Knippen we te snel tongriempjes van baby’s of kleine kinderen? "Vaak geen medische reden voor"
Kinderartsen waarschuwen om niet te snel het tongriempje van baby’s of kleine kinderen te laten knippen. Steeds meer ouders kiezen voor zo’n ingreep, terwijl dat medisch niet altijd nodig is. Dat schrijft De Standaard en dat wordt bevestigd aan onze redactie. "Er is geen enkele reden om mensen op kosten te jagen."
De tongriem is het velletje tussen de tong en de onderkant van de mond. In uitzonderlijke gevallen is dat riempje bij baby's of jonge kinderen te strak. En dat kan drinken of later zelfs spreken bemoeilijken.
Artsen voeren daarom soms een zogenoemde frenectomie uit. Daarbij wordt een knipje gegeven in de tongriem met een laser of schaartje om de tong beweeglijker te maken.
Uit cijfers die De Standaard opvroeg blijkt dat het aantal ingrepen op korte tijd fors is toegenomen. In 2013 waren dat er nog minder dan 500 per jaar, in 2021 ging het al over ruim 4.000.
Een medische reden voor die toename is er niet, zegt dokter An Bael van de Vlaamse Vereniging voor Kindergeneeskunde. "We zijn daar echt bezorgd over", zegt ze aan VRT NWS. "Er komen niet meer te korte tongriempjes voor dan vroeger."
Bael benadrukt dat de ingreep natuurlijk soms wél noodzakelijk is. "Als kinderen echt veel slechter drinken, dan moet er natuurlijk iets aan gedaan worden", zegt ze daarover.
Tegelijk wordt er volgens haar nu te snel voor de ingreep gekozen. "We hebben de indruk dat veel ouders nu geadviseerd worden om er iets aan te doen, terwijl dat medisch niet altijd noodzakelijk is."
Tot 400 euro
De stijging is overigens geen Belgisch fenomeen. Ook internationaal neemt het aantal ingrepen toe. Mogelijk heeft dat te maken met de toegenomen aandacht voor borstvoeding. Een te kort tongriempje kan ertoe leiden dat de tong niet beweeglijk genoeg is om makkelijk borstvoeding te drinken.
Daarnaast is het een relatief eenvoudige ingreep die niet alleen door kinderartsen, maar ook door tandartspraktijken wordt uitgevoerd. De prijzen die voor de ingreep aangerekend worden lopen ver uiteen met uitschieters tot 400 euro. Terwijl het normaal gezien zo’n 60 euro kost. "Er is geen enkele reden om mensen op kosten te jagen", zegt Bael daarover.
De arts raadt bezorgde ouders daarom zeker aan om hun huisarts of kinderarts te contacteren voor ze zo’n ingreep laten uitvoeren bij hun kind. "Die kan bekijken of het echt wel medisch noodzakelijk is", legt ze uit. "Via de reguliere geneeskunde is het een ingreep die sowieso grotendeels wordt terugbetaald door het RIZIV."