiten het Westen, vooral India en China.

Een oorlogseconomie is geen gezonde toestand en niet duurzaam op de lange termijn. De producten die daaruit komen, dragen niet bij aan de langetermijnontwikkeling van de economie. Investeringen die dat wel doen, worden uitgesteld. Door de concentratie van de beperkt beschikbare arbeidskrachten in die oorlogsindustrie, moeten andere industrieën hun productie terugschroeven. Je ziet nu al dat China de hele Russische markt inpalmt.

Het is niet alleen een zaak van capaciteiten, maar ook van politieke wil. In Rusland is die politieke wil duidelijk aanwezig. President Poetin herhaalt geregeld dat het initiële doel niet is gewijzigd: de politieke controle veroveren over heel Oekraïne. Maar in het Westen is die politieke wil snel aan het afzwakken.  En de Oekraïners voelen meteen de gevolgen, want zij hangen zowel financieel als militair aan het westers infuus.

Slabakkende westerse steun

In de VS begonnen de problemen toen president Biden aan het Congres toestemming moest vragen voor een nieuw steunpakket voor Oekraïne ter waarde van 60 miljard dollar. De peilingen toonden aan dat het Amerikaanse publiek vragen begon te stellen bij die hulp, vooral bij de Republikeinse kiezers. De Republikeinen zagen hun kans schoon en blokkeerden het hulppakket, aangemoedigd door presidentskandidaat Trump.

Eind vorig jaar droogde de Amerikaanse hulp zo goed als op. Er kwam een luchtbel in het infuus. En er is voorlopig geen zicht op nieuwe hulp. Voor Oekraïne is die Amerikaanse hulp essentieel omdat die vooral militair van aard is.

Amerikaanse steun is essentieel voor Oekraïne

Ook in Europa verliep de discussie over een financieel steunpakket van 50 miljard euro voor Oekraïne niet zonder slag of stoot. De Hongaarse premier Orbán lag lang dwars maar boog uiteindelijk toen hij helemaal alleen bleek te staan in de Europese Raad. Maar net als in de VS, geven ook in Europa opiniepeilingen een dalende steun voor Oekraïne aan. Radicaal-rechtse partijen, soms ook radicaal-linkse partijen, wakkeren dat sentiment intussen nog verder aan.

Zij trekken zogezegd de vredeskaart, en pleiten voor een stopzetting van de militaire steun waardoor dan ook de oorlog zou stoppen. Het is een onbetwistbare logica, alleen zeggen ze er niet bij dat dan ook Oekraïne, zoals we het nu kennen, niet meer zal bestaan. Oekraïne dreigt dan een tweede Wit-Rusland te worden. En niemand kan garanderen dat Poetin, blakend van zelfvertrouwen na een overwinning, de vastberadenheid van de NAVO-landen niet zal willen testen, zeker na een overwinning van Donald Trump in de VS.

Oekraïense rekrutering hapert

Oekraïne kampt intussen ook met een tekort aan manschappen. Het land heeft nog niet echt gemobiliseerd. Na de Russische invasie dienden zich zoveel vrijwilligers aan dat zoiets niet nodig was. Maar intussen zijn we twee jaar verder en is die groep vrijwilligers flink uitgedund. Velen zijn gesneuveld of gewond. En zij die nog kunnen vechten, zijn uitgeput na twee jaar aan het front zonder veel onderbrekingen.

Het land lijkt maar één mogelijkheid te hebben om de tekorten aan te vullen, massaal mobiliseren. De vroegere opperbevelhebber Zaloezjny had aan president Zelenski een mobilisering van een half miljoen mannen voorgesteld, maar Zelenski deinsde ervoor terug omdat dit zeer moeilijk ligt in de samenleving. Het aanvankelijke enthousiasme is weggeëbd omdat de meeste Oekraïners intussen wel weten in welke vreselijke omstandigheden de frontsoldaten soms moeten vechten.

BEKIJK - "Er is sinds de Russische invasie geen grote Oekraïense mobilisatie geweest":

Videospeler inladen...

De problemen kwamen de afgelopen weken allemaal samen in de strijd rond Avdiivka. De Oekraïners moesten zich vorige week terugtrekken na bijna 5 maanden zware strijd. Het Russische overwicht in artilleriegranaten was op het einde 10 tegen 1, volgens generaal Tarnavsky, de bevelhebber van de troepen in het zuiden.

De sfeer op de jaarlijkse veiligheidsconferentie in München werd er alleen nog bedrukter door, nadat de temperatuur al onder nul was gezakt door de plotse dood van de Russische oppositieleider Navalny.

In München trok Poetin in 2007 al scherp van leer tegen het Westen. Het kwam toen bij de meeste westerse aanwezigen aan als een mokerslag. Maar al vlug dommelde iedereen weer in. De Russische invasie in Georgië, de annexatie van de Krim en de oorlog in Oost-Oekraïne konden de overtuiging in het Westen dat onze veiligheid niet bedreigd was, niet doen wankelen.

En ook nu, nu Oekraïne in een diep dal zit, geven de westerse leiders niet de indruk dat ze de ernst van de situatie beseffen. Ze zijn wel uit hun slaap ontwaakt toen Rusland Oekraïne binnenviel, maar ook dat was voor de meeste westerse leiders nog geen reden om alle registers open te trekken en Oekraïne voldoende middelen te geven om de oorlog te winnen.

Het vermijden van een escalatie met Rusland was zeker voor de Amerikaanse president Biden en de Duitse bondskanselier Scholz in de beginfase van de oorlog belangrijker dan een Oekraïense overwinning. In mijn contacten in Kiev hoorde ik de voorbije dagen ook een groeiend scepticisme over de westerse beweegredenen, dat Oekraïne bewust van een overwinning is gehouden om vooral Rusland niet te veel te provoceren.

Provocatie vermijden

Het Westen lijkt na twee jaar nog altijd op zoek naar een strategie voor de oorlog in Oekraïne. Dat gebrek aan strategie leidt geregeld tot eindeloze debatten, zoals over de levering van Leopard-tanks. Een adviseur van Scholz was daar tegen gekant, onder meer omdat op de tanks het Duitse IJzeren Kruis stond waardoor Rusland zou kunnen zeggen dat Duitsland meevocht in de oorlog in Oekraïne, alsof er geen verf bestond. Toen de tanks eindelijk in Oekraïne klaar waren om ingezet te worden, waren ze nutteloos omdat de Russen tijd hadden gehad om hun verdedigingslinies helemaal op orde te brengen.

F-16’s werden maandenlang uitgesloten, tot ze dan uiteindelijk toch werden vrijgegeven voor Oekraïne. Maar de eerste F-16’s zullen pas binnen enkele maanden ingezet kunnen worden, en het is niet zeker of het Oekraïense leger tegen dan de huidige posities nog in handen zal hebben.

Oekraïne verwacht geen mooie woorden, maar daden

Het Westen heeft overigens nog veel militaire middelen niet geleverd die Oekraïne al lang vraagt: Washington blijft moeilijk doen over ATACMS-raketten met een reikwijdte van 300 kilometer, Duitsland houdt de boot af om Taurus-kruisraketten te leveren ook al vraagt Oekraïne die al bijna een jaar. Beide kunnen de Russische aanvoerlinies zwaar onder druk zetten, bijvoorbeeld via de Krim.

Oekraïne heeft de voorbije maanden ook wel successen geboekt waar het land zich aan kan optrekken. De Russische Zwarte Zee Vloot heeft zich moeten terugtrekken uit het westelijke stuk van de Zwarte Zee door de geregelde en succesvolle aanvallen van Oekraïense onbemande vaartuigen. Daardoor kon Oekraïne een corridor openen vanuit de havens van Odessa voor de export van graan. Ook wordt geregeld in Rusland belangrijke infrastructuur geraakt door Oekraïense drones die de ondersteuning van de oorlogsoperatie in Oekraïne in gevaar kan brengen. Maar Oekraïne gaat hiermee Rusland niet op de knieën krijgen.

Nu de oorlog twee jaar oud is, zullen de meeste westerse leiders hun steun voor Oekraïne nog eens duidelijk in de verf zetten. Maar het is duidelijk dat Oekraïne deze keer geen mooie woorden verwacht, maar snelle daden. Anders zou de derde verjaardag van de Russische invasie wel eens niet meer in Kiev herdacht kunnen worden.

Meest gelezen