De boeken van de week: reisverslag door Rusland van Maja Wolny en nieuwe romans van Marieke De Maré en Lisa Weeda   

Maja Wolny trok 10.000 kilometers door het Rusland van Poetin en verzamelde getuigenissen in "De trein naar het imperium". Marieke De Maré observeert in haar nieuwe roman "Ik ga naar de schapen" het zwijgend verbond tussen haar personages. Criminoloog Charlotte Colman legt op kindermaat het leven achter de gevangenismuren uit. Lisa Weeda houdt in "Dans dans revolutie" een pleidooi voor meer betrokkenheid bij de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne en historicus Antoon Vrints brengt nieuwe inzichten over de naoorlogse repressie in Antwerpen. Dit zijn de boeken die VRT NWS deze week tipt. 

Maja Wolny maakte een gedurfde reis. Ze is een van de weinige journalisten die sinds de start van de oorlog in Oekraïne nog door het Rusland van Poetin trok. In haar boek De trein naar het imperium” (uitgeverij Manteau) vertelt ze over die vaak beklemmende reis, over haar ontmoetingen met gewone Russen en over de steun die de oorlog van heel wat mensen krijgt. 

Wat bezielt de Russen?

De Poolse journaliste en auteur Maja Wolny reisde een half jaar na de inval van Rusland in Oekraïne met een toeristenvisum door Rusland: "Ik besef dat het als een gekke onderneming klinkt, maar ik wou echt weten wat de Russische ziel bezielt, wat er gaande is. Ik vond die informatie nergens, dus ben ik het zelf gaan onderzoeken", vertelt Wolny in "De afspraak". 

De reis ging van Kaliningrad in het westen tot Kolya in het oosten, met stops in grote steden en kleine dorpen. Ze startte in Sint-Petersburg en maakte de oversteek naar het desolate Siberië, 10.000 kilometer verder. "Niemand wilde praten, iedereen was heel bang", getuigt ze hierover.  

Nauwelijks verzet tegen Poetin

Wolny bezocht ook de soldatenmoeders in Sint-Petersburg en ze sprak met verwanten van gesneuvelde negentienjarigen. Zo bezocht ze een klein, Siberisch dorp waar net een straatnaam werd veranderd in die van een gesneuvelde jonge man. "De familie kreeg ook een fantastische financiële uitkering. Held zijn heeft voor een Rus een waarde die wij niet kennen", licht Wolny toe. 

Volgens Wolny is er weinig kans op een binnenlandse opstand. De weerbare Russen zijn reeds lang geëmigreerd, wat Poetin goed uitkomt. Ook in Rusland waren ze niet opgezet met Maja’s nieuwsgierige en kritische kijk op hun land: ze is de toegang tot het land voor de komende twintig jaar ontzegd.

KIJK - Auteur Maja Wolny over hoe anders Russen denken: “Wij kunnen ons dat als Westerlingen niet inbeelden": ("De afspraak" 19/02/2024)

Videospeler inladen...

"Ik ga naar de schapen"(uitgeverij Vrijdag), zo heet de tweede roman van Marieke De Maré. Hierin observeert ze vijf personages uit hetzelfde kleine dorp die zich zwijgend verbonden voelen, maar ook moeten loslaten.

Er wordt ontzettend veel gezwegen in mijn boek

Marieke De Maré

In het boek maakt de lezer kennis met Rocco, die liefdevol de doden aflegt in het uitvaartcentrum, Simone die getrouwd is met Andrei en hun dochter Tove die het gemaakt heeft in de kunstwereld. Ten slotte is er ook de moeder van Simone die in een woonzorgcentrum verblijft en zal overlijden. 

"Ik heb geprobeerd om een paar generaties in mijn boek te stoppen. Het zijn allemaal gewone mensen, maar ze dragen allemaal een grote rugzak en hebben allemaal dingen meegemaakt. Er wordt ontzettend veel gezwegen maar ook heel veel nagedacht in mijn boek. En er is een grote zoektocht naar houvast", vertelt De Maré op Klara. 

De Nederlandse Lisa Weeda  heeft Oekraiënse roots en schreef met "Dans dans revolutie" (uitgeverij De Bezige Bij) een magisch-realistisch verhaal over de Russisch-Oekraïense oorlog. Hoeveel geef je om het leed van een ander en waar liggen de grenzen van onze solidariteit? Dat zijn de ongemakkelijke vragen waarmee ze haar lezers achterlaat.

Literatuur om het leed van slachtoffers te begrijpen

Na een succesvol debuut in 2021 - “Aleksandra” over haar Oekraïense grootmoeder afkomstig uit de Donbas - komt Weeda nu met een roman die de lezer op een heel bijzondere manier laat nadenken over wat oorlogsslachtoffers en hun familie in Oekraïene momenteel meemaken.

In "Dans dans revolutie" grijpt Weeda naar een magisch-realistische vertelvorm waarin slachtoffers van de ondergang gered kunnen worden door te dansen. Het idee is gebaseerd op eeuwenoude Oost-Europese dansrituelen die de duisternis helpen verdrijven en hoop brengen. Het verhaal zelf speelt zich af in een fictief land, Besulia, en de inwoners van een niet nader genoemd land. Hoe gaan zij om met de slachoffers: welke keuze maken ze? Gaan ze dansen om ze tot leven te wekken of niet? 

Wat kan jij doen?

"Bij de inval zat ik ineens in een wereld waarin gespeculeerd werd over wat er zou gebeuren. Ik stelde de vraag: hoe kan ik de oorlogsslachtoffers samenbrengen met de mensen die geen pijn ervaren en speculeren over de oorlog?", vertelt Weeda in "De afspraak".

KIJK: "Hoe lang zou jij dansen?" - Lisa Weeda in "De afspraak"

Videospeler inladen...

Wat speelt zich af achter de gevangenismuren en hoe beland je daar trouwens? De vragen van haar dochtertje zetten Charlotte Colman, professor criminologie (UGent), aan tot het schrijven van een kinderboek over misdaad: "Wie zit in de gevangenis?" (uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts). 

Criminele wist-je-datjes

Een kinderboek over de gevangenis? Charlotte Colman is zelf ook  moeder en verbaast zich over de jonge leeftijd waarop kinderen beginnen praten over de politie, straffen en "stoute" boeven. "Kinderen leven niet in een vacuüm", vertelt Colman in "Terzake" en daarom schreef ze een boek waarin ze kinderen laat kennismaken met thema’s uit de wereld van de criminaliteit.

Colman doet dit niet alleen aan de hand van bijzondere weetjes zoals "wat eet je in de gevangenis en is er ook een toilet?" maar vertelt ook over beruchte ontsnappingspogingen en de grootste strafzaken uit de geschiedenis. De gedetailleerde tekeningen van Stefanie Van Hertem laten zien hoe het er aan toegaat in een gevangenis.

KIJK: "Kinderen horen sowieso over criminaliteit"- Charlotte Colman in "Terzake"

Videospeler inladen...

Collaborateurs opgesloten in de leeuwenkooi van de Antwerpse zoo: het is een beeld dat na de Tweede Wereldoorlog de wereld rondging. "Een improvisatie die al snel een symbolische betekenis kreeg" aldus historicus Antoon Vrints, auteur van het boek "De afrekening. Geweld tegen collaborateurs in Antwerpen 1918 en 1944-1945" (uitgeverij Ertsberg).

De repressie van de straat

Vrints wil in zijn boek vooral de beweegreden van de agressors onderzoeken en hiermee reageren op bestaand onderzoek dat een sterke focus heeft op de repressie van de staat. 

Vrints dook hiervoor in politieverslagen en dagboeken die vol staan met volkse getuigenissen en verklaringen. Ze waren van onschatbare waarde voor zijn bottom-up onderzoek. "De getuigenissen gingen bijna uitsluitend over mensen uit de buurt. De oorlog was voor de meerderheid van de bevolking een periode van schaarste, ellende, koude en repressie. Dat dit niet voor iedereen zo was, zette kwaad bloed", vertelt Vrints op Klara. 

De afrekening gebeurde openlijk op straat en nam de vorm aan van collectieve vernederingen van de normovertreders: huizen en huisraad werden vernield, er vielen slagen, er werd gespuwd en vrouwen werden kaalgeschoren: "ernstig geweld, maar niet dodelijk", aldus Vrints.

"De kuising"

De aanpak van de collaboratie door de overheid werd gevormd op basis van wat er op straat gebeurde. "Daardoor werd er ook harder opgetreden tegen collaborateurs dan initieel het plan was. De druk was hoog en er was de grote bezorgdheid: we moeten streng optreden, anders zal het op straat totaal uit de hand lopen".

In het boek wordt ook de vergelijking gemaakt tussen de situatie in 1918 en 1944. Na de Tweede Wereldoorlog was de bevolking vooral blij dat ze eindelijk "hun gedacht" konden zeggen en was de straatrepressie vooral een manier om zich in bevrijding in te schrijven, na een passieve periode tijdens de oorlog. In de Antwerpse volksmond werd deze afrekening "de kuising" genoemd.

Meest gelezen